Vrijdagmiddagborrel: van lokale naar mondiale duurzaamheid

Hoe kun je de hype van duurzaamheid die in Nederland waait verbreden naar mondiale duurzaamheid en draagvlak voor het werk van ontwikkelingsorganisaties? Marc Broere laat er in deze Vrijdagmiddagborrel zijn gedachten over gaan.

Afgelopen dinsdag in de namiddag zat ik in een Utrechtse café samen met Merel Rumping en Susanne van der Kooij de talkshow en het event van de Aanrader op 4 maart door te spreken. Merel, die naast haar werk bij ProPortion ook voor Vice Versa blogs over sociaal ondernemen schrijft en reportages maakt, is een van de initiatiefnemers van de Aanrader.

DeAanrader is een website over duurzaam consumeren. In de groene jungle raak je namelijk nog wel eens verdwaald. Er is niet alleen veel keuze, de leukste kleine initiatieven zijn ook vaak niet zichtbaar of vallen buiten ratings. Daarom heeft ze samen met drie vrienden deAanrader opgericht. De website inspireert en informeert consumenten tot duurzame consumptie door het delen van persoonlijke aanraders: eerlijke groene, biologisch of anderszins duurzame winkels, restaurantjes, producten in initiatieven in de buurt. Na een jaar vinden ze het tijd om een groter publiek te bereiken en het initiatief breder onder de aandacht te brengen. Vandaar een mooie talkshow op 4 maart met allemaal duurzame initiatieven en aanjagers op het gebied van duurzaamheid.

Ik ben gevraagd om mee te denken en de talkshow samen te presenteren met Susanne.  We hebben samen al eens eerder een talkshow gepresenteerd op een groot festival over cacao, iets dat me erg goed bevallen is, en daarom ga ik deze uitdaging graag aan.

Gepassioneerd

Laat ik mijn co-presentator even  iets uitgebreider introduceren. Susanne is 23 jaar en doet een onderzoeksmaster in sustainable development aan de Universiteit Utrecht met als specialisatie environmental policy ofwel milieubeleid.

Ze is helemaal gepassioneerd door duurzaamheid, ontzettend nieuwsgierig en stelt hele scherpe vragen. Haar zakcentje verdient ze met goed betaald modellenwerk om alle vrije tijd te kunnen stoppen in vrijwillige initiatieven die met duurzaamheid te maken hebben. En er is zoveel te doen op dit terrein, vertelde ze dinsdag nog. Je kunt door de bomen soms het bos niet meer zien. Van symposia over Serious Social Value tot Sustainability Career events en tal van andere bijeenkomsten die met duurzaamheid te maken hebben. Ze zitten allemaal tjokvol met vooral jonge mensen.  Duurzaamheid is enorm hip en dat maakt me blij.

Geen match

Tegelijkertijd zie je dat er enorm wordt bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking en dat het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in de politiek en in de samenleving onder druk staat. Hoe kan dat? Waarom is er geen match? Waarom vertaalt die interesse voor lokale duurzaamheid zich zo weinig in mondiale duurzaamheid? Als je betrokken bent voor een duurzaam leven voor jezelf of je directe omgeving, dan ben je dat toch automatisch ook voor een mondiale samenleving? En waarom weten ontwikkelingsorganisaties deze nieuwe groep jonge duurzaamheidhipsters zo weinig te bereiken?

Bij Susanne en Merel is die interesse in mondiale duurzaamheid er overigens wel. Merel werkt bij ProPortion, een bedrijf dat sociale ondernemingen opzet in opkomende economieën als Kenia, Colombia en Bangladesh. Susanne heeft na haar bachelor eerst een jaar bij het KIT gewerkt en weet alles van fine flavour cacao in met name Ecuador en heeft daar ook een onderzoeksrapport over geschreven. Daarnaast  was ze afgelopen december helemaal gegrepen door het interview in de laatste Vice Versa met BothEnds-directeur Danielle Hirsch dat ze maar liefst vier keer gelezen heeft.

Zo zijn er ongetwijfeld meer koplopers in lokale duurzaamheid die ook in mondiale duurzaamheid zijn geïnteresseerd. Maar bij veel mensen blijft het hangen, heb ik de indruk. Ze zijn wel betrokken bij duurzaamheid in hun eigen directe omgeving of persoonlijk leven, maar niet bij de wereld. Hoe dat nu te verbreden?

Lokaal en mondiaal

Deze verbinding is in de geschiedenis van mondiaal burgerschap overigens wel degelijk een aantal keer geprobeerd door pogingen om het lokale aan het mondiale te koppelen. Een interessant initiatief in dit kader was de Lokale Agenda 21. Dit was een initiatief in de jaren negentig van De Kleine Aarde om gemeenten ervan te overtuigen om in navolging van de grote VN-conferentie over Milieu en Ontwikkeling (de UNCED in 1992) een eigen actieplan voor lokale duurzaamheid op te zetten. Dit actieplan kwam in nauwe samenwerking tot stand tussen gemeente, bewoners en bedrijven, waarmee het tevens een instrument voor bestuurlijke vernieuwing was. De Lokale Agenda 21 gaf de gemeente handvatten om zich duurzaam te ontwikkelen en beschrijft een structurele aanpak van de samenhang tussen de verschillende bedrijfsterreinen en ook de mondiale gevolgen daarvan. Coherentie dus.  In Nederland werd de Lokale Agenda 21 een van de keuzetaken in de zogeheten VGOM-regeling. Via deze regeling konden gemeenten extra geld voor lokale projecten aanvragen bij het ministerie van VROM.  Tijdens de hoogtijdagen waren er meer dan 500 Nederlandse gemeenten die een Lokale Agenda 21 hadden. Toen de subsidieregeling ophield te bestaan, daalde dat aantal helaas weer snel.

Natuurlijk mag ik ook de organisatie waar ik zelf werk en die de uitgever van Vice Versa is, Lokaalmondiaal, niet vergeten. Lokaalmondiaal werd door Stefan Verwer en een paar anderen aan het begin van de 21e eeuw opgericht om juist die koppeling te maken tussen het lokale en het mondiale. De manier waarop burgers zich lokaal gedragen heeft mondiale consequenties. Via  de lokale omroepen in Nederland vroeg Lokaalmondiaal aandacht voor mondiale vraagstukken. Het bleek een prachtige en originele vondst. Een boer in Friesland kun je goed bereiken met mondiale vraagstukken als hij items ziet op zijn lokale televisie over een boer in Tanzania die vaak met dezelfde uitdagingen als hij wordt geconfronteerd in zijn dagelijkse werk. Nog steeds een prachtig  concept denk ik.

Anekdotes

Het was erg gezellig met de dames afgelopen dinsdag. Naast dat we de vragen voor het event van deAanrader verder voorbereid hebben, vertelde Susanne mooie anekdotes over toen ze 17 was en fulltime modellenwerk deed in Milaan. Eigenlijk is het bestaan van een model bij uitstek heel duurzaam, grapte ze.  Je bent steeds vegetarisch of zelfs veganistisch aan het eten om de juiste maten te houden, veel aan het sporten, en je maakt heel weinig gebruik van transport  omdat je alles lopend en fietsend doet om dun te blijven.

Maar voor mij blijft de vraag hangen: hoe kun je er nu voor zorgen dat al die vele duizenden mensen die meegaan op de duurzaamheidshype in Nederland ook geïnteresseerd raken in mondiale duurzame vraagstukken? Dat die steun zich ook vertaald in steun voor Nederlandse ontwikkelingsorganisaties die dagelijks aan deze mondiale duurzaamheid werken en met allerlei uitdagingen op dit terrein worden geconfronteerd.  Op hun beurt moeten ontwikkelingsorganisaties zich eens afvragen waarom ze deze groep jonge mensen die in duurzaamheid zijn geïnteresseerd nu nog zo weinig weten te bereiken.

Snoepreisje

Wat hier overigens niet bij helpt zijn bijvoorbeeld de negatieve berichten van afgelopen week over het snoepreisje dat Jan Hoekema, de vice-voorzitter van de NCDO en burgemeester van Wassenaar, naar Tanzania wilde gaan maken om een reeds geopende school te openen. Hierover gaat mijn column volgende week. Zij  bevestigen helaas het beeld dat een grote groep Nederlanders intussen heeft van ontwikkelingssamenwerking. Het zijn er altijd maar enkelen, zoals in dit geval Jan Hoekema, die het voor een hele sector verpesten maar die wel het beeld bepalen. Daar valt moeilijk tegenop te boksen.

Ik raad ontwikkelingsorganisaties in ieder geval aan om een kijkje te komen nemen op het event van de Aanrader om zich te laten inspireren door prachtige initiatieven op het gebied van duurzaamheid en door hele inspirerende mensen. Hier kun je je aanmelden: info[a]deaanrader.nl

Hopelijk tot dan.

Auteur
Marc Broere

Datum:
20 februari 2015
Categorieën: