Eerst 10.830 kilometer fietsen in Afrika. Nu tentoonstelling en prijs in New York.

Samen met zijn reisgenoot Jilt van Schayik ontving Teun Meulepas dit weekend in New York een prestigieuze VN-prijs. Een half jaar fietsten de mannen dwars door Afrika en sloegen zij bruggen tussen jongeren en hun overheden – op lokaal én wereldniveau. 

Hij is net een maand terug van zijn zes maanden durende fietstocht door Afrika. En nu staat Teun Meulepas bij een (deels) rond zijn tocht ingerichte tentoonstelling in New York. In een forse tent voor het VN-gebouw hangen interactieve schermen vol informatie over ‘Building Bridges 2015′. De tent is gesponsord door Facebook, en zojuist kwam oprichter Mark Zuckerberg zelf even voorbij. U2-zanger Bono was al binnen, net als een hele stroom aan ministers, journalisten, CEO’s en leiders van ontwikkelingsorganisaties. Dinsdag komen ook koning Willem-Alexander en koningin Maxima nog aanwaaien.

Tien maanden geleden was Meulepas nog aan het broeden op de fietstocht die hij met zijn jeugdvriend Jilt van Schayik wilde gaan maken. Afgelopen maand vlogen foto’s die zij in Afrika namen (met persoonlijke verhalen van jongeren) over enorme billboards op Times Square. En dit weekend was er ook nog een mooie VN-prijs, uitgereikt door minister Lilianne Ploumen. De ‘Peoples Voices Award’, voor wie het lukt om mensen aan het woord te laten die anders van aandacht verstoken zijn.

Jilt van Schayik studeert Globalisation and Development in Maastricht en is dit jaar Nederlandse jongerenambassadeur bij de Verenigde Naties. Teun Meulepas studeerde Vraagstukken van Beleid en Organisatie en is projectleider Energie en Clean-Tech bij de Provincie Noord-Brabant. En wat ze deden is niet minder dan een jongensdroom.

Vertrekken uit Amsterdam met weinig meer dan Kaapstad als einddoel. En gaan voor je ideaal: duizenden jongens en meisjes in achttien landen in contact brengen met hun eigen overheid én de VN. Want jongeren hebben iets te vertellen, terwijl overheden maar amper geneigd zijn naar hen te luisteren. Meulepas: ‘Overal ter wereld is er een ‘gat’ tussen beleidsmakers en jongeren. Een voorbeeld zijn de nieuwe ontwikkelingsdoelen die tijdens deze VN-top worden aangenomen. Volgens ons zijn het door mannen in driedelig grijs uitonderhandelde doelen die ver van de dagelijkse praktijk staan.’ Dat kan hoe dan ook beter, vonden Van Schayik (24) en Meulepas (30), die beiden opgroeiden in het Brabantse dorp Langenboom. En zo vertrokken zij februari dit jaar aan een bijna 11.000 kilometer lange fietstocht, dwars door West-Afrika. ‘Door in een groot aantal landen evenementen te organiseren waarin jongeren en hun bestuurders elkaar ontmoeten, hoopten we het gat een beetje te dichten.’

Goed, ze wisten de ministers Ploumen en Koenders voor hun plan te interesseren en kregen daarom steun van de Nederlandse ambassades in de landen waar ze doorheen trokken. Maar het geld voor hun reis sprokkelden ze bij elkaar via familie, vrienden en een paar bedrijven. Verder was het vooral een kwestie van Afrikaanse jongeren voor hun project te interesseren.

In elk land werd één van deze jongeren tot jongerenambassadeur benoemd. Met hem of haar organiseerden Meulepas en Van Schayik een tweedaags evenment waar soms, zoals in Nigeria, wel driehonderd jonge mensen uit het hele land op af kwamen. Bestuurders werden uitgenodigd met behulp van de ambassades. Samen spraken zij over onderwerpen die specifiek waren voor hun eigen situatie. In het ene land draaide het om wederopbouw na een oorlog, in het andere om de verhouding tussen mannen en vrouwen  – altijd met de SDG’s als aanknopingspunt.

Telkens kwam de vraag aan de orde hoe overheden verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de ontwikkeling van hun land, maar ook wat jongeren zélf kunnen doen om hun bestaan te verbeteren. In Nederland volgden Ploumen en Koenders de verrichtingen van beide fietsers en soms, zegt Meulepas, las hij in de blogs van Ploumen dingen terug die tijdens de evenementen werden besproken.

Van Schayik en Meulepas bleven niet onopgemerkt in de landen waar ze doorheen fietsten. In de Westelijke Sahara werden ze door de politie met vier auto’s gevolgd en uiteindelijk opgepakt en verhoord. In Nigeria werden ze zowel voor televisie geïnterviewd als voor een krant met een miljoenenoplage – paginagroot stond hun project erin. ’s Nachts sliepen ze beiden bij mensen thuis, op de vloer of tussen de kippen. Want dat was de afspraak: zo’n 120 kilometer fietsen, afstappen, ergens aankloppen en vragen om een plek voor de nacht. Zo konden ze in contact komen met alle sociaal-economische groepen, was het idee. Overdag spraken zij dan met ministers en burgemeesters.

Hoeveel jongeren zij met elkaar en met hun overheden in contact hebben gebracht, weet Meulepas niet precies. Maar het moeten er vele duizenden zijn geweest. Van een groot aantal werd een portret met een begeleidend tekstje op VN-website “Humans of My World” gezet. Tot verrassing van beide mannen gebruikte de VN een aantal van deze foto’s vervolgens voor een grote campagne op Times Square in New York.

De aandacht, de prijs en het immense billboard op het beroemdste plein ter wereld is mooi en aardig, maar waar het uiteindelijk allemaal om draait zijn de verhalen, de wensen en de verlangens van de jongeren zelf. Wat op Meulepas nog de meeste indruk maakte, is de perspectiefloosheid van zovelen. ‘Een Marokkaanse jongen was al het hele land doorgetrokken op zoek naar werk. En nu bouwde hij aan een bootje om naar Europa te vertrekken. Zovelen hebben geen kans op werk, studies sluiten niet aan aan op een baan, de werkloosheid is torenhoog. Een jong meisje uit Nigeria vertelde ons dat ze uit radeloosheid op en neer pendelde naar Benin. Daar kon ze in de prostitutie gaan werken om zo de ziekenhuiskosten van haar vader te betalen.’

De politici en beleidsmakers die naar de jongeren kwamen luisteren, kregen dan ook altijd hetzelfde te horen. Zorg alsjeblieft voor werk. Voor landbouwgrond, voor fatsoenlijke opleidingen. Meulepas vertaalt de verhalen die hij hoorde ook door naar de nieuwe ontwikkelingsdoelen. Wat hem betreft moet de prioriteit liggen bij doelen als SDG 8 -‘Bevorder bestendige, inclusieve en duurzame economische groei, en volledige en productieve werkgelegenheid voor iedereen.’ Om dezelfde reden steunt Meulepas ook de hulp en handel-agenda van het huidige kabinet. Het belang van werkgelegenheid gaat volgens hem voor op het slaan van waterputten of andere ‘ouderwetse vorm van ontwikkelingshulp’.

De jongeren en hun overheden zijn samengebracht, de VN-prijs is in dank aanvaard, de tentoonstelling wordt goed bekeken en de fietsen staan op stal. Hoe het nu verder moet met ‘Building Bridges’, weet Meulepas eigenlijk niet. Hij is net weer begonnen bij de provincie Noord-Brabant, iets wat hem verder uitstekend bevalt. Maar het netwerk dat zij bouwden, bruist van activiteit, de herinnering aan de hete Sahara en de natte jungle is nog fris. En er is meer energie dan ooit om door te gaan met hun project. Tegelijk is er het besef dat je zoiets geen jaren volhoudt. ‘Anderhalf jaar hebben we elke avond en elk weekend aan Building Bridges besteed. Wat echter blijft, is die enorme ongelijkheid. Het is onverdraaglijk dat de vorige president van Nigeria elf vliegtuigen bezat, terwijl dat Nigeriaanse meisje de prostitutie in moest om de ziektekosten van haar vader te betalen. Op een of andere manier zullen we er toch een gevolg aan moeten geven.’

‘Building Bridges 2015’ is te volgen op Facebook en de website  www.buildingbridges2015.com

Auteur
Ralf Bodelier

Datum:
29 september 2015
Categorieën: