Antwoord aan minister Ploumen

Op 2 juli jl. deed Minister Ploumen via haar Facebookpagina het verzoek voor input voor haar aanstaande brief over samenwerking met maatschappelijke organisaties en burgerbewegingen. Hierbij een korte reactie van Adriaan Kauffmann en Maarten Kuijpers uit PI Wijzer.

Betreft: Burgerinitiatieven op de kaart

Geachte minister Ploumen,

Bij deze onze ideeën voor uw beleidsbrief op het gebied van burgerinitiatieven.

Burgerinitiatieven

De beleidsbrief begint wat ons betreft met een omschrijving hoe de overheid burgerbewegingen beschouwt. We hanteren in dit artikel de term ‘burgerinitiatief’, een algemene term voor wat in de ontwikkelingssamenwerking het, kleinschalig, particuliere initiatief wordt genoemd. Een eerste kenmerk van het burgerinitiatief is dat het er veel in aantal zijn. Hoeveel precies is al jaren voer voor speculatie, maar we kunnen gerust stellen dat er duizenden organisaties zijn en tienduizenden burgers die op deze manier actief betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking.

Een tweede aspect is het clichébeeld van een aantal blanken boven de 50 jaar die ergens in Afrika een muur van een basisschool verven. Dit komt weliswaar voor, maar het dekt niet de lading van wat er door burgerinitiatieven wordt ondernomen. De diversiteit onder actieve wereldburgers is zeer groot. Aan de ene kant werken grote vrijwilligersorganisaties met een budget van enkele miljoenen in meerdere ontwikkelingslanden, terwijl aan de andere kant mensen beurzen verstrekt aan een student uit een ontwikkelingsland. Er zijn jongeren die vrijwilligerswerk verrichten, migranten die hulp leveren aan hun landen van herkomst en gepensioneerden die hun jarenlange kennis van zaken inzetten in ontwikkelingslanden voor een project of sociale onderneming. Net zo divers is de motivatie waarom mensen op een vrijwillige manier betrokken zijn bij deze veelvormige armoedebestrijding. De voldoening zit in elk geval niet in een salaris, maar juist in de contacten die ze onderhouden, de activiteiten die ze uitvoeren en de resultaten die ze beogen.

Burgerinitiatieven zijn overal

Wij hanteren een brede definitie van burgerinitiatieven en dan zijn ze werkelijk overal in de ontwikkelingssamenwerking te vinden. Maar, burgerinitiatieven binnen de ontwikkelingssamenwerking zijn geen uniek fenomeen. Ook in andere sectoren in Nederland zijn zogeheten burgerinitiatieven in toenemende mate aanwezig, zeker nu de overheid steeds meer (deel)taken aan de samenleving overlaat. Daarmee komt de overheid in verschillende sectoren in aanraking met eenzelfde ontwikkeling.

Voor uw ministerie houdt NCDO zich bezig met actief burgerschap op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Maar, bijvoorbeeld een Agentschap Burgerschap zou zich kunnen richten op de beleidsuitvoer van actief burgerschap in meerdere sectoren tegelijkertijd, voor de verschillende ministeries die met actief burgerschap te maken hebben. Dat is niet alleen efficiënt en effectief, maar ook coherent.

Burgerinitiatieven zijn overal in Europa

Meer verbinding is ook gewenst naar andere Europese landen om te ontdekken op welke manier andere Europese landen omgaan met burgerbewegingen. Zoals bij veel andere maatschappelijke onderwerpen is ook hier de verwachting dat het nuttig is om bij onze Europese vrienden te leren over hoe zij omgaan met burgerinitiatieven in ontwikkelingssamenwerking. Begin 2014 wordt een Europese conferentie hierover georganiseerd, daar kan u een uitnodiging van verwachten.

Beeldvorming ontwikkelingssamenwerking

De ontwikkelingssamenwerkingsector kampt al jaren met het probleem van dalend vertrouwen van burgers over nut en noodzaak van ontwikkelingshulp en ook binnen de sector is men kritisch. De gemiddelde Nederlander wil zelfs bezuinigingen op uw ministerie. U kampt met de gevolgen van dit imagoprobleem. Burgerinitiatieven hebben nauwelijks last van die toegenomen scepsis en blijven populair onder Nederlanders door de concrete hulp die zij bieden en de resultaten die zij daarin laten zien. De complexe programma’s van veel grote ontwikkelingsorganisaties zijn nauwelijks helder uit te leggen aan leken.

