Cordaid maakt vaart met open data

Het openbaar maken van projectinformatie biedt een mogelijkheid om het weinige geld dat voor ontwikkelingssamenwerking beschikbaar is zo effectief mogelijk te besteden. Dit benadrukte Marion Derckx, hoofd afdeling maatschappelijke organisaties van het ministerie van Buitenlandse Zaken, donderdag op het Cordaid Opening Up-evenement. Tijdens deze bijeenkomst gaf Cordaid uitleg over het openbaar maken van haar data en de voordelen hiervan voor de hele sector.        

‘Vanaf vandaag spreken we niet meer over transparantie. Openheid, dat is nu het sleutelwoord. Het klinkt niet alleen mooier, maar het is ook precies waar de wereld om vraagt. Het is dan ook de hoogste tijd dat iedereen een uitnodigende opstelling aanneemt, zodat we allemaal van elkaars werk kunnen leren.’ Aan het woord is Simone Filippini, directeur van Cordaid. Haar toehoorders zijn tientallen vertegenwoordigers van ontwikkelingsorganisaties, it’ers en journalisten. Hen wordt duidelijk gemaakt op welke manier de ontwikkelingssamenwerkingssector veel efficiënter kan samenwerken, via open data management.

Cordaid heeft al haar projectdata online gezet en wil andere betrokkenen in de sector ertoe bewegen hetzelfde te doen. Het grote aantal ngo’s, donoren, overheden en bedrijven dat actief is binnen het ontwikkelingsveld zorgt samen voor een schat aan bruikbare informatie over projecten en werkgebieden. Maar nog te vaak wordt deze informatie in verschillende (onoverzichtelijke) databases opgeslagen. Een gemiste kans voor de sector om makkelijker inzicht in elkaars werk te krijgen en hiervan te leren. Volgens Cordaid kan en moet er op dit gebied een hoop verbetert worden. De tool die daarbij kan helpen? Het International Aid Transparancy Initiative, kortweg IATI. Door middel van het IATI, dat is ontstaan tijdens de derde conferentie over hulpeffectiviteit in Accra in 2008, maken donoren hun data op dezelfde manier openbaar, waardoor deze gemakkelijk met elkaar vergeleken kunnen worden.

Het gebruik van IATI moet inzicht bieden in gedetailleerde informatie over ontwikkelingsprojecten en kan door alle betrokkenen in de sector worden gebruikt. Waar heeft een project plaats, wat is het doel, wat is de duur van het project, hoeveel geld is ermee gemoeid, wie zijn de ontvangende partijen en wat heeft het tot nu toe opgeleverd? Sinds de lancering van IATI hebben 214 organisaties de gelegenheid aangegrepen om deze en andere details openbaar te maken. Tot op heden zijn er wereldwijd 3.111 datasets gepubliceerd, waarin informatie is verstrekt over ruim 427.000 projecten.

SPARK ging als eerste Nederlandse organisatie overstag en gebruikt de IATI-standaarden al sinds 2010. Kort daarna besloot ook Hivos haar data openbaar te maken via IATI. Ook Akvo, het Medisch Comité Nederland-Vietnam en het ministerie van Buitenlandse Zaken maken gebruik van IATI.

Cijfers en verhalen

Twee jaar geleden begon Cordaid af te tasten welke voordelen het openbaar maken van projectinformatie voor haar zou hebben. Na het overwinnen van enkele computerbugs, is het grootste deel van haar projectinformatie al ruim een jaar online terug te vinden. Sinds december maakt de ngo informatie over haar projecten openbaar volgens de IATI-standaarden.

In Cordaids geval krijgt iedereen met een paar simpele muisklikken inzicht in de stand van zaken van 738 verschillende projecten waarbij het betrokken is. Elk kwartaal zorgt de organisatie ervoor dat de informatie wordt geüpdatet. Hierbij beperkt Cordaid zich niet tot het openbaar maken van slechts wat droge cijfers. Verhalen en foto’s op de website moeten er toe bijdragen dat de werkzaamheden voor nieuwsgierigen minder abstract worden en als het ware tot leven komen.

Niet bedoeld om monden te snoeren

IATI lijkt de tool bij uitstek om cynici en tegenstanders van ontwikkelingssamenwerking de mond te snoeren, zou je denken. Maar de Cordaid-top trekt zich van hen niets aan. Natuurlijk is het mooi meegenomen, maar bovenal is het de bedoeling dat andere organisaties en beleidsbepalers de voordelen inzien van het openbaar maken van informatie. ‘Open data biedt een prachtig overzicht van lopende projecten. Het stelt betrokkenen in staat om data te vergelijken, daar lering uit te trekken en nieuwe, efficiëntere strategieën uit te zetten’, benadrukt Filippini.

Om de aanwezigen hiervan te overtuigen kunnen zij deelnemen aan speciale workshops die verschillende voordelen van open data onderstrepen. Zo biedt een van de workshops inzicht in Cordaids activiteiten in DR Congo en wordt in een andere verduidelijkt hoe open data journalisten in staat kan stellen om betere verhalen te vertellen over – in dit geval – het aantal ontwikkelingsprojecten waarbij Cordaid betrokken is in de Afghaanse provincie Uruzgan. Zo werd duidelijk dat door Cordaids hulp The Afghan Health and Development Services (AHDS) 23 medische klinieken heeft gebouwd en het ziekenhuis in Tarin Kowt is opgeknapt, waardoor de medische zorg voor 420.000 mensen in Uruzgan is verbeterd.

Leuke en leerzame sessies, daar is iedereen het over eens. Mede daarom betreurt Filippini het dat er zo weinig beleidsbepalers de moeite hebben genomen om de korte afstand van het ministerie naar het kantoor van Cordaid af te leggen. Hierdoor wordt er extra hoop gevestigd op Marion Derckx, die als laatste het woord neemt en zegt onder de indruk te zijn van Cordaids werk, waarmee het zich volgens haar een pionier binnen de Nederlandse sector toont. ‘Als alle spelers in de sector IATI omarmen, dan hebben we over een tijdje geen ander systeem meer nodig en dat zorgt uiteindelijk voor betere projectresultaten’, benadrukt Derckx, nadat zij de eerder genoemde voordelen van IATI nog eens heeft opgesomd. ‘Juist in deze tijden, waarin de sector weinig kan uitgeven, biedt IATI de kans om het beperkte budget zo effectief mogelijk uit te besteden. Hopelijk is dat vanmiddag voor iedereen duidelijk geworden.’