Stemmen op 22 mei: Rondreisje verkiezingsprogramma’s

Al snel, op 22 mei, mogen we ons burgervoorrecht weer uitoefenen. Dan kunnen we vreedzaam onze stem uitbrengen op min of meer bekende kandidaten voor het Europees Parlement. Eddie Krooneman en Evert-Jan Brouwer van Woord en Daad vermoeden zomaar dat onder de lezers van Vice Versa het opkomstpercentage hoger zal liggen dan onder de doorsnee bevolking. Zij hebben gekeken naar de programma’s waar de gevestigde politieke partijen de Europese verkiezingen mee ingaan. Wat hebben die te bieden op het gebied van ontwikkelingssamenwerking? En wat zeggen ze over andere onderwerpen die raken aan de belangen van ontwikkelingslanden? Wie wil, kan dit meewegen in zijn of haar stem.

De titels van de verschillende verkiezingsprogramma’s geven de geest weer van waaruit ze geschreven zijn. Enkele programma’s zitten op de terughoudende lijn: één A4-tje zonder titel met punten als ‘Uit de EU, uit de euro’ (PVV); ‘Europa waar nodig’  (VVD). Andere partijen willen juist meer Europa: ‘Europa verdient beter’ (D66), ‘Ons Europa’ (GroenLinks). Weer andere richten zich op effectiviteit: ‘Naar een slagvaardig Europa’ (CDA), ‘Voor een Europa dat werkt’ (PvdA). ChristenUnie en SGP proberen een middenweg te bewandelen: ‘Samenwerking JA, superstaat NEE’.

Wie wil weten wat de programma’s betekenen voor ontwikkelingslanden, moet naar twee dingen kijken. Ten eerste naar wat de partijen de facto te bieden hebben op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Ten tweede in hoeverre ze op andere terreinen een beleid voorstellen dat de belangen van ontwikkelingslanden niet schaadt maar ten goede komt. Met een deftig woord: beleidscoherentie voor ontwikkeling. Denk aan handelsverdragen tussen de EU en ontwikkelingslanden: bieden die kansen aan arme landen, of ontnemen ze hen juist die kansen? Voor de (in)coherentie van de verkiezingsprogramma’s kan men trouwens ook  terecht bij de FairKiezingswijzer.

Voor nu beperken we ons tot ontwikkelingssamenwerking zélf en tot één aspect van beleidscoherentie, namelijk handel met ontwikkelingslanden.

Ontwikkelingssamenwerking

De PVV zwijgt over Europese ontwikkelingssamenwerking. Vreemd. Je zoekt als partij toch profileringspuntjes in de campagne. Gemiste kans van het campagneteam, als dat er tenminste nog zit. De VVD heeft een paragraaf die lijkt op het nationale programma: verschuiving van hulp naar handel; minder geven, meer lenen; hulp koppelen aan voorwaarden voor goed bestuur. Over bezuinigingen geen woord. Had ook geen zin gehad trouwens, want de EU-begroting voor de komende jaren ligt vast. En die is voor ontwikkelingssamenwerking gelukkig stevig!

ChristenUnie en SGP benadrukken dat ontwikkelingssamenwerking vooral een nationale taak is. Toch zien ze ook een taak voor de EU om hulp van de lidstaten te coördineren en grote programma’s te financieren op het gebied van infrastructuur, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. Shared competence pur sang. Alles bijeen een ambitieus verhaal. Het CDA zegt in een globaal paragraafje dat de EU zich stevig moet inzetten voor een krachtig vervolg op de Millenniumdoelen, met veel aandacht voor duurzaamheid. De private sector en het maatschappelijk middenveld moeten meer betrokken worden bij ontwikkelingssamenwerking.

D66 is trots op de EU-ontwikkelingshulp: een stevig budget, inzet op gezamenlijke programma’s en investeringen, dat is de toon. Wel voegen ze eraan toe: “Belangrijker nog dan het geven van hulp is het bieden van eerlijke kansen op handel”.

De PvdA heeft, evenals ChristenUnie-SGP, een meer uitgewerkte paragraaf. Het mooie aan de paragraaf van de PvdA is dat armoedebestrijding en beleidscoherentie al in de eerste zin met elkaar verbonden worden: hulp is niet effectief als er niet gelijktijdig ingezet wordt op eerlijke handel, vrede en duurzaamheid. De partij doet daar ook voorstellen voor, zoals ruimte bieden aan ontwikkelingslanden om hun markt tijdelijk af te schermen als ze nog niet klaar zijn voor concurrentie.

Interessant is de SP. Deze pleit ervoor dat Nederland zijn leidende positie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking herneemt. Maar dan wel met als uitgangspunt: ontwikkelingssamenwerking is een zaak van de lidstaten. Alleen Europees optreden waar dat meerwaarde heeft. Voor de rest doet de SP geen enkel concreet voorstel op dit terrein. Alle voorstellen die gedaan worden, liggen op het vlak van internationale handel. De SP kijkt dus sterk door een coherentiebril naar ontwikkelingslanden.

Verreweg de meest uitgebreide en ambitieuze paragraaf komt van GroenLinks: een hele lijst met punten, die niet in één enkele zin samen te vatten is. Een kanttekening onzerzijds: wie het onderste uit de kan wil, riskeert het deksel op zijn neus.

Internationale handel en ontwikkeling

Welke visie hebben de partijen op handel van Europa met ontwikkelingslanden? De PVV wil uit de EU, om handelsverdragen te kunnen sluiten met ‘de rest van de wereld’. Dus ook met ontwikkelingslanden. Toch een ongedacht aanknopingspunt? Hoe die verdragen eruit zouden moeten zien, zegt de partij niet. Logisch, als je je droom tegen Europa op één A4-tje kwijt kunt.

De VVD heeft een opmerkelijk positieve passage in het programma. Lokale ondernemers in ontwikkelingslanden moeten kansen krijgen een bestaan op te bouwen en banen te scheppen. Daartoe moeten ze toegang krijgen tot een half miljard potentiële Europese klanten. Europese handelsbelemmeringen moeten voor deze landen worden weggenomen. Ongeclausuleerd! Ja, wij laten ons graag verrassen door de VVD. Maar we zouden dan wel graag een stevige inzet van de VVD zien om ‘aid for trade’ goed in te zetten, zodat ontwikkelingslanden steeds meer voorbereid raken op internationale handel. In plaats van herhaalde dreigementen om hulp af te pakken als die landen niet rap, rap de Economic Partnership Agreements (EPA’s) tekenen vóór de door de EU eenzijdig gedicteerde deadline.

De PvdA heeft oog voor zowel de kansen als de bedreigingen van handel. “Verdragen moeten flexibel kunnen worden ingevuld,” zo horen we Paul Tang zeggen, “zodat bijvoorbeeld bepaalde producten buiten het verdrag kunnen vallen en ontwikkelingslanden meer tijd krijgen om hervormingen door te voeren.” Daar noemt hij wel iets. Want vrijhandel met een land als Burkina Faso zou er zomaar toe kunnen leiden dat de melksector waarvan vele Fulani vrouwen afhankelijk zijn van de kaart wordt geveegd, terwijl die sector al veel te verduren heeft gehad vanwege import van Europese melkpoeder. Een rapport uit 2008 laat zien dat de landbouwsector van Burkina Faso harde klappen zal krijgen van de EPA met de EU. Wel zo prettig dus als Burkina Faso de mogelijkheid heeft bepaalde kwetsbare landbouwproducten te beschermen.

De SP heeft traditiegetrouw oog voor de duistere kant van handel. Ze streeft ernaar dat de EU vanaf 22 mei stopt met pogingen om tariefvrije toegang tot ontwikkelingslanden te krijgen. Oneerlijke handelsverdragen tussen de EU en ontwikkelingslanden moeten worden teruggedraaid en niet met het mes op de keel worden afgedwongen. Wij weten niet of de SP op dit punt een zege zal kunnen tonen aan haar electoraat in aanloop naar de Europese verkiezingen in 2019.

Dat handel wel degelijk kansen biedt, blijkt uit het verkiezingsprogramma van GroenLinks. Die partij wil dat de EU export van bewerkte producten naar Europa gemakkelijker maakt voor ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld door producteisen bij te stellen. Nobel staaltje denken vanuit het belang van ontwikkelingslanden. ChristenUnie-SGP doet hier zelfs nog een schepje bovenop door asymmetrische handelsovereenkomsten te verwelkomen. “Ontwikkelingslanden moeten de mogelijkheid krijgen om hun markten minder vergaand en minder snel te openen dan omgekeerd voor hun producten op de Europese markt zal gelden.” Bovendien “moet de EU technische bijstand geven aan ontwikkelingslanden zodat zij de markttoegang optimaal kunnen benutten.” De ander in staat stellen zijn belangen, die tegen de Europese belangen ingaan, te verzilveren. We horen PVV-lijsttrekker Graaff, vazal van Wilders, kreunen: “Buiten de EU is Nederland weer in staat om de economische en monetaire politiek af te stemmen op onze eigen noden…

Als het om handel voor ontwikkeling gaat, is CDA de grijze muis. De Christendemocraten willen open internationale handel met andere landen en regio’s in de wereld bevorderen. Verder moet Europa sneller en beter ingrijpen bij oneerlijke concurrentie, want bedrijven zijn de dupe van profiteurs en Europese burgers verliezen door valse concurrentie hun baan. Wij weten niet goed of we begrijpen waar ze precies op doelen.

D66 ten slotte, ziet in handel een eerlijk geproduceerde wortel om de hele wereld ‘gewenst gedrag’ te laten vertonen. Europa moet handelsverdragen gebruiken om het gewenste gedrag te bevorderen. Handel is voor D66 desnoods de stok die Europa kan inzetten om positieve veranderingen in andere landen aan te jagen. Doet ons denken aan het Koopman of Dominee verhaal.

Belangco stemmen kan niet

De rondreis door de boeiende wereld van verkiezingsprogramma’s levert een bonte verzameling aan verhalen op. De teksten maken glashelder in hoeverre internationale gerechtigheid, solidariteit en naastenliefde een rol spelen in de opstelling van al die partijen.

Ze laten ook zien dat de kiezer niet alleen stemt over de belangen van Nederland in Europa, maar ook over die van Europa in de rest van de wereld. En over de belangen van de rest van de wereld ten opzichte van Europa. Soms strijden die belangen, soms liggen ze in elkaars verlengde. Soms lijkt het handig om voor de korte termijn voor je eigen belang te gaan, maar kan zich dat op de langere termijn tegen je keren. Waar het om gaat is of partijen die belangen inzichtelijk maken en tot een goede afweging ervan komen. Dat helpt de kiezer.

Eén ding is duidelijk: op 22 mei belangco stemmen kan niet.

Auteur
Evert-Jan Brouwer

Datum:
08 mei 2014
Categorieën: