Aim for human rights trekt de stekker eruit

De mensenrechtenorganisatie Aim for human rights trekt aan het einde van het jaar de stekker eruit. Na de afwijzing van de subsidieaanvraag bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ziet de organisatie geen mogelijkheden meer om zichzelf in leven te houden. Vice Versa sprak met interim-directeur Monique van ’t Hek over deze ingrijpende beslissing.


U bent in mei aangesteld als interim-directeur. Hoe is dat voor u, om in zo’n kort tijdsbestek de stekker eruit te moeten trekken?

‘Het was niet helemaal zoals ik me het had voorgesteld. In het begin dacht ik ook dat we de organisatie nog wel in leven zouden kunnen houden. In drie weken heb ik echter door met 40 verschillende mensen te praten een analyse gemaakt en het bleek dat de situatie toch veel ernstiger was dan ik had gedacht. We hadden gewoon echt geen geld meer vanaf 2011 en alle subsidies lopen dit jaar af.’

In haar advies aan de Raad van Toezicht zag ze dan ook geen andere oplossing dan de organisatie op te heffen. Omdat ‘de kracht en visie’ van de organisatie vooral zat in de verschillende programma’s en onderdelen, zou gepoogd worden deze elders onder te brengen of zelfstandig voort te laten bestaan. Na ‘een diepgaande discussie’ besloot de Raad het advies op te volgen.

Aim for human rights zat voor de subsidie-aanvraag van het Medefinancieringsstelsel van Buitenlandse Zaken (MSFII) in de Acces to Justice Alliantie, een alliantie tussen Aim for human rights, Justitia et Pax, Centre for Legal Cooperation (CILC) en het Nederlands Helsinki Commitee (NHC). Tot de actieplannen van deze alliantie behoorde onder andere het helpen van maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met sociaal-economische rechten en het stimuleren van bedrijven mensenrechten na te leven. Een bezwaarprocedure mocht niet baten en de afwijzing heeft de organisatie de das om gedaan.

Er is op het moment veel aandacht voor sociaal-economische mensenrechten en duurzaam ondernemen. Hoe kan het volgens