Water en vuur in Zuid-Soedan

Zuid-Soedan, het Afrikaanse land dat nog maar drie jaar bestaat, is sinds half december in een politiek en etnisch conflict verwikkeld. Net voordat het geweld losbarstte aanvaardde Vera  Hendriks een opdracht om drie maanden in Juba te komen werken. Moet je dan wel of niet gaan? Na flink wat uitstel stapte ze in februari toch maar op het vliegtuig. En moet ze na een maand alweer naar huis….

Zware regenbuien vallen op het golfplaten dak van mijn hotel in Juba. Het is een oorverdovend lawaai. Door het raam zie ik mensen rennen naar een schuilplaats. Het regenseizoen is vroeg begonnen dit jaar. Hoewel, als ik mijn collega’s moet geloven, is dit pas een voorbode.

De oorlog in Zuid-Soedan is al een tijdje uit het Nederlandse nieuws. Vast omdat er dringender, ernstiger conflicten zijn, zoals in Syrië, Oekraïne en de Centraal Afrikaanse Republiek. Ik ben erheen gegaan ondanks het negatief reisadvies van Buitenlandse Zaken. De oorlog vindt plaats ergens in het noorden, in Upper Nile State waar de olie is. Malakal, de hoofdstad van die regio, ligt onder vuur. Maar in Juba is het rustig, zo zeggen onze partners.

Schijnveiligheid

Toch heerst hier een schijnveiligheid. Binnen de stad liggen meerdere militaire barakken, waar soldaten verblijven met tonnen aan wapens en munitie. De Verenigde Naties-troepen houden ze scherp in de gaten, maar mocht ook maar iemand beginnen met schieten, dan kan de situatie snel uit de hand lopen. Net als afgelopen december, toen een couppoging mensen dagenlang onder hun bed deed schuilen.

De Zuid-Soedanese soldaten, vaak nog minderjarig, hebben nauwelijks een opleiding gehad. Vechten is wat ze kennen uit de vele jaren oorlog waarin ze zijn opgegroeid. Ze zijn regelmatig dronken, hun discipline is niet erg groot en iemand doden drukt niet heel zwaar op hun geweten. Jongens om uit te weg te gaan.

Verder zijn er vluchtelingenkampen, op maar een paar kilometer van hier. Volgens de media blijven veel Nuer liever in de kampen dan naar huis terug te keren, zelfs als ze vlakbij wonen. Ze zijn bang te worden vermoord door hun Dinka-buren. Hoewel het conflict in feite politiek gemotiveerd is, zijn spanningen tussen de verschillende etnische groepen groter geworden. Het ideaal van één Zuid-Soedan met één volk, dat drie jaar geleden zoveel mensen hoop gaf, lijkt nu alweer met de regen weg te wassen.

Vorige week woensdag sloeg opeens de vlam in de pan. In de barakken begonnen soldaten te schieten. De overheid had namelijk een nieuwe regel ingesteld: alle ambtenaren moeten hun salaris persoonlijk komen incasseren, om zo te controleren dat het geld niet gaat naar ‘spookpersoneel ‘. Sommige soldaten die geld wilden incasseren voor familie in het buitenland of de kampen kregen nul op het rekest. Toen schoten ze de uitbetalers maar dood. De gevechten gingen een dag lang door, tot diep in de nacht toen de daders werden gearresteerd. Juba hield haar adem in – maar gelukkig bleef het schieten beperkt tot de door de VN afgezette delen van de stad. Naar schatting zijn er op zijn minst 30 doden gevallen.

Niet prettig

Ik voel me niet prettig hier. Ik kijk uit naar aankomende donderdag, als ik weer naar huis mag vliegen. Het aanbod om langer te blijven, sla ik liever af. Ook mijn collega’s zijn bang. Ze voorvoelen dat er iets ergs staat te gebeuren. “Ergens in de komende één à twee maanden gaat het mis,” zegt Sophia, onze disability mainstreaming adviseur. “Vanuit het buitenland wordt er druk op president Salva Kiir gezet om af te treden. Maar dat zal hij nooit doen.”

“De mensen hier willen dat Kiir blijft,” zegt Mehari, die het trachoomproject onder zijn hoede heeft. “Hun woede richt zich nu tegen buitenlandse inmenging. De VN kwam hier om het conflict in te perken, maar maakt het eigenlijk alleen maar erger. Wist je dat ze wapens naar Bentiu smokkelen onder het mom van voedselhulp?” Het incident waar hij op doelt is de onderschepping van een VN-konvooitruck die vol was geladen met munitie en landmijnen. De truck was bedoeld voor Ghanese VN-troepen in het noorden, maar in de straten van Juba wordt gedemonstreerd omdat mensen geloven dat de VN in het geheim de rebellen bevoorraadt. President Kiir gebruikt het incident handig om de buitenlanders in diskrediet te brengen en daarmee zijn eigen positie veilig te stellen.

Vastberaden doorwerken

Wij werken intussen vastberaden door. Ons team is bezig met het opstellen van een beleid voor inclusief onderwijs, samen met het Ministerie. Een beleid dat ervoor zal zorgen dat kinderen met een handicap gewoon naar school kunnen in hun eigen omgeving. Iedereen is enthousiast over de vooruitgang die we maken. Toch vraag ik me af of we niet de huid verkopen voordat de beer geschoten is. Hoewel onderwijs cruciaal is voor het ontwikkelen van een land als Zuid-Soedan – wat heeft het voor zin als er binnenkort weer oorlog uitbreekt?

Eigenlijk hoop ik dat het straks nog veel harder gaat regenen. Zolang het regent, kunnen de soldaten in elk geval niet schieten. En over ondergelopen straten kun je niet met tanks rijden. De aandacht moet uitgaan naar voedselhulp en nood in vluchtelingenkampen, niet naar geweld en politiek. We willen werken om dit land op te bouwen, niet om het te gronde te zien gaan.

Op een gegeven moment is het enige wat je nog kan doen afwachten. En bidden, als je daarin gelooft. En doen alsof er niets aan de hand is. Want het leven gaat door. Ik heb diep respect voor de mensen die hier blijven, en doorwerken, en optimistisch blijven ondanks alle onzekerheid.

Laat de regen alsjeblieft de brand blussen.

Light for the World is een ngo die zich inzet voor inclusie van mensen met een handicap in ontwikkelingslanden. In samenwerking met het Zuid-Soedanese Ministerie van Onderwijs, NORAD en Stromme Foundation werkt Light for the World in een eenjarig programma aan het opstellen van een nationaal beleid voor een inclusief onderwijssysteem, en aanpassing van het curriculum voor lerarenopleidingen. Ik ben erbij betrokken als onderzoeksassistent en bracht daarvoor een kleine maand in Zuid-Soedan door.

Bronnen

Auteur
Vera Hendriks

Datum:
25 maart 2014