Vice Versa selecteert: top vijf wetenschappelijke artikelen van november 2014

Ook in de maand november is er weer genoeg geschreven op wetenschappelijk gebied. Vice Versa ging wederom verscheidene databases af op zoek naar vijf interessante artikelen. Deze maand viel de keuze op een alternatieve visie op aids problematiek, het migratie en ontwikkelingsdebat, de impact van ontwikkelingsprojecten, de betekenis van duurzaamheid en selectiviteit van hulp aan fragile staten.

The Problem of Aids May Have Already Solved door Sergey Makarov in World Journal of AIDS, 2014, 4, 396-401

Afgelopen maandag was het Wereld Aids Dag. Op deze dag wordt er internationaal aandacht gevraagd voor de aidsproblematiek. Vice Versa heeft dit artikel geselecteerd, doordat het een alternatieve visie weergeeft op het huidige debat.

Sergey Makarov was in 1989 begonnen naar het vinden van manieren om aids te kunnen bestrijden. Het motto van zijn onderzoek was: ‘je moet bij alles naar het begin zoeken en dan zal je veel begrijpen’. Dit resulteerde in een alternatieve visie op het aids probleem.

Na vooronderzoek gedaan te hebben, kwam Makarov tot de volgende zes conclusies: (1) de eerste man waar aids bij vastgesteld werd had seksueel contact gehad met een aap, (2) hiv (humaan immunodeficiëntievirus) ontbreekt in het sperma, (3) hiv wordt doorgaans doorgegeven via bloedcontact tussen twee mensen, (4) hiv is niet de drager van een ‘virus,’ maar valt eerder onder een parasiet, (5) de werking van het immuunsysteem bestaat niet uit de vernietiging van virussen en bacteriën, maar komt voort door middel van het zogenaamde PID programma (programma van het immuunsysteem van de mens), (6) doordat T-helpercellen het PID programma vervangen, is het lichaam minder goed in staat zichzelf te beschermen.

Aan de hand van deze zes conclusies, wist Makarov antwoord te geven op een aantal vragen, zoals bijvoorbeeld de vraag waarom sommige mensen snel komen te overlijden aan aids terwijl anderen nog tientallen jaren te leven hebben. Dit is volgens Makarov afhankelijk van lymfocyten. Dit zijn witte bloedcellen en zij vormen de belangrijkste cellen van het immuunsysteem. Ze worden ingedeeld in T-cellen die de immuniteit regelen en B-cellen die antistoffen aanmaken. Wanneer de productie van lymfocyten groter is dan het aantal lymfocyten die aangetast zijn door hiv, dan kan deze persoon vrij lang in leven blijven. Wanneer dit niet het geval is, is het lichaam niet in staat zichzelf te beschermen tegen infecties.

Ook wist Makarov de vraag te beantwoorden waarom van alle aids-patiënten slechts tien procent vrouw is. Dit komt doordat er bij seksueel contact tussen twee mannen vaker kleine rupturen ontstaan in de rectum waarbij bloedcontact plaats kan vinden.  Daarentegen komt er minder tot geen bloed vrij bij (vaginaal) seksueel contact tussen man en vrouw.

Om aids tegen te gaan, stelt Makarov de hyperthermie methode voor. Hierbij wordt het gehele lichaam verwarmd totdat het bloed 44 graden Celsius is. Hierdoor wordt de verspreiding van hiv een halt toeroepen. De hyperthermie methode werd al in 1989 in Rusland toegepast en Makarov wil met dit artikel nogmaals aantonen dat deze methode mondiale aandacht verdient.

 

Migration and Development Research is Moving far Beyond Remittances door Micheal A. Clemens, Caglar Ozden en Hillel Rapoport in Center for Global Development Working Paper 365

Economisch onderzoek naar migratie en ontwikkeling ondergaan twee veranderingen: in kwantiteit en in focus. Meer ontwikkelingsonderzoekers besteden aandacht aan migratie en meer migratieonderzoekers besteden aandacht aan ontwikkeling. Daarnaast wordt een breder gebied onderzocht. Wereldwijd wordt er door beleidsmakers en analisten meer aandacht besteed aan de relatie tussen migratie en ontwikkeling. Wanneer men kijkt naar het aantal artikelen dat gepubliceerd is over migratie, valt op dat vooral artikelen over migratie en onderwijs de laatste tien jaar sterk is toegenomen.

Waar eerdere publicaties vooral de nadruk legden op remittances en de invloed die deze had op de familie die achterbleef richt de hedendaagse literatuur zich meer op de rol van netwerken en de kracht van de diaspora. Daarnaast is er ook meer aandacht voor de relatie tussen culturele normen en migratie. Al deze onderdelen zijn gerelateerd aan de zogenaamde nieuwe economie van migratie, waarbij de complexe sociale en culturele rol van deze variabelen worden onderzocht in het verklaren van de determinanten van migratie alsmede de impact hiervan.

Overdracht van culturele normen en kennis behoren nu tot de belangrijkste onderdelen binnen de migratie literatuur. Ook is er meer aandacht voor een ander belangrijk onderdeel van overdracht: donaties. Remittances worden niet alleen ingezet om het huishouden financieel te ondersteunen, maar ook om goede doelen binnen de gemeenschap te financieren. Onderzoek in de Filipijnen toont aan dat migranten meer geld doneren naarmate hun inkomen stijgt.

 

The Short- and Long-term Effects of Development Projects: Evidence from Ethiopia door Ivica Petrikova in Journal of International Development, 2014, 26, 8, 1161–1180

Dit artikel analyseert de korte en lange termijn effecten van ontwikkelingsprojecten op het welzijn van de Ethiopiër.  Er wordt onderscheid gemaakt tussen vijf verschillende vormen van ontwikkelingsprojecten die gericht zijn op de voeding van kinderen en de consumptie en het inkomensniveau van het huishouden: onvoorwaardelijk en voorwaardelijke directe transfers, agrarische en sociaal-infrastructurele kennis transfers en kredietprojecten.

Duurzame ontwikkeling wordt vaak gedefinieerd in ecologische termen, waarbij gekeken wordt of de bestaande mogelijkheden van de huidige generatie ook in dezelfde mate aanwezig zullen zijn voor de toekomstige generatie. Dit onderzoek analyseert hoe duurzaam ontwikkelingsprojecten daadwerkelijk zijn.

Ethiopië heeft in 2011 ruim 3,5 miljard dollar ontvangen dat bestemd was voor ontwikkelingshulp en momenteel zijn er 30.000 lopende ontwikkelingsprojecten.

Onvoorwaardelijke directe transfers zijn het minst duurzaam, doordat de hulpbehoevenden niet leren hoe zij zelfredzaam moeten worden. Zodra de financiering stopt, hebben zij niets om op terug te vallen. Voorwaardelijke transfers zijn duurzamer, doordat de hulpbehoevenden bepaalde vaardigheden hebben ontwikkeld om zichzelf te kunnen onderhouden. Kennis en vaardigheden zouden moeten blijven bestaan, ook wanneer financiering niet langer plaatsvindt.

De meeste onderzoekers zijn van mening dat directe korte termijn transfers een positief effect hebben op het welzijn van de ontvanger. Er zijn daarentegen weinig onderzoeken gedaan naar de lange termijneffecten van deze vorm van hulp.

Bij agrarische kennistransfer projecten nemen de productie en consumptie van goederen op korte termijn toe, maar de nutritionele uitkomsten zijn vaak gering. Een evaluatie die uitgevoerd is in 2004 toonde aan dat de lange termijn effecten van negen studies die zich richten op agrarische projecten, slechts bij de helft van deze projecten was een blijvend positief effect merkbaar op de financiële en ‘human capital’  van de ontvanger.

 

Who wants to give forever? Giving meaning to sustainability in development door Ben Taylor in Journal of International Development, 2014, 26, 8, 1181–1196

‘Geef een man een vis en hij heeft eten voor één dag. Leer een man vissen en hij heeft eten voor heel zijn leven’. Dit Chinese spreekwoord wordt vaak gebruikt wanneer er naar duurzaamheid wordt verwezen. Maar wat wordt er nou eigenlijk precies met duurzaamheid bedoelt?

Dit artikel pleit voor een re-evaluatie van het begrip duurzaamheid binnen ontwikkelingssamenwerking. Het concept duurzaamheid is bij beleidsmakers de afgelopen twee jaar in populariteit gestegen, maar helaas wordt het niet door iedereen even duidelijk gedefinieerd en  geïnterpreteerd. Dit artikel streeft naar een diepere betekenis van duurzaamheid, waarbij de focus ligt op de lange termijn behoeftes van armen.

Het begrip duurzaamheid omvat zoveel verschillende concepten, waardoor het moeilijk is om tot een alomvattend definitie uit te komen. Het toepassen van verschillende definities is alleen mogelijk wanneer de analist duidelijk aangeeft wat hij of zij met duurzaamheid bedoelt. De breedste en de meest universele definitie van duurzaamheid is de definitie van Charles Kidd: ‘huidige beleidsplannen en voorgestelde acties moeten worden beoordeeld in termen van hun volledige lange-afstands-effecten.’ Deze definitie geeft geen tijdsperiode weer of een specificatie van wat er precies moet onderhouden.

De toekomst van een project zou afhankelijk kunnen zijn van de overheid of van andere donoren. Maar wat belangrijk is, is dat het project doorgaat, ongeacht of het project een werkelijke impact zou hebben.

Een tweede betekenis van duurzame ontwikkelingsprojecten is gericht op het centraal stellen van programma’s, waarbij de vaardigheden blijven bestaan wanneer steun van donoren komt te vervallen. Deze betekenis is de meest voorkomende beschrijving van duurzaamheid bij huidige programma’s.

Het doel van ontwikkeling is niet om sociale zekerheid te vervangen, maar om de arme mensen de mogelijkheid te geven verbeteringen aan te brengen in hun behoeftes zodat de behoefte aan sociale zekerheid verminderd wordt.

 

Aid Allocation to Fragile States: Examining the Effects of Selectivity door Rachael Calleja en Joe Landy geschreven voor het 23ste Annual World Congress of Political Science

De afgelopen tien jaar vormen fragiele staten een belangrijk kwestie voor academici en beleidsmakers. Vrijwel elk internationale ontwikkelingsorganisatie besteedt aandacht aan fragile staten en conflictsituaties. Hulp aan fragiele staten, daarentegen, neemt sinds het hoogtepunt van 2005 af. In 2011 ontvingen fragiele staten 53,4 miljard dollar aan buitenlandse hulp. Dit is 2,4 procent minder dan het voorgaande jaar. Rachael Calleja en Joe Landy onderzochten of deze bevindingen wel terecht zijn.

Donoren houden zich tegenwoordig meer bezig met de efficiëntie en kwaliteit van hulp. Er wordt bewuster gekeken naar hoe geld gespendeerd wordt en dit leidt tot selectiviteit. Volgens veel beleidsmakers kan de effectiviteit van hulp verbeterd worden wanneer hulp toegewezen wordt naar landen die over de juiste capaciteit en bereidheid beschikken. In de Paris Declaration on Aid Effectiveness die in 2005 werd opgesteld, wordt selectiviteit van hulp als beste methode beschouwd binnen de donorgemeenschap.

Deze selectiviteit heeft een negatief effect op fragiele staten, doordat zij niet over de capaciteit beschikken om financiële middelen op de juiste manier in te zetten om armoede te bestrijden. Ondanks toenemende selectiviteit is er geen verandering waarneembaar van hulp aan fragiele staten.

Uit het onderzoek komt echter naar voren dat sommige donoren zich niet aan de selectiviteitsmethode houden, maar vooral de landen steunen waar de behoefte het grootst is. Er een verschil is tussen de hulp aan matig fragile staten en hulp aan extreem fragile staten. Extreem fragile staten ontvangen namelijk meer hulp dan matig fragile staten. Ook deze bevinding van Calleja en Landry ondermijnen dus de selectiviteitsmethode. Juist wanneer zich grote crisissen voordoen in fragile staten, spenderen donoren meer geld aan deze landen.

Auteur
Rebecca Tank

Datum:
03 december 2014
Categorieën: