Farah Karimi: ‘Voordat je de oude schoenen weggooit, moet je eerst bedenken wat voor nieuwe schoenen je aantrekt’


Farah Karimi is verontwaardigd over de bezuinigingen op het maatschappelijk middenveld, onderwijs en gezondheidszorg. Dat er duidelijke keuzes gemaakt moeten worden,  onderstreept de directeur van Oxfam Novib. ‘Maar dat moet je op een slimme en verstandige manier doen’.

In het persbericht van Oxfam Novib geeft Farah Karimi al aan erg teleurgesteld te zijn met de korting van 107 miljoen euro op maatschappelijke organisaties. Ook vindt ze dat er onevenredig hard wordt gekort op hulpuitgaven voor onderwijs en zorg.

Toch begrijpt zij ook dat er bezuinigd moet worden. Maar dat moet dan wel op een andere manier gebeuren dan nu. Karimi: ‘Juist op het moment dat je minder geld hebt, is het belangrijk om heel scherp en kritisch te kijken. Dan wordt het heel belangrijk om de meest effectieve keuzes te maken. Maar dat moet je op een slimme en verstandige manier doen. Nederland had al heel goed beleid: je moet goed weten waar je aan begint voordat je dat wijzigt.’

Farah Karimi vindt het daarbij onterecht dat er juist op het maatschappelijk middenveld bezuinigd gaat worden. ‘Ben Knapen wil zelfredzaamheid tot uitgangspunt van zijn beleid maken. Dan zeg ik: “welkom” in het gezelschap van degenen die dat altijd al hebben gezegd. Wij hebben altijd geïnvesteerd in het ondersteunen van ondernemende mensen en hun organisaties. Het is wrang dat dan het maatschappelijk middenveld onevenredig hard getroffen wordt. Juist terwijl in het regeerakkoord en het WRR rapport staat dat het maatschappelijk middenveld van belang is, worden NGO’s gekort.’

Ben Knapen wil NGO’s onafhankelijker maken, ook in financieel opzicht. Is het in het licht daarvan niet logisch dat er gekort wordt op de bijdrages aan NGO’s?

‘Het is godgeklaagd dat Ben Knapen dat nu komt vertellen. Het maatschappelijk middenveld is van groot belang. We hebben onze eigen positie en leveren kwaliteit. We zijn van toegevoegde waarde. Het gaat niet om afhankelijkheid of onafhankelijkheid: het gaat om de kwalitatieve bijdrage die je levert. Het is van belang om dat te ondersteunen.’

Toch gaan er stemmen op dat de meerwaarde van NGO’s in het Zuiden niet zo duidelijk meer is, aangezien Zuidelijke NGO’s  tegenwoordig steeds meer voor hun eigen financiën zorgen en zelf aan capaciteitsopbouw doen.

‘In alle samenlevingen heb je een sterke civil society nodig, en ook een sterk bedrijfsleven en een sterke overheid. Je wilt dat er mondige burgers zijn, die over informatie beschikken, rechten hebben en hun regeringen ter verantwoording kunnen roepen. In grote delen van de wereld is dat helaas nog niet het geval. Als democratische rechtsstaat heb je daar een rol in te vervullen. Die rol heeft Nederland ook altijd gespeeld. Sommige landen hebben ons inderdaad niet meer nodig. Oxfam Novib vertrekt bijvoorbeeld ook uit Latijns Amerika en we gaan ons focussen op de allerarmste landen, in Afrika en Zuid Azie.

Dwingen de bezuinigingen Oxfam Novib ook niet om duidelijke keuzes te maken?

‘Wij zijn al constant bezig om effectieve keuzes te maken. Dat doen we scherp. We moeten ook onze verantwoording afleggen. We snappen dat de overheid ook keuzes moet maken, maar nu gaat de overheid ongegeneerd voor kortzichtig eigen belang. Niet voor meest effectieve manie om zelfredzaamheid te bevorderen en armoede te bestrijden.’

Welke keuzes vindt u, behalve de bezuinigingen op het maatschappelijk middenveld, nog meer niet juist?

‘Dat er bijvoorbeeld meer geld gaat naar het subsidiëren van het Nederlandse bedrijfsleven. Begrijp me niet verkeerd: we zijn niet tegen investeren in economische sectoren zoals landbouw in arme landen. Sterker nog: de helft van programma’s van Oxfam Novib zit in het bevorderen van duurzaam economisch bestaan in arme landen. In landbouw, in het bevorderen van eerlijke handel in stabiele financiële sectoren en nog veel meer.  Maar voor het bevorderen van economische sectoren in arme landen hoef je niet per se het Nederlandse bedrijfsleven te subsidiëren.  Ook is het raar dat de bijdrage aan de Wereldbank met 600 % omhoog gaat, terwijl ook de Algemene Rekenkamer in oktober in een rapport aangeeft dat juist bij multilaterale organisaties de regering weinig invloed heeft.’

‘Ik had graag keuzes gezien die gebaseerd waren op feiten. Er zijn geen kwalitatieve criteria opgesteld voor het bedrijfsleven. Ik heb niets tegen samenwerking met het bedrijfsleven: daar doen wij zelf ook alles aan. Maar wat wil deze regering precies doen? Dat het bedrijfsleven een effectievere bijdrage zouden leveren dan ontwikkelingsorganisaties hebben ze niet goed onderbouwd.’

De regering baseert zich vooral op het WRR rapport.

‘Het rapport van de WRR bevat een aantal waardevolle bijdrages. Maar op sommige onderdelen trek ik de sereiuze onderbouwing van sommige stellingen in twijfel. De onderbouwing van de uitspraken over de sociale sectoren en maatschappelijke organisaties vind ik beneden de maat.’

‘Bovendien had er een echt debat moeten komen voordat dit soort rigoureuze keuzes worden gemaakt. De Kamer had eerst een stevige discussie moeten voeren over wat nu écht de goede keuzes zijn om te maken. Keuzes die een goede richting geven aan het Nederlands ontwikkelingsbeleid en recht doen aan de rol die Nederland altijd heeft gespeeld. In de periodieke vergelijkingen van het beleid van verschillende donorlanden gemaakt door het DAC comité van OESO wordt Nederland altijd erg goed beoordeeld. Dat gaat niet alleen om de hoeveelheid hulp die Nederland geeft, maar ook om de kwaliteit van de hulp. Voordat je de (kwalitatief goede)oude schoen weggooit, moet je nadenken over wat voor nieuwe schoenen je gaat aantrekken.’

Wat voor keuzes hadden er volgens u gemaakt moeten worden?

‘Ten eerste moet er een scherpe analyse van de omgeving komen. Dan had bepaald moeten worden wat voor toegevoegde waarde Nederland heeft. Wij hebben enorm in sociale sectoren geïnvesteerd en daarmee hebben we echt goede resultaten bereikt. Ook hebben we een enorme meerwaarde in het ondersteunen van de civil society. Als Nederland nu een stap terug doet, heeft dat grote gevolgen. Er zou beter nagedacht moeten worden over wat de impact is van je keuzes.’

Als er dan toch bezuinigd moet worden op onderwijs en gezondheidszorg, wat zou u willen adviseren aan Ben Knapen om in ieder geval te behouden?

‘Op het gebied van gezondheidszorg zou de nadruk gelegd moeten worden op Seksueel Reproductieve Gezondheid en Rechten: wat de regering nu ook al doet.’

‘Wat betreft onderwijs is er al heel veel bereikt. Veel meer kinderen hebben nu toegang tot onderwijs. Alleen is de kwaliteit nog niet voldoende. Ik was zelf laatst in Oeganda: daar zitten soms 200 kinderen in één klas, is er een tekort aan leraren en er zijn niet voldoende klaslokalen. Als er dan toch ergens de nadruk op gelegd moet worden, laat dat dan op de kwaliteit van onderwijs zijn.’

Lees ook het persbericht van Oxfam Novib