
Armoede in Nederland is een realiteit
Gisteren presenteerde Cordaid haar plannen om in de toekomst meer aandacht te besteden aan armoedebestrijding in Nederland. Deze aankondiging heeft veel stof doen opwaaien zowel in de sector, als in politiek Den Haag. Paul van den Berg, politiek adviseur van Cordaid, zette de argumenten op een rij en analyseerde de discussie.
De berichtgeving van gisteren in de Volkskrant over de plannen van Cordaid om nieuwe lokale sociale initiatieven te gaan ondersteunen, heeft de gemoederen in opiniërend Nederland flink in beweging gebracht. Het bericht in de Volkskrant was duidelijk, maar al snel was de interpretatie dat Cordaid nu ook in Nederland aan ontwikkelingshulp ging doen. De onderliggende discussie was natuurlijk of er in Nederland een armoedeprobleem is en zo ja, wat doen we daaraan?
Steun
Steun was er aan de uiterste linkerzijde van het politieke spectrum. SP Tweede kamerleden Paul Ulenbelt en Sadet Karbulut stuurden er enkele tweets over uit. Karabulut twitterde: ‘Dat het zover moet komen. Cordaid gaat groeiende armoede in Nederland bestrijden’. Staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma liet in de loop van de dag via de NOS weten blij te zijn met de initiatieven van Cordaid: ‘Ik ben gewoon blij met alle private en vrijwillige initiatieven die erop gericht zijn mensen die in de sores zitten te helpen’, stelde ze. Dat greep Ulenbelt vervolgens aan om via Twitter een sneer uit te delen aan de staatssecretaris: ‘Cordaid ziet NL als ontwikkelingsland. Dat snap ik. Dat Klijnsma daar blij mee is snap ik niet. Doe zelf wat Jetta!’. Ondanks de steun van de SP en Klijnsma, reageerden de meeste linkse politici klassiek: armoedebestrijding is een overheidstaak en niet een zaak van het particuliere initiatief.
Onduidelijkheid
Blijkbaar was er bij de PvdA geen afstemming geweest over wat ze zouden moeten vinden van de plannen van Cordaid. In de ochtend had ontwikkelingswoordvoerder Marit Maij namelijk al met enige scepsis gereageerd op radio 1. Net als haar collega’s Bram van Ojik (GroenLinks) en Agnes Mulder (CDA) vroegen ze zich af of de werkzaamheden in Nederland niet ten koste zouden gaan van de armoedebestrijding door Cordaid in de rest van de wereld, wat immers de core business van Cordaid is. Van Ojik gaf aan ervan uit te gaan dat niet de overheidsfinanciering van Cordaid vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken gebruikt zou worden om aan de slag te gaan in Arnhem/Nijmegen Breda en Den Haag.
Deze onduidelijkheid bleef de hele dag bestaan. Veel twitterende politici en andere opiniemakers leken te denken dat Cordaid overheidssubsidie – bedoeld voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden – zou gaan gebruiken voor steun aan armen in eigen land. Geen van allen nam blijkbaar de moeite om het bericht op de site van Cordaid en onze tweets te lezen waar het helder in staat: Cordaid Bond Zonder Naam beschikt over eigen middelen (via donateurs) die het mogelijk maken te werken aan
armoedebestrijding in Nederland. Dat is ook geen nieuwe tak van sport, maar dat doet Cordaid Bond Zonder Naam al 75 jaar. Al jaren combineren we armoedebestrijding in Nederland met armoedebestrijding in de meest fragiele gebieden ter wereld.
Taak van de overheid
Interessant was de reactie van de VVD en de werkgeversorganisaties. Ontwikkelingswoordvoerder Ingrid de Caluwé twitterde: ‘Ontwikkelingshulp in eigen land. Gaat Cordaid nu ondernemers helpen die het niet redden ten koste van ondernemers die het nu nét wel redden?’. Dat argument werd later op de dag overgenomen door woordvoerders van VNO-NCW en MKB-NL: ‘Er is een risico dat Cordaid-projecten oneerlijke concurrentie opleveren voor kleine bedrijven, die het op eigen kracht moeten doen’. Ze vergaten voor het gemak maar even dat ze in het kader van het Dutch Grood Growth Fund hard hadden gelobbyd voor overheidssteun aan Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden. Dat zou je toch ook een vorm van oneerlijke concurrentie kunnen noemen, nietwaar? Maar belangrijker nog is de
schijnbare angst voor sociaal ondernemerschap, want daar gaat het allemaal over. Kunnen initiatieven van sociale ondernemers niet rekenen op steun van de werkgeversorganisaties?
