Tijd voor een feestje?

De vooravond van het 65e jubileum van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is een goed moment om terug te blikken én vooruit te kijken. Waar komen we vandaan? Wat zijn de knelpunten en hoe ziet een mogelijke toekomst eruit? En bovenal de vraag: valt er überhaupt wat te vieren? Donderdag 2 oktober gaven deskundigen uit alle windrichtingen hun visie op de stand van zaken in korte twistgesprekken, afgewisseld door indringende fotocollages. Als klap op de vuurpijl werd het boek Hoe nu verder? 65 jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking gepresenteerd.

Waar staat Nederland, aan de vooravond van 65 jaar ontwikkelingssamenwerking? Op 3 oktober 1949 zette Nederland de eerste stappen op het gebied van wat toen nog ontwikkelingshulp heette. Sindsdien heeft Nederland, volgens Paul Hoebink, bijzonder hoogleraar Internationale Samenwerking en directeur van het CIDIN, veel bijdragen geleverd aan de internationale ontwikkelingssamenwerking. Zo is Nederland als ‘uitvinder’ van het Fair Trade keurmerk en zijn focus op mensenrechten nog altijd “ahead of the crowd”, dankzij vooruitstrevende experts en innovatieve ontwikkelingsprogramma’s.

Toch wijst de bijzonder hoogleraar ook op een aantal problemen die constant blijven: nog steeds geeft Nederland aan 80 landen steun, terwijl het al lange tijd wil centreren op een aantal landen. Ook signaleert Hoebink als hoogleraar zijnde een schrikbarend tekort aan kennis over Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Zijn voorbeeld liegt er niet om: de laatste dertig jaar zijn er van de honderden proefschriften slechts twee over ontwikkelingssamenwerking gegaan. Namelijk zijn eigen proefschrift, en die van een andere genodigde in de zaal. Het gebrek aan kennis is terug te zien in beleidsdiscussies en de media, zo stelt Hoebink, waar het belang van ontwikkelingssamenwerking nauwelijks wordt gehoord.

Hand in eigen boezem

Het is een omstreden vraag die steeds terugkomt bij de ontwikkelingssamenwerking: is het wel nuttig? Als advocaat van de duivel vraagt presentator Frénk van der Linden dan ook naar het beste argument tégen ontwikkelingssamenwerking. Het is even stil aan de tafel waar het twistgesprek plaatsvindt. Dan volgt er een aarzelend “gebrek aan aantoonbare resultaten”, “corruptie”, en “de zakken van de rijken”. Farah Karimi, directeur van Oxfam Novib, grijpt in: de kritiek uit de samenleving is volgens haar vooral gericht op het overheidsbeleid, op bilaterale hulp. Goed beleid, en een goede uitleg daarover, ontbreekt.

Hoogleraar ontwikkelingseconomie Rolph van der Hoeven van het International Institute of Social Studies wijst juist naar de journalistiek, die niet genoeg over ontwikkelingssamenwerking bericht. Een in de zaal aanwezige journalist kaatst de bal direct terug: “De vakmensen, deze zaal dus, zijn er niet in geslaagd om het belang van ontwikkelingssamenwerking duidelijk te maken als investering, in plaats van kostenpost”. De zaal antwoordt met een luid applaus. Het typeert het debat in pakhuis De Zwijger: snelle twistgesprekken, verrassende inbreng vanuit de zaal en bovenal kritische reflectie.

Meehollen met de mode?

“Ontwikkelingssamenwerking is politiek gekleurd en holt dus mee met wat in de mode is,” stelt Merel Rumping van ProPortion. Zij ziet sociaal ondernemerschap en microfinanciering als alternatief voor de ‘traditionele’ ontwikkelingssamenwerking. Net als Roy Budjhawan, vicepresident microfinanciering bij de ING. Het blijkt een terugkerend punt van de avond: holt Nederland achter de feiten aan, of is het nog steeds modebepalend? Moet Nederland doorgaan met de ‘traditionele’ ontwikkelingssamenwerking of het nieuwe pad van microfinanciering en sociaal ondernemerschap inslaan?

“Microfinanciering is het creeëren van onafhankelijkheid,” vindt Allert van der Ham, directeur van SNV. Manuela Monteiro, oud directeur van Hivos, slaat juist een andere weg in. “Armoede,” zo stelt ze, “is een politiek probleem. Om dat te veranderen, moet je het systeem veranderen. Marc Broere, hoofdredacteur van Vice Versa, uit zijn verbaasdheid over het onderscheid dat tussen beide richtingen gemaakt wordt: “Steeds wordt er iets nieuws gepresenteerd, maar de vraag is hoe nieuw het daadwerkelijk is.

Ontwikkelingssamenwerking is het bottom-up ondersteunen van lokale intitiatieven, het is ondernemen op niveau”. Oftewel voorlopers van het microfinancieren van nu, aldus Farah Karimi. De twistgesprekken blijven over en weer gaan: winstbejag versus idealisme, verantwoordelijkheid versus politieke druk. Rudolf Scheffer van Oxfam Novib slaat in zijn column de spijker op zijn kop wanneer hij Roger Riddell parafraseert over ontwikkelingssamenwerking: “The question is not if it works, but how we can make it better”.

Hoopvol

Komen we er nog wel uit, met alle voors en tegens en vingers die in alle richtingen gewezen worden? Ja, zegt Sara Kinsbergen, onderzoeker bij het CIDIN. In een van-hot-naar-her-gaand maar verfrissend betoog komt ze tot haar oplossing: een flinke dosis humor in de ontwikkelingssamenwerking. “Als tegengeluid voor de apathie, het cynisme en de wanhoop die heersen, en om het wij-zij denken te doorbreken.”

Kritisch en hoopvol blijven, is ook het motto van co-auteur en Lokaalmondiaal directeur Stefan Verwer bij de overhandiging van het boek Hoe nu verder? 65 jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking (Verwer, Schulpen & Ruben). Het is een bundel “vol goede adviezen” van belangrijke sprekers uit het ontwikkelingsdebat: politici, wetenschappers, journalisten, beleidsmakers en directeuren van ontwikkelingsorganisaties. Vanuit Nederlands en mondiaal perspectief analyseren ze ontwikkelingssamenwerking, knelpunten uit het verleden en toekomstige uitdagingen. “We blijven terugkijken en leren van het verleden, om met die kennis weer verder te kijken,” zegt Verwer.

Kritisch en hoopvol zijn ook de laatste woorden van de avond, verzorgd door Jan Pronk. Aan de hand van een vlammend tienpuntenplan doceert Pronk wat er mis is in de wereld, en belangrijker nog: hoe we het kunnen oplossen. Toekomstmuziek of niet, de hoop en energie spatten er in ieder geval vanaf. In zijn laatste gloedvolle woorden wijst Pronk op de generatie twintigers van nu, die in de zaal ruimschoots vertegenwoordigd zijn. Zij zitten immers boordevol nieuwe ideeën en inzichten, die meer bij de tijd passen dan de huidige generatie beleidsmakers. Dus toch een bescheiden toekomstfeestje.

Ontvang nu GRATIS het boek ‘Hoe nu verder – 65 jaar Nederlandse ontwikkelinssamenwerking’ bij een abonnement op Vice Versa. Abonneer je snel!

 

Auteur
Nienke Zoetbrood

Datum:
03 oktober 2014
Categorieën: