
SDG-top in New York: Mee met Daniela Rosche van Oxfam
INTERVIEW – In New York volgt Daniela Rosche voor Oxfam de SDG-top. ‘Nederland zou veel meer leiderschap moeten tonen.’
Op de perstribune van de plenaire zaal in het VN-hoofdkwartier vindt Daniela Rosche even tijd voor een gesprek. De reeks 5-minuten verklaringen van de lidstaten is volop gaande. Rosche schrijft driftig mee, terwijl ze ondertussen een doorlopende stroom berichten op haar Blackberry beantwoordt. Ze is beleidsadviseur ‘kwaliteit van hulp’ bij Oxfam Nederland. De afgelopen drie jaar heeft ze zich namens Oxfam ingezet voor het tot stand komen van de SDG’s. Deze dagen maakt ze in New York deel uit van de internationale Oxfam delegatie – zo’n 15 mensen groot.
Waar ze dit weekeinde zo druk mee is geweest? ‘Hier in New York heb ik drie taken. Voor Nederland doe ik het relatiebeheer en breng ik onze standpunten naar voren. Zo bereid ik de inbreng van onze internatonale directeur Winnie Byanyima voor bij side-events, zoals zondagochtend met premier Rutte en minister Ploumen over partnerschappen. Ook ben ik hier als adviseur op gender in de SDG’s. Daarnaast luister ik zoveel mogelijk naar wat er deze top inhoudelijk wordt gezegd, vooral door Nederland. De doelen zijn prachtig, maar de grote vraag is nu: hoe gaan we leveren? Wat betekent dit voor publieke financiering en hoe we ontwikkelingssamenwerking bedrijven? Belangrijk is de manier waarop financiering door de private sector wordt geregeld. Daarvoor houd ik in de gaten wat de rijke landen en doen om de implementatie van de doelen op gang te brengen. En de inbreng van nieuwe machten als China, Indonesië en Turkije is interessant.’
Als David Cameron achter het spreekgestoelte verschijnt, grijpt ze vlug naar het koptelefoontje naast haar stoel. De Britse premier vertelt dat in Groot-Brittannië de 0,7 procentnorm [deel van het GDP voor ontwikkelingssamenwerking] bij wet is vastgelegd en hij roept rijke landen op eindelijk ook aan die norm te voldoen. Rosche knikt instemmend mee, ‘yes, yes!’. Op Camerons uitspraak ‘armoedebestrijding kan niet zonder het tegengaan van klimaatverandering’ reageert ze met enthousiast applaus. ‘Kijk, dit is positief. Ook al is het altijd een beetje voor de bühne, wat in de Algemene Vergadering wordt gezegd, geeft aan waar een land de prioriteiten legt.’
‘Nederland wil ook graag een leiderschapsrol nemen. Helaas lukt dat maar matig. Als je ambitie hebt iets te doen, moet je ook iets op tafel kunnen leggen. Minister Ploumen benadrukt steeds hoe belangrijk het is om de vooruitgang op de doelen te monitoren. Dan mag je daar wel wat meer initiatief in nemen. Zeg bijvoorbeeld wat je gaat doen om partnerschappen tussen bedrijfsleven en ngo’s succesvol te maken. Of kijk naar belastinghervorming die Ploumen door wil zetten. Het had me goede energie gegeven als ze had gezegd: ik weet niet of het gaat lukken, maar ik zet een tax mechanism op waarmee ontwikkelingslanden meer inspraak krijgen in internationale belastingregels.’
‘Ik geloof dat Nederland oprechte bedoelingen heeft. Maar hier zie je dat maar amper terug. Ja, de speech van Rutte was wel heel sterk op bedrijven gericht. Dat verbaast me niets: het is een duidelijke VVD-agenda. Wat me wel verraste, is dat Nederland niets heeft gezegd over SDG 16, over vrede en veiligheid en goed bestuur, of over klimaatverandering. De afgelopen twee jaar heb ik gezien hoeveel Nederland heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van de SDG’s. Die daadkracht moet er ook voor de implementatie zijn. Anders wordt het niks.’
Toch is Rosche optimistisch over de top. ‘De juiste issues liggen op tafel: rechten, kansen, klimaat en ongelijkheid. Dat zijn echt de achtergebleven thema’s van de MDG’s. Iedereen lijkt hier te beseffen dat, wanneer je zo’n mooi pakket hebt, het zonde is om daar niets mee te doen. Hoe je dat voelt? Er is hier weinig aandacht voor feest; het is meteen overschakelen tot actie. Vandaag was er een bijeenkomst van UN Women. Elk land erkende geweld tegen vrouwen als probleem. En bij het Nederlandse event over publiek-private partnerschappen hing een heel open sfeer. De verschillende sprekers zeiden: samenwerking is riskant, we vertrouwen elkaar nog niet. Het is hoopgevend dat dat dit zo openlijk wordt toegegeven. Ook Ploumen en Rutte erkenden dat wantrouwen als probleem. Pas als dergelijke obstakels op tafel liggen, kun je er vooruitgang op boeken.
‘Het is goed om hier te zijn’, zet Rosche na een vol weekend in New York. ‘Er is momentum. Nu kun je ideeën inbrengen en met anderen hierover in gesprek. Als ngo hebben we een belangrijke waakhond-functie, dan is het belangrijk dat je meedoet op het hoogste diplomatieke niveau.’