Ngo’s verheugd met vermindering regeldruk MFS-II

Staatssecretaris Ben Knapen heeft de regeldruk voor ontwikkelingsorganisaties die geld ontvingen uit het Tweede Medefinancieringsstelsel (MFS-II), verminderd. De eerste reacties uit de sector zijn positief. Grootste verandering is dat organisaties niet meer jaarlijks op outcome-niveau hoeven te rapporteren.

Staatssecretaris Ben Knapen heeft de regeldruk voor ontwikkelingsorganisaties die geld ontvingen uit het Tweede Medefinancieringsstelsel, verminderd. Dat liet het ministerie gisteren weten in een nieuwsbericht. Organisaties hoeven hun rapportages niet meer in het Nederlands aan te leveren, maar het mag ook in het Engels. Ook krijgen organisaties meer vrijheid om bestedingen per programma en per land aan te passen als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, waardoor het mogelijk wordt beter in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

Daarnaast is het nu formeel bevestigd dat organisaties een gezamenlijke evaluatie mogen uitvoeren door een onafhankelijke partij, hetgeen vorig jaar op initiatief van Partos was voorgesteld.

Knapen reageert hiermee op een wens uit de Tweede Kamer om de regeldruk te verminderen. Ook heeft hij rekening gehouden met de aanbevelingen van Actal. Dit onafhankelijke adviescollege kwam vorig jaar mei met een advies om de regeldruk die gemoeid is met het MFS-II te verminderen. Sindsdien heeft ook branche-organisatie Partos actief gelobbied om de regeldruk te verminderen.

Nu is er dus daadwerkelijk opvolging gegeven aan de wensen vanuit de Tweede Kamer, Actal en de ontwikkelingssector. Partos geeft in een eerste reactie aan dat ze verheugd is met het resultaat.

Redelijkheid

Vice Versa maakte een belrondje langs ngo’s, maar menig directeur was niet aanwezig in verband met vakantie, of werd zelfs per ongeluk gebeld tijdens een fietstocht in de Bourgogne. ICCO en de WASH-alliantie konden wel een uitgebreide reactie geven. Willemijn Lammers, verantwoordelijk voor de financiële rapportages van ICCO en bestuursadviseur, is verheugd met de maatregelen. ‘Er wordt nu in alle redelijkheid gekeken naar wat de effecten zijn van onze programma’s, maar het schiet niet meer z’n doel voorbij zoals van te voren wel eens het geval was. De verplichtingen worden nu ook meer een instrument om te meten hoe het maatschappelijk middenveld zich ontwikkelt. Het is dus niet alleen een controle mechanisme, maar ook een leermoment. De balans is nu beter hersteld.’

Daarnaast is Lammers te spreken over de gang van zaken. ‘Het ministerie heeft veel met ons gesproken en goed naar ons geluisterd. Veel van onze wensen zijn opgevolgd.’

Output en outcome

Ook Hanny Maas, programmamanager van de WASH-alliantie, is zeer tevreden met het nieuws. De grootste verandering voor ngo’s is dat ze niet meer verplicht worden om ieder jaar naast een output rapportage, ook een outcome rapportage te schrijven. Ngo’s hoeven nu slechts twee keer in de looptijd van vijf jaar van het MFS-contract een outcome rapportage in te leveren. Dit was ook een belangrijke eis van Partos. Hanny Maas: ‘Output gaat bijvoorbeeld over hoeveel mensen je hebt getraind. Het is heel logisch dat je daarover rapporteert en laat zien wat je doet, maar outcome vergt veel meer investeringen. Daarmee moet je aantonen wat voor verschil die trainingen hebben gemaakt, of mensen eigen bedrijven op gaan zetten en dergelijke. Daarvoor moet je ontzettend veel gegevens per land verzamelen en dat is erg veel werk. Bovendien kun je per jaar ook niet zo’n groot verschil zien.’

Dit scheelt voor zowel ICCO als WASH aanzienlijk veel werk. ‘De vrijgekomen fte’s kunnen we nu weer in de inhoud van de programma’s stoppen’, zegt Lammers verheugd.

Flexibel

Een tweede grote verschil gaat niet zozeer over lastendruk, maar over flexibiliteit van de bestedingen. Met het doel om versnippering tegen te gaan, had het ministerie een drempelcriterium opgesteld met een ondergrens voor programmabestedingen – afhankelijk van het land of programma was dat vijf of twee ton. Dit zorgde echter voor vreemde situaties. Lammers: ‘We hebben bijvoorbeeld een programma in Myanmar, maar daarvoor zitten we ook net over de grens in Thailand. We kregen dan een probleem omdat we perse 2 ton in Myanmar moesten uitgeven. Dat was allemaal erg bureaucratisch. Het geld werd zodoende bijna een doel opzich. Nu hoeft dat gelukkig niet meer.’’

Het ministerie schrijft nu in de brief dat ngo’s vrij zijn om flexibel met de ondergrenzen om te gaan, zij het dat het voorkomen van de versnippering van gelden uitgangspunt moet blijven. Met deze flexibilisering wordt vermeden dat ngo’s perse een bepaald minimum bedrag voor een programma in bepaald een land weg moeten zetten, zodat ngo’s flexibeler kunnen schuiven met het budget en daarom beter in kunnen spelen op veranderende situaties.

Daarnaast mogen indicatoren tussentijds worden gewijzigd,. ‘Dat is ook een vooruitgang,’ vindt Lammers, ‘omdat er in die vijf jaar natuurlijk heel wat kan veranderen in een land.’ Wel moet er een onderbouwd voorstel worden voorgelegd aan het ministerie en kunnen dergelijke voorstellen  slechts tot 31 december van dit jaar worden voorgelegd.

Maakbaarheid

Niet met alle wensen is echter rekening gehouden. Zo beschreef het ACTAL rapport dat er sprake is van meervoudige verantwoordingssystematieken, gezien ngo’s zowel nul- en eenmetingen moeten doen, thematische evaluaties moeten uitvoeren en ook resultatenrapportages verrichten inzake de Millenniumdoelstellingen. Deze verschillende systematieken lijken te blijven bestaan.

Zo moet met de zogenaamde Civicus-methode het effect op het gehele maatschappelijk middenveld gemeten worden. Dit is niet echt zinvol voor WASH, vindt Maas: ‘Als WASH zijn wij zo’n klein deel van het maatschappelijk middenveld. Als je je effect op het hele middenveld wilt meten, ga je uit van een soort maakbaarheid van de samenleving waar wij niet echt in geloven.’

Zwaar

Ondanks de verlichting die er nu is ontstaan, ervaart Maas de regeldruk nog steeds als zwaar en aanzienlijk zwaarder dan onder het eerste medefinancieringsstelsel.

Die regeldruk  is volgens Maas inherent aan de alliantievorming die onder MFS-2 verplicht werd, omdat er gezamenlijk gepland, gezamenlijk gerapporteerd en gezamenlijk activiteiten ondernomen moeten worden.

Nog steeds de dreiging van eventuele bezuinigingen voelende, waarschuwt Maas dan ook voor  verdere bezuinigingen. ‘Voor zo’n alliantie heb je een minimum structuur   nodig. Wij zijn al gekort van 68 miljoen naar 46 miljoen. Als je meer kort gaat dat ten koste van je effectiviteit, want je krijgt een te grote structuur voor te weinig activiteiten.’

Er blijft dus nog genoeg werk over voor wat betreft de rapportageverplichtingen binnen MFS-II, maar al met al is Maas zeer tevreden met de maatregelen van Knapen. ‘Veel stond natuurlijk al vast, dus binnen de marges wat nog kon, is goed naar ons geluisterd.’

Wat voor consequenties deze maatregelen hebben voor een eventueel MFS-III, daar laten de organisaties zich niet over uit gezien de onzekerheid of er uberhaupt een MFS-III komt of niet. ‘Maar mocht dit een voorbode zijn voor vermindering van de regeldruk van MFS-III, dan gaat mijn hartje wel sneller kloppen’, aldus Lammers.


Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
01 augustus 2012
Categorieën: