
Ruimte voor discussie
Vanmiddag is er gestemd over de moties die tijdens het VAO (Verslag Algemeen Overleg) over het WRR-rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ werden ingediend. Vijf van de zeven moties werden door Knapen als ondersteuning van het beleid benoemd. Vanmiddag volgde de Kamer zijn voorbeeld en kregen diezelfde vijf moties steun van de meerderheid in de Kamer.
Tijdens het VAO van vorige week werden vijf van de zeven moties als ondersteuning van beleid gezien. Doordat dezelfde vijf moties ook de steun van de Kamer kregen, was er weinig verrassends aan de uitkomst van de stemmingen vandaag. Ondanks dat deze vijf moties in principe geen stemming meer nodig hadden (er werd immers al gevolg aan gegeven) besloten de Kamerleden dit toch te doen. Hachchi noemde haar argumenten tijdens het VAO om de motie over NL Aid in stemming te brengen. Zij vond de uitkomst van de stemmingen van toegevoegde waarde voor de discussie over de eventuele invulling die NL-Aid zou kunnen krijgen.
Investeren in het kennisbeleid
Misschien omdat het vragenuurtje uitliep en voorzitter Gerdi Verbeet al meerdere malen aangaf voort te willen maken. Misschien omdat er vlak voor de stemmingen een verhitte discussie op gang kwam over het al dan niet agenderen van een ander debat met aansluitende stemmingen. Maar de stemmingen leken nog sneller dan normaal te verlopen. De eerste twee moties waren ingediend door CDA Kamerlid Ferrier, die overigens zelf niet aanwezig was. Ferrier benadrukte dat de invloed van het bedrijfsleven in ontwikkelingssamenwerking geen stap terug in de tijd mag betekenen van aanbodgestuurd- en gebonden hulp. Ten tweede verontrustte zij zich over het verdwijnen van de Nederlandse kennis op meerdere terreinen wanneer deze niet gestimuleerd blijft worden vanuit de regering. Knapen had haar beide moties over het kennisbeleid al benoemd als ondersteuning van het beleid en ook vandaag deelde de meerderheid van de Kamer dit.
Hoe gaat Nederland zich tot een ontwikkelingsland verhouden?
De motie van Driessen kreeg de minste steun. Knapen ontraadde tijdens het VAO al om de term ontwikkelingssamenwerking voor ontwikkelingshulp te vervangen en de meerderheid van de Kamer, uitgezonderd de SP, stemden niet in met de motie. Deze motie, die volgens Knapen afwijkt van de denkwijze dat gevend en ontvangend land gelijkwaardig zijn, werd ook door de meerderheid verworpen.
Als reactie op de motie van Arjan El Fassed om een berekening te maken van de zogenaamde public bads reageerde Knapen tijdens het VAO al positief. Dit werd door de Kamerleden gedeeld en de motie werd aangenomen. In het coherentierapportage zullen de negatieve factoren van het Nederlandse beleid, in hoeverre deze meetbaar is, ter sprake komen.
De ‘voor-door’motie, zoals de motie Dikkers door Knapen genoemd werd, kreeg ook steun van de meerderheid. Hierin verzoekt Dikkers de regering niet alleen te kijken naar de toegevoegde waarde van ontwikkelingssamenwerking vóór het Nederlandse bedrijfsleven, maar juist de toegevoegde waarde dóór de ontwikkelingslanden te laten bepalen. Nederland zal dusdanig ontwikkelingsamenwerking door het bedrijfsleven blijven benaderen vanuit de meerwaarde voor ontwikkelingslanden.
Discussie over NL-Aid en Gender
Opmerkelijk was het gebrek aan steun voor Hachchi’s tweede motie. Haar eerste motie om een uitgebreidere discussie over NL-Aid te voeren werd door zowel Knapen als de Kamer gedeeld. Maar haar motie een overkoepelend genderbeleid te ontwikkelen werd verworpen. De reden hiervoor is dat Knapen tijdens het VAO aangaf dat hij de discussie graag verder aangaat over de invulling van het genderbeleid. Hierover zal de Kamer dus waarschijnlijk op een nog nader te bepalen tijdstip in debat gaan.
Uit de stemmingen bleek dat Knapen nog ruim baan zal geven voor nadere discussie over de invulling van beleid. Inmiddels leek het beleidvoorbij de stokpaardjes van de politieke partijen te gaan en meer over het behoud van een eerlijke en rechtvaardige relatie met ontwikkelingslanden. De debatten die hieruit voort zullen vloeien gaan uitwijzen hoe veel van deze discussies nog tot inhoudelijke wijzigingen zullen leiden.