
Eerste Vice Versa van 2012: analyse Busan en special over migratie
Het eerste Vice Versa nummer van 2012, dat vandaag is uitgekomen, trapt af met een analyse over de eerste erfenissen van het ‘High Level Forum on Aid Effectiveness’, dat eind november 2011 in het Zuid Koreaanse Busan plaatsvond. Verder in dit nummer harde kritiek van de Belgische wetenschapper Huib Huyse op de evaluatie van het tweede Medefinancieringsstelsel (MFS-2) en het levensverhaal van ontwikkelingswerker Lei Brouns van Terre des Hommes. Bij de reguliere Vice Versa is ook een speciale bijlage verschenen van 32 pagina’s over migratie en ontwikkeling.
BUSAN
In Busan, waar 3000 vertegenwoordigers van (opkomende) donoren, hulpontvangende landen, de private sector en ngo’s zich verzamelden om over de doeltreffendheid van de hulp te praten, trok met name China de aandacht. De landen binnen de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkelinge (OESO), die de conferenties over hulpeffectiviteit hebben gestart, wilden China en andere opkomende donoren betrekken bij een nieuw wereldwijd partnerschap voor ontwikkelingshulp. Redacteur Selma Zijlstra gaat op zoek naar de motivaties van de verschillende partijen en geeft een kijkje achter de schermen van de onderhandelingen. Het blijkt dat opkomende donoren, zoals China, zich niet zomaar aansluiten bij de regels die door het westen zijn opgesteld.
Daarnaast legt het artikel een aantal nieuwe trends bloot in de hulparchitectuur die in Busan ontwaard kunnen worden, zoals een nadruk op hulp als katalysator om binnenlandse inkomstenbronnen optimaal te benutten, een nieuwe aanpak voor fragiele staten en de sterk veranderende machtsverhoudingen. De principes van hulpeffectiviteit, zoals die in 2005 in Parijs en in 2008 in Accra zijn afgesproken, zijn in Busan wel herbevestigd, maar volgens analysten niet een erg grote stap vooruit gebracht.
MFS-2: ‘Gemiste Kansen’
De gezamenlijke evaluatie van het Medefinancieringsstelsel (MFS-2) is nu al omstreden, terwijl de eerste meting nog moet beginnen. Met name bij de projectevaluatie worden vraagtekens gezet. Volgens Huib Huyse, onderzoeker aan de Katholieke Universiteit Leuven, is de MFS-2 evaluatie ‘een verhaal van gemiste kansen’. Hij verwacht dat organisaties automatisch meer aandacht gaan besteden aan de projecten die worden geëvalueerd, waardoor projecten onderling minder vergelijkbaar worden. Rens Rutten van Cordaid ontkent echter dat er van een dergelijke dynamiek sprake is.
LEI BROUNS EN HANS RIJNEVELD
Verder in dit nummer een interview met Lei Brouns, die in Kenia, Botswana en Bangladesh heeft gewerkt en nu regiodirecteur Zuid-Azie is voor Terre des Hommes. Samenwerken en omgaan met mensen is naar zijn mening een van de belangrijkste kenmerken van het vak van ontwikkelingswerker. Volgens hem is de nieuwe generatie ontwikkelingswerkers afstandelijker geworden. ‘Je kunt computers van hier tot ginder hebben die alles kunnen berekenen, maar ontwikkelingswerk is en blijft mensenwerk’, aldus Brouns.
Ook Hans Rijneveld, de teruggetreden directeur van trainingsbureau MDF, kijkt terug op zijn carrière. ‘Ik leerde dat ontwikkelingssamenwerking desastreus kan zijn voor een land. Hulp is een proces en moet ingezet worden op de knelpunten. Geen hobby’s en blauwdrukken, maar kijken wat er knelt’ aldus Rijneveld.
MIGRATIESPECIAL
Het toenemende ongunstige politieke klimaat ten aanzien van migratie in Nederland en in Europa en de veranderingen in de wereld die vragen om en andere benadering van migratie, waren de reden voor Vice Versa om samen met een aantal partners, waaronder PSO, DCMO en Mira Media, de handen ineen te slaan en een special te maken over migratie en ontwikkeling.
In deze special hebben we een aantal kwesties rond migratie voor het voetlicht gebracht. Zo beschrijft professor Annelies Zoomers hoe migratiestromen er nu werkelijk uitzien en welke kansen die bieden voor beleid. Uit haar inleiding blijkt dat het huidige Nederlandse beleid vooral op achterhaalde assumpties over migratie gebaseerd is. Slechts een fractie van de wereldwijde migratie blijkt noordelijke bestemmingen te hebben zoals de EU, Canada en de V S. Daarbinnen ziet slechts een handjevol migranten Nederland als voorkeursbestemming. Het grootste deel van de internationale migratie is op zuidelijke bestemmingen gericht. Het Nederlandse migratie-en ontwikkelingsbeleid richt zich vooral op de angst voor invasies van migranten en is daarom gericht op het beperken van de migratie naar Nederland en het stimuleren van terugkeer.
Zowel Zoomers als professor Jan Lucassen, co-auteur van het boek ‘Winnaars en verliezers: een nuchtere balans van vijfhonderd jaar immigratie’ laten zien dat de komst van migranten juist goed is voor de Nederlandse economie en dus eigenlijk heel goed aansluit bij het nieuwe Buitenlandbeleid van de regering waarin ‘eigenbelang’ centraal staat. ‘Als er geen migranten meer komen, dán gaat het pas slecht in Nederland’, zegt Lucassen.
Maar ook kritische vragen worden niet geschuwd in de special. Op de vraag of migrantenorganisaties op het terrein van ontwikkelingssamenwerking zich ook moeten bezighouden met de positie van migranten in Nederland zelf, antwoordt Sam Pormes, voorzitter van DCMO: ‘Ik schaam me werkelijk dood over de gebrekkige betrokkenheid van migrantenorganisaties bij vraagstukken rond de ongedocumenteerden en de illegalen. Je hebt een morele plicht om kleur te bekennen.’
Wilt u de hele Vice Versa lezen? Dat kan! Neem een abonnement op de Vice Versa, en wij sturen u het eerste tijdschrift van het jaar en de migratiespecial toe. Bovendien krijgt u nu ook een gratis boek cadeau. Kijk op de abonnementenpagina voor meer informatie.