
Vice Versa selecteert: de meest opmerkelijke wetenschappelijke literatuur – oktober 2014
Op onze website zijn dagelijks nieuwe artikelen te vinden die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking, maar wat wordt er op internationaal niveau nog meer geschreven over de sector? Welke interessante wetenschappelijke artikelen zijn er afgelopen maand gepubliceerd, maar hebben vooralsnog het grote publiek niet bereikt? Vice Versa struinde verscheidende internationale databases af op zoek naar artikelen voor onze maandelijkse top vijf.
Who Benefits from Aid for Trade? Comparing the Effects on Recipient versus Donor Exports – Philipp Hühne, Birgit Meyer, Peter Nunnenkamp
Recent empirisch onderzoek geeft een dubbelzinnig beeld over de effectiviteit van buitenlandse hulp aan ontwikkelingslanden bij het promoten van hun export. Bestaande literatuur negeert het feit dat donorlanden vaak onderdeel uitmaken van de belanghebbenden. Zo zouden donoren het aanbieden van hulp vaak gebruiken om hun eigenbelang te behartigen. De makers van dit artikel hebben onderzoek gedaan naar de mate waarin ‘aid for trade’ bevorderlijk is zowel de donorlanden alsmede voor de ontvangende landen. Exporteurs in donorlanden kunnen ook hun voordeel halen uit de macro-economische effecten van ‘aid for trade’, doordat investeringen en economische groei in het ontvangende land gepromoot wordt. Ondanks deze veronderstelling vragen de onderzoekers zich af of hulp economische groei daadwerkelijk bevorderd.
Het onderzoek toont aan dat door ‘aid for trade’ export van ontvangende landen naar donorlanden wordt vergroot. Daarnaast importeren hulpontvangende landen ook meer producten van de donorlanden. De effectiviteit van is dus duidelijk gelimiteerd. Het economische voordeel komt vooral ten goede aan de donorlanden in plaats van de hulpontvangende landen. Wat ook in dit onderzoek naar voren komt is dat ‘aid for trade’ effectiever is in gebieden zoals Azië en Latijns-Amerika dan in Afrika. Dit is voornamelijk te verklaren door de vele gesloten economieën op het Afrikaanse continent.
Transnational Parenting and the Emergence of ‘Diaspora Orphans’ in Zimbabwe – Ushehwedu Kufakurinani, Dominic Pasura, JoAnn McGregor
Veel Zimbabwaanse ouders emigreren naar het buitenland om daar een beter leven op te bouwen. Hun kinderen blijven achter en de zorg wordt overgenomen door een familielid. De instorting van de formele werkgelegenheid in combinatie met politiek geweld hebben ertoe geleid dat veel ouders het gevoel krijgen geen andere optie te hebben dan naar het buitenland te vertrekken en op zoek te gaan naar betere mogelijkheden voor hun families en het welzijn van hun kinderen. Kinderen blijven noodgedwongen achter omdat ouders niet over financiële middelen of legale rechten beschikken. Door het gebrek aan rolmodellen worden de zogenaamde ‘diaspora orphans’ vaak gecategoriseerd als geweldplegers die respectloos zijn naar anderen en geen goede manieren bezitten. Dit artikel gaat dieper in op de levens van deze ‘weeskinderen’ en wat de gevolgen zijn wanneer zij opgroeien zonder rolmodel.
In tegenstelling tot weeskinderen die hun ouders verloren zijn ten gevolge van HIV/aids hebben ‘diaspora orphans’ hun ouders nog wel. De term ‘diaspora orphans’is kenmerkend voor de crisis periode die ontstond eind jaren negentig. Zimbabwe kampt momenteel met een politiek-economische crisis die gekarakteriseerd wordt door een combinatie van politiek geweld, hyperinflatie en een instorting van formele werkgelegenheid. Lang niet alle kinderen die achterblijven in Zimbabwe profiteren van de welvaart die door hun ouders verkregen is in het buitenland. Kinderen die achterblijven betalen de emotionele prijs die gepaard gaat met de scheiding van hun ouders. Veel kinderen maken hun middelbare school niet af doordat ze te veel vrijheid hebben. Het geld dat ze van hun ouders krijgen wordt vaak verkeerd gespendeerd: ze kopen dure kleding en alcohol in plaats van het te investeren in hun toekomst.
Food insecurity in children but not in their mothers is associated with altered activities, school absenteeism, and stunting – Jennifer Bernal, Edward A. Frongillo, Héctor A. Herrera, Juan A. Rivera
Wereldwijd hebben 842 miljoen mensen niet genoeg voedsel tot hun beschikking om zichzelf op een gezonde manier te kunnen onderhouden. Vooral kinderen zijn het slachtoffer van een tekort aan voedsel en dit heeft negatieve gevolgen voor hun mentale en fysieke ontwikkeling. Voedseltekorten binnen een huishouden hebben een schadelijk effect op kinderen. Dit resulteert in gedragsproblemen, verstoorde sociale interactie, tegenvallende schoolprestaties, minder voedzaam voedsel, lagere fysieke activiteiten en een slechtere gezondheid. Nog niet eerder is er onderzoek verricht naar de effecten van voedseltekorten op het gedrag, sociale interactie en scholing van kinderen. Daarom is dit onderzoek ingesteld om voedseltekorten bij kinderen in Venezuela te onderzoeken op drie gebieden: dagelijkse activiteiten, scholing en dwerggroei.
Ervaringen van kinderen met betrekking tot voedselzekerheid geven drie domeinen van bewustzijn weer: cognitieve, emotioneel en fysiek. Cognitieve bewustzijn betekent dat kinderen weten dat voedsel schaars is en kennis hebben over de manier waarop hun familie omgaat met voedselproblemen. Het emotionele bewustzijn refereert naar gevoelens zoals zorgen, verdriet of boosheid die gerelateerd zijn aan voedselonzekerheid. Het fysieke bewustzijn verwijst naar bijvoorbeeld honger, pijn, vermoeidheid en zwakheid dat is gerelateerd aan het tekort aan voldoende voedsel. Drie onderzoeken die zijn uitgevoerd in Californië, South Carolina en Venezuela tonen aan dat kinderen frequent te maken hebben met deze problemen.
Kinderarbeid speelt vaak een rol in gezinnen die een tekort aan voedsel hebben. Doordat er niet genoeg inkomsten binnen het huishouden zijn, zijn kinderen gedwongen arbeid te verrichten en op deze wijze een bijdrage te leveren aan het huishouden. In het onderzoek wordt ook een link gelegd tussen voedselonzekerheid en afwezigheid op school. Voedselprogramma’s op school zijn erop gericht absentie te verminderen. Door schoolmaaltijden aan te bieden kan honger worden tegengegaan en wordt het concentratievermogen van kinderen vergroot. Helaas zijn deze voedselprogramma’s in Venezuela erg onregelmatig en worden zij bovendien niet van bovenaf aangestuurd.
“What Will you do with our stories?” Truth and reconciliation in the Solomon Islands – Louise Vella
Dit artikel gaat over de Waarheids-en Verzoeningscommissie (TRC) van de Solomon Eilanden, die zich bezighoudt met mensenrechtenschendingen. Er wordt vooral gekeken naar de effecten van het importeren van een internationaal ‘transitional justice’ mechanisme in de lokale context van de Solomon Eilanden. Vella meent dat vredesopbouw alleen effectief is wanneer er kennis bestaat over de lokale context van het land. Transitional justice-mechanismen moeten dus worden aangepast aan lokale gebruiken die betrekking hebben tot vredesopbouw en conflictoplossing. Getuigenissen en verklaringen die zijn verzameld door de Waarheids-en Verzoeningscommissie zullen een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van toekomstige problemen.
Het rapport dat door de TRC is geschreven beslaat een tweejarig onderzoek, waarbij meer dan 2.300 verklaringen zijn verzameld van slachtoffers, ex-soldaten, politici en andere vooraanstaande leiders. Het verslag geeft een analyse van mensenrechtenschendingen, moord, ontvoering, marteling, seksueel geweld en gedwongen verplaatsing gedurende een conflict dat plaatsvond tussen 1998 en 2003. De relatie tussen waarheid en verzoening aan de ene kant en gerechtigheid aan de andere kant kan onduidelijk zijn, vooral wanneer deze concepten een andere betekenis hebben binnen de culturele setting waarin de commissie werkzaam is.
China-Africa Cooperation: Promises, Practice and Prospects – Sven Grimm
Chinese ondernemingen zijn de afgelopen decennia een steeds belangrijkere rol gaan spelen in Afrikaanse landen. Dit artikel gaat in op de discussies rondom het zogenaamde ‘South-South’-samenwerkingsverband dat Afrikaanse landen aangaan met China. De Chinese manier van zakendoen, waarbij de nadruk ligt op economische belangen, schept hoge verwachtingen bij het Afrikaanse publiek. Wanneer je kijkt naar de daadwerkelijk bijdrage die China levert aan ontwikkelingssamenwerking, blijkt deze echter gering. De werkelijke motivatie, de rechtvaardigheid en politiek-economische drijffactoren van China worden in dit artikel onder de loep genomen.