In de loop van de dag verlegde De Caluwé haar argumentatie. Nu werd haar belangrijkste bezwaar dat een schoenmaker zich bij zijn leest zou moeten houden. Cordaid was volgens haar op aard om armoede te verlichten in Congo. De Nederlandse overheid en gespecialiseerde organisaties hadden die rol in Nederland. Oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas nam dat argument over: ‘Al met al vind ik het een slecht plan van #cordaid om armen in #Nederland te helpen. Schoenmaker hou je bij je leest. Nederland is geen #Congo’.
Juist dit argument ‘Het is de taak van de Nederlandse overheid / gemeenten om armoede in Nederland aan te pakken’ leidde tot de meeste discussie op twitter. Veel twitteraars gebruikten dit om Cordaid een compliment te geven. De overheid blijft volgens hen flink in gebreke op dit gebied en gespecialiseerde instanties kunnen de vraag niet aan of leggen de lat te hoog voor mensen om een beroep te kunnen doen op steun. Politiek interessant is dat vooral de VVD – toch een partij die normaal gesproken pleit voor een kleinere overheid – de rol van de overheid sterk aanzette als argument om kritiek te uiten op het initiatief van Cordaid.
Mirjam Pool, auteur van het boek Alle dagen schuld. Praktijkverhalen over armoede (2007) stelde op volkskrant.nl: ‘Ik vind de aanpak van armoede in Nederland redelijk eenzijdig. Gemeenten zijn hoofdverantwoordelijk maar beperken zich met hun beleid meestal tot het aanvullen van het lage inkomen. We kunnen best wat leren van het credo in ontwikkelingshulp: geef ze geen vis maar een hengel. Dat is Cordaid van plan, in samenwerking met lokale initiatieven’.
Relatieve armoede
Gisteren werd ook het begrip ‘relatieve armoede’ veel gebruikt. Onder andere in het 8 uur journaal door de interviewer. Mag je wel spreken over armoede in Nederland? Iemand die voor minder dan een euro per dag moet rondkomen in Afrika, mag je toch nooit vergelijken met een ‘arme’ in Nederland? Hoe haalt Cordaid het in zijn hoofd om ervaringen opgedaan in Congo en Afghanistan in Nederland toe te passen? Ook hier kwam opvallend veel steun vanuit de samenleving op twitter en in de reacties op de website. Cordaid doorbrak een taboe door het over armoede in Nederland te hebben, en dat was volgens velen hard nodig. Natuurlijk, Nederland is geen ontwikkelingsland, maar waarom zou je niet bepaalde lessen gebruiken die geleerd zijn in landen waar armoede een dagelijkse realiteit is voor een groot deel van de bevolking?
Veel vragen zijn ons gesteld over het door ons gehanteerde percentage van 10% van de Nederlanders die in 2013 in armoede leven. Klopt dat wel? Volgens de cijfers van het CPB blijkt het iets lager te liggen. Zij schatten in dat in 2013 9,4% van de huishoudens onder de ‘lage-inkomensgrens leven. Dat betekent naar schatting 656.000 huishoudens. In 2013 komen er volgens het CPB weer 40.000 huishoudens bij
met kans op armoede. Dat vinden wij veel en daar is waar het Cordaid uiteindelijk om gaat.
Kloof tussen politiek en samenleving?
Zo bleef de aankondiging van de nieuwe plannen van Cordaid in Nederland de gemoederen flink bezig houden. Ook vandaag gaat de discussie verder. De meningen lopen sterk uiteen. Wat geconstateerd kan worden, is dat politiek Den Haag veel vraagtekens plaatst bij de plannen van Cordaid, maar dat de steun uit de samenleving overweldigend is. Armoede in Nederland bestaat. Daar mogen politici nog lang over debatteren maar ondertussen gaan wij door met het steunen van burgers die daar wat aan willen doen. Politici, opiniemakers en vanochtend de factchecker van NRC Next storten zich op het precieze cijfer van de armoede in Nederland. Ze storten zich op de
beleidsvraag of de overheid, de gemeenten verantwoordelijk zijn. Ze storten zich op de vraag wat Cordaid in Nederland heeft te zoeken met armoedebestrijding. Uit alle macht vlucht iedereen weg in technocratisch geneuzel. In dit vluchtgedrag ligt de werkelijke reden besloten waarom een organisatie als Cordaid óók in Nederland armoede bestrijdt. Mensen in de problemen waar ook ter wereld zijn ons morele ijkpunt, niet de precieze cijfers van CPB of SCP.