Zo sterk als de steun is van de Nederlandse bevolking voor burgerinitiatieven, zo zwak is deze vanuit de overheid. Uw ministerie zou juist de inzet en het werk van maatschappelijke initiatieven breeduit moeten erkennen om te tonen dat óók dit ontwikkelingssamenwerking is. Die erkenning houdt ons inziens ook in dat burgerinitiatieven ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en om inspraak te hebben. Bijvoorbeeld bij het opstellen van de komende beleidsbrief. Hiermee wordt ook een werkelijke verbinding gelegd tussen de verschillende ‘pijlers’ binnen de ontwikkelingssamenwerking.

Het feit dat duizenden projecten op het gebied van onder meer onderwijs, gezondheidszorg, drinkwater en sanitatie, gesteund door tienduizenden burgers (veruit de belangrijkste financieringsbron van maatschappelijke initiatieven), de afgelopen jaren zijn gerealiseerd en daarbij de impact die dat heeft op het behalen van de Millenniumdoelen, waar ook Nederland zich voor inzet, is reden genoeg voor de overheid om zich in te spannen voor burgerinitiatieven.

Klein wensenlijstje

Dan rest ons nog een klein wensenlijstje van concrete maatregelen om het maatschappelijke initiatieven gemakkelijker te maken. Ondanks dat zij overwegend eigenzinnig en eigengereid te werk gaan, zijn burgerinitiatieven kwetsbaar en kan een overheid bijdragen aan een ‘veilige’ omgeving waarin zij zich kunnen ontplooien.

Kennisuitwisseling en begeleiding zijn essentieel voor een burgerinitiatief. Projectplannen ontstaan spontaan en in eerste instantie gaat iedereen zijn of haar eigen gang. Het is dan waardevol om terug te kunnen vallen op een gemeenschap zoals op www.MyWorld.nl waar collega wereldburgers ideeën, kennis, ervaringen en contacten delen. Erkenning van de waarde van burgerinitiatieven kan helpen om ook ‘professionele’ ontwikkelingswerkers aan te laten sluiten. Want er zijn vraagstukken die zowel spelen bij grote ontwikkelingsorganisaties als bij burgerinitiatieven. Werknemers van grote ontwikkelingsorganisaties kunnen hun kennis delen met actieve wereldburgers zoals een automonteur die in zijn vrije tijd zijn kennis deelt op een forum over oldtimers.

Een andere vorm van kennisuitwisseling zou door de ambassades kunnen worden opgepakt, zij kunnen initiatieven adviseren in het projectland zoals de Nederlandse ambassade in Kenia heeft gedaan met een factsheet. Voor veel Nederlanders in ontwikkelingslanden met projectplannen is ‘bezint eer gij begint’ een belangrijk principe. Ambassades en consulaten worden in de beginfase, maar ook in de uitvoerfase vaak gecontacteerd door allerlei initiatieven. Iets simpels als een factsheet kan al inzicht geven in hoe ontwikkelingssamenwerking reilt en zeilt in een land en hoe een initiatief zijn weg kan vinden daarin.

Er zijn wellicht nog meer vormen van kennisdeling te bedenken, maar niets gaat boven één op één projectbegeleiding aan burgerinitiatieven zoals PI Wijzer en GreenWish doen en eerder ook de Cossen deden. Wellicht ziet u weer mogelijkheden om initiatieven die het verdienen of nodig hebben begeleiding aan te bieden. Misschien kunnen betaalde medewerkers van ontwikkelingsorganisaties gekoppeld worden aan vrijwilligers van een burgerinitiatief en kunnen fondsen naast geld ook adviesuren doneren? Wij denken graag mee over alternatieve vormen van projectbegeleiding.

Kraamkamer

Een unieke manier om burgerinitiatieven te steunen is het creëren van een kraamkamer van nieuwe initiatieven die het waard zijn om te koesteren, omdat ze op een nieuwe manier of met een nieuwe doelgroep aan de slag gaan. De kraamkamer biedt deze initiatieven een veilige omgeving waarin ze (een aantal jaar) de mogelijkheid krijgen om tot wasdom te komen. Criteria en doelgroepen voor zo’n kraamkamer kunt u zelf bepalen, bijvoorbeeld stichtingen die hun projecten omvormen naar sociale ondernemingen of burgers met innovatieve technische oplossingen voor alledaagse problemen in ontwikkelingslanden.

Dit is opgeteld een samenvatting van een aantal belangrijke punten die wat ons betreft de overheid aangaat in relatie tot het burgerinitiatief. Het is natuurlijk aan u hoe dit uiteindelijk wordt verwerkt. Hoe dan ook, zeker is dat er altijd burgers zullen zijn met uiteenlopende ideeën voor het oplossen van ontwikkelingsvraagstukken.

Met vriendelijke groet,

Adriaan Kauffmann & Maarten Kuijpers

PI Wijzer

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
11 juli 2013
Categorieën: