Meer investeringen nodig voor universele toegang tot energie

1 op de 5 mensen heeft geen toegang tot energie. 2 miljoen mensen sterven jaarlijks aan giftige dampen omdat ze koken op ongezonde kookstellen. Nederland kan bijdragen aan universele energievoorziening, maar meer samenwerking is nodig om daadwerkelijk het verschil te maken. Dat bleek dinsdag tijdens het evenement ‘Empowering Progress’, georganiseerd door SNV, FMO en Philips.

‘Ik studeerde bij kaarslicht. Ik moest 3 kilometer lopen naar het dichtstbijzijnde water omdat er geen elektriciteit was om het water door te pompen. Toen ik minister van handel was zag ik dat ieder bedrijf vijf powercuts in een uur te verduren kreeg’, vertelt de Sierra Leonese Kandeh K. Yumkella tijdens de bijeenkomst ‘Empowering Progress’, waar meer dan 100 professionals op afkwamen. Yumkella is voorzitter van UN-Energy en lid van de UN High Level Group on Sustainable Energy for All en heeft als missie: universele toegang tot moderne energie voor iedereen in 2030.

Niet een gemakkelijk onderwerp binnen de VN, weet Yumkella te vertellen. ‘Het eerste waar je aan denkt bij energie is politiek: olie en gas. Dat is controversieel. Maar energietoegang gaat niet om olie en gas. Dus om aandacht te vragen voor het onderwerp, moeten we met keiharde cijfers komen.’

Die cijfers liegen er niet om. 1,3 miljard mensen heeft geen toegang tot energie. Concreet betekent dat dat ze verstoken zijn van licht in het donker, moeilijk toegang hebben tot water, sanitatie en gezondheidszorg. Daarnaast koken er nog eens 2,6 miljard mensen op ongezonde biomassa ovens. Een ‘silent killer’: maar liefst 2 miljoen vrouwen per jaar sterven vanwege vervuiling in de lucht – dat is meer dan de doden van malaria en aids gecombineerd. 95 % van de mensen die geen toegang hebben tot energie en gezonde kookfaciliteiten wonen in Azië en Sub Sahara Afrika, zo blijkt uit cijfers van de International Energy Agency (IEA).

Terwijl toegang tot energie niet in de Millenniumdoelstellingen stond, is het kwartje inmiddels bij de VN geland en wordt er panel na panel opgericht. 2012 was zelfs het jaar van Sustainable Energy for All. Volgens Yumkella, die net terug komt van het World Energy Forum in Davos, groeit de aandacht voor het onderwerp.

Hydropower

1,3 miljard mensen méér die energie verbruiken lijkt misschien een beetje op een schrikbeeld: moesten we wereldwijd niet juist minder energie gaan verbruiken in plaats van meer? Maar de ‘voetafdruk’ die de 1,3 miljard mensen achterlaten als ze toegang krijgen tot energie is een schijntje: de wereldwijde energievraag gaat er slechts 1 % mee omhoog en de CO2 uitstoot met 0-,7 %. ‘We berekenden dit keer op keer, maar steeds was deze uitkomst het resultaat’ vertelt Dan Dorner van International Energy Agency en mede-auteur van de World Energy Outlook 2012. ‘Het gaat niet om wasmachines of spelcomputers: wat wij vragen is slechts de basis’, aldus Yumkella.

Investeringen in duurzame methodes zoals zonne-energie en biogas zijn populair, met name bij ngo’s. Maar hernieuwbaar of niet, Yumkellah onderstreept dat landen zélf moeten kiezen welk soort energie ze gebruiken.  ‘Als ze kolen willen gebruiken kunnen we hen dat niet ontzeggen. Sommige ngo’s zeggen me dat er geen hydropower gebruikt zou moeten worden vanwege de milieueffecten. Maar als je goedkoop energie kan leveren, kun je dat niet aan miljoenen mensen ontzeggen. Gebruik duurzaamheid niet als straf voor ontwikkelingslanden.’

Bedrijfsleven

Volgens Dorner is er 48 miljard euro per jaar nodig om ervoor te zorgen dat in 2030 iedereen toegang heeft tot energie. Nu blijven de investeringen hangen op 9 miljard euro. Geld moet komen vanuit nationale regeringen, multilaterale donoren, maar ook vooral vanuit de private sector. De 48 miljard euro kan immers niet door liefdadigheid alleen opgehoest worden.

Tot dat inzicht kwam ook Yumkella. ‘Ik praatte altijd over toegang tot energie als een recht. De CEO’s krabden daarbij achter hun oren: recht is geen business model. Als je cash wilt van de private sector, moet je het hebben over productief gebruik en business modellen. En die business modellen bestaan: mensen wíllen graag betalen voor elektriciteit.’

Zonne-energie

Ook Nederland zet zich in voor energietoegang. Want we weten inmiddels allemaal dat Nederland ‘goed’ is in voedsel en water, maar we blijken ook nog eens goed te zijn in energie – waarbij vooral wordt gedoeld op private initiatieven in ontwikkelingslanden, gezien het Nederlandse track record op het gebied van duurzame energie niet al te best is. Zo installeert Philips in Afrika 100 zogenaamde ‘lichtcentra’: oppervlaktes van 1000 vierkante meter die worden verlicht met LED-verlichting op zonne-energie. Deze projecten zijn nog liefdadigheid, maar volgens Philips zijn er wel degelijk business modellen voor  te bedenken zoals micro financiering en crowdfunding.

Barefoot Power en de Mesics Foundation maken gebruik van een revolverend fonds: lokale huishoudens krijgen leningen waarmee ze een goedkoop zonne-energie systeem geinstalleerd krijgen, die ze na 12 maanden weer terugbetalen.

Een ander grootschalig initiatief komt van SNV en FMO. Zij verzorgen toegang to biogas energie voor 300 miljoen Aziaten. Lokale organisaties bouwen onder begeleiding biogasinstallaties dat wordt vergonnen door mest te vergisten. Het gas wordt gebruikt voor verlichting en om mee te koken.

KivuWatt

FMO is met het KivuWatt project betrokken bij een wel zeer ingenieus project en blijkt als leuke bijkomstigheid zelfs de levens van miljoenen mensen te redden. Op de bodem van het Kivu meer schijnt namelijk een enorme voorraad metaangas te liggen. Komt dat gas in de lucht, dan kan dat miljoenen mensen in de omtrek doden. FMO is betrokken bij een project waarbij het gas uit de zee wordt onttrokken en de vrijgekomen energie kan gebruikt worden voor lokale consumptie.

Tal van initiatieven dus, maar hoe zorg je er nu voor dat het niet blijft bij druppels op de gloeiende plaat? Samenwerken is de sleutel, is de conclusie van de dag. ‘De Nederlandse expertise wordt nog niet optimaal benut. Wat nodig is is een nauwere samenwerking tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Deze partijen samen maken het verschil’, aldus Maurits Groen, die zijn eigen adviesbureau heeft op het gebied van milieu en communicatie.

Bovendien kan samenwerking ervoor zorgen dat er een brede energie-coalitie komt die beleid kan beïnvloeden. Met enige jaloezie kijken de aanwezige energie professionals naar de watersector: deze is enorm goed georganiseerd. ‘Het zou helpen als de energiesector dat ook deed’, laat Christiaan Rebergen, Directeur Generaal Internationale Samenwerking, zich ontvallen na een vraag van moderator Rens de Jong (BNR).

Met de match-making lijsten die door de organisatoren (FMO, Philips en SNV) waren samengesteld, werd dat advies direct in uitvoering gebracht.

Lees deze week een interview met Dan Dorner (IEA) op deze site.

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
30 januari 2013
Categorieën: