
Joeri Boom wint Dick Scherpenzeel prijs
Woensdagavond werd de Dick Scherpenzeel prijs uitgereikt in Desmet Studio’s in Amsterdam. Joeri Boom won deze prijs voor buitenlandsjournalistiek voor zijn boek ‘Als een nacht met duizend sterren’ over de Nederlandse missie in Uruzgan. De jury oordeelde: ‘Boom vervulde een van de belangrijkste taken van de journalistiek: het controleren van de overheid die er in het geval van Uruzgan niet voor terugdeinsde de waarheid naar haar eigen hand te zetten.’
Het was een bijzondere avond voor de Nederlandse buitenlandjournalistiek. Naast de prijsuitreiking werden vernieuwende initiatieven getoond en werd teruggedacht aan Dick Scherpenzeel, de bijzondere buitenlandjournalist die oog had voor de verhoudingen in de wereld. Een bijzondere toedracht kwam van voormalig minister van defensie Joris Voorhoeve, waarin hij op poëtische wijze de huidige wereld vergeleek met een slecht bestuurde, chaotische metropool.
Gedurende de avond werd er volop gediscussieerd over de huidige stand van de Nederlandse buitenlandjournalistiek. Vele vragen kwamen aan de orde. Moeten Nederlandse media wel of niet met lokale journalisten werken? Wat te doen aan het Nederlandse publiek dat steeds minder geïnteresseerd lijkt in de wereld? En: Is het oké dat buitenlandjournalisten steeds weer een Nederlandse link leggen in hun werk om daarmee meer publiek te trekken?
Embedded journalistiek
Winnaar Joeri Boom worstelde in zijn werk met een bekende discussie; embedded werken of niet. Hij ging met de Nederlandse militairen mee
naar Uruzgan en merkte dat hij zich steeds meer met hen ging identificeren. ‘Ik begon het mooi en interessant te vinden om met hen mee te gaan en dacht daarmee dat embedded journalistiek wel oké was.’ Uiteindelijk probeerde hij los te komen om toch het hele verhaal te kunnen vertellen, niet alleen het gekleurde verhaal vanuit de Nederlandse militairen. ‘Mijn grootste fout is dat ik niet direct onafhankelijk ben gegaan. Hoe meer ik los kwam van de Nederlandse militairen, hoe meer ik zag van Afghanistan.’
De jury oordeelde vol lof: ‘Hij vat als embedded journalist de ingewikkelde werkelijkheid van de Nederlandse militaire aanwezigheid in Uruzgan samen. Boom beschrijft die worsteling op indrukwekkende wijze. Hij geeft niet alleen een kijkje in de journalistieke keuken, maar ook in zijn eigen journalistieke gemoed. Als een van de weinigen is hij door blijven graven en heeft hij niet opgegeven.’
De andere genomineerden
Voordat de persprijs werd uitgereikt was er aandacht voor de aanmoedigingsprijs voor journalisten onder de 25 jaar. Winnares Ana van Es won de prijs voor haar artikel in de Volkskrant waarin zij uitbuiting van arbeiders in India aan de kaak stelde. ‘De grondige manier waarop deze jonge journalist dit onderwerp heeft aangepakt, getuigt van de juiste journalistieke houding: het is ambachtelijk werk’, oordeelde de jury. Door het geringe aantal inzendingen en de lage kwaliteit hiervan volgens de jury waren er geen andere genomineerden voor de aanmoedigingsprijs.
Voor de persprijs waren naast Joeri Boom de redactie van Metropolis en Kees Beekmans genomineerd. Metropolis is het project van de VPRO waarbij filmpjes van lokale videojournalisten wereldwijd met humor naast elkaar worden gezet. Genomineerd was de uitzending ‘Die tijd van de maand’, waarin vrouwen over de hele wereld vertellen over hun menstruatie. De jury sprak mooie woorden: ‘Reteknap. En wat Westerse en niet-Westerse wereld betreft? De uitzending laat zien dat de scheidslijnen dwars door elkaar heen lopen. Munitie voor de
geest.’
‘Tussen hoofddoek en string’ van Kees Beekmans is een toegankelijk boek over moderniteit en traditie in Marokko. De jury oordeelde over Beekmans: ‘Beekmans slaagt er in de Marokkaanse samenleving voor de lezer te openen in al zijn facetten en te ontdoen van Westerse clichés, zonder drammerig te worden of ingewikkeld te doen.’
Winnaar Joeri Boom: ‘Geen problemen met Nederlandse link’
Uiteindelijk kon Joeri Boom worden gefeliciteerd, de jury had ‘na moeizaam wikken en wegen en met pijn in het hart voor de andere twee’ voor zijn boek gekozen. Tijdens de borrel na afloop sprak Vice Versa met de oorlogsjournalist. Hij had niet gedacht dat hij zou winnen, juist door de Nederlandse link die zo sterk aanwezig was in zijn boek. ‘Ik dacht dat het niet voldoende over dat buitenland zou gaan’.
Boom vertelde dat hij van jongs af aan journalist wilde worden, al toen hij vroeger de Trouw en Volkskrant rondbracht. Hij wil, deels ook uit plichtsbesef, juist naar die plekken in de wereld waar anderen niet heen gaan; oorlogsgebieden. ‘Ik heb bewondering voor het gevaar dat militairen lopen en heb door mijn ervaring veel begrip voor hen. Als ik zou moeten berichten over een afslachting door Nederlandse militairen zou ik daar schande van spreken, maar vooral over de politieke laag erboven. Ik zou de militairen zelf begrijpen. Waarom zij daar zijn en dat zij in situaties terecht komen die zij nooit hadden kunnen voorzien.’
Boom ziet journalistiek als een verlengstuk van de democratie en vindt het dan ook van belang dat zoveel mogelijk mensen goed geïnformeerd zijn. Hij heeft geen problemen met de Nederlandse invalshoek die nog vaak wordt gekozen. ‘Als Metropolis dankzij een Nederlandse link hun kijkers verdrievoudigd, hebben zij mijn zegen’.
Lokaalmondiaal organiseerde dit jaar voor het eerst de uitreiking van de Dick Scherpenzeel Prijs. Het gehele juryrapport is terug te lezen op hun website. In november 2011 organiseert Lokaalmondiaal een bijzondere avond waar verder zal worden gediscussieerd over buitenlandjournalistiek.