
Paul Collier over ontwikkelingssamenwerking: faciliterend of destructief?
‘Ownership not donorship’. Met deze slogan opende Paul Collier zijn lezing op 7 februari op de Vrije Universiteit Amsterdam. In zijn lezing besprak de hoogleraar economie, die beroemd werd met zijn boek The Bottom Billion, het effect van buitenlandse steun in ontwikkelingslanden. Faciliteren externe interventies ontwikkeling of werken ze juist belemmerend?
Wanneer landen in het proces naar ontwikkeling en zelfredzaamheid buitenlandse steun nodig hebben, werpt dit vragen op. Faciliteren externe interventies ontwikkeling en zelfredzaamheid of werken ze juist belemmerend? Binnen de internationale samenwerking is het debat over de relevantie en wenselijkheid van begrotingssteun en de rol van westerse ontwikkelingsorganisaties en intermediaire instellingen opgelaaid. Tijdens de vijfde lezing van de door het SID (Society for International Development) georganiseerde reeks ‘Global Values in a Changing World’ komt Paul Collier aan het woord.
‘Ownership not donorship’
Met deze slogan opende Paul Collier zijn lezing op 7 februari op de Vrije Universiteit Amsterdam. Collier geeft aan dat er de laatste jaren een soort reflectief donorschap ontstaan is, gecreëerd en in standgehouden door donorlanden. Ontvangende landen doen steeds meer een beroep op de heersende trends binnen de donor industrie. Met populaire beleidthema’s proberen zij donoren aan te trekken. Collier spreekt uit ervaring wanneer hij vertelt dat het niet ongewoon is dat overheden van ontwikkelingslanden hem de vraag voorleggen: ‘wat voor een beleidsvoering zal donorlanden aanspreken’?
Een kanttekening die Collier bij de ownership not donership slogan maakt is dat ownership niet voor elke overheid in de huidige situatie weggelegd is. Zo vraagt Collier zich af wat ownership zou betekenen voor Haïti, een land met een regering zonder legitimiteit. Na de aardbeving die het land in 2010 teisterde voelde de internationale gemeenschap een drang om te helpen. Het gevolg: bakken met geld werden naar Haïti gestuurd, echter was de regering de grote missende eenheid om alles in goede banen te leiden. ‘Het overgaan van donorship in ownership zou voor Haïti simpelweg betekenen dat geld overhandigd zou worden aan een verdachte en corrupte entiteit’.
Slechte externe interventies
Collier kaart twee soorten slechte internationale interventies aan. Als eerste legt hij uit wat er mis is met het stellen van beleidsvoorwaarden in ruil voor hulp. Wanneer donorlanden beleidsvoorwaarden stellen aan ontvangende overheden zal de verantwoordelijkheid van de regering ondermijnd worden omdat het beleid niet door hen zelf is opgesteld.
Daarnaast heeft Collier kritiek op begrotingssteun. Er is intellectuele consensus dat een goed functionerende staat investeert in een correct werkend belastingstelsel. Door belastingsplicht kan een burger zijn regering disciplineren en heeft ook een regering baat bij het naleven van wetten en regels. Er kunnen echter gebreken optreden wanneer begrotingssteun belastinginkomsten dreigen te vervangen. Hierdoor wordt een overheid niet meer geprikkeld om belasting te heffen. Ook inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen kunnen op dezelfde wijze voor een inefficiënte staat zorgen, aldus Collier.
Goede externe interventies
De eerste internationale interventie die Paul Collier aanbeveelt is een radicale suggestie van een begrotingssteun variant, dat Collier het governance conditionality noemt. Deze variant stelt als voorwaarde dat openbare processen in een land eerlijk en transparant moeten zijn en voor wetshandhaving moeten zorgen.
Een samenhangende maatregel hierbij is overigens wel dat de OECD landen ervoor moeten zorgen dat ook hun eigen regering ‘schoon’ is. Zo moeten wetten voor handel en bedrijfsvoering gehandhaafd worden en mag ‘onze corruptie’ niet de belangen van ontwikkelingslanden ondergraven. Kortom, het gaat om ‘building clean politics’: zowel hier als daar.
Een tweede advies dat Collier geeft is dat het van cruciaal belang is dat er gebouwd wordt aan een geïnformeerde maatschappij.
Recept voor Afrika’s ontwikkeling: ‘Never again’
Collier doet het publiek versteld staan door zijn uitspraak dat Afrika per vierkante meter minder minerale reserves bezit dan de meeste OECD landen. Een toevoeging dat deze opmerkelijke constatering verklaart, volgt later; het betreft minerale reserves die bekend en onderzocht zijn.
Op deze manier probeert Collier duidelijk te maken hoe belangrijk kennis is in de ontwikkeling van een land en hoeveel potentieel er nog is. ‘Ooit zullen de minerale reserves ontdenkt worden, en als deze tijd is aangebroken zal er een grote kans voor Afrika zijn’, aldus Collier. Afrika’s geschiedenis van plundering door zowel bedrijven als overheden moet doorbroken worden.
Collier betoogt dat een sentiment van ‘never again’ in Afrika nodig is. Als dit gevoel omgezet kan worden in praktische instituties die geworteld zijn in een geïnformeerde maatschappij, durft hij het zelfs het recept voor Afrika’ ontwikkeling te noemen. En daarbij kunnen wij helpen, zegt Collier. ‘Steeds meer hebben de armen landen van de wereld niet geld maar kennis en organiserende principes nodig’. Afsluitend richt Collier zich tot de jongeren in de zaal: ‘Use information technology to spin around the world’!
Paul Collier is hoogleraar economie en directeur van het centrum voor de studie van Afrikaanse economieën aan de universiteit van Oxford. Tevens is hij auteur van de spraakmakende boeken ‘ The Bottom Billion’, ‘ Wars, Guns and Votes’ en ‘The Plundered Planet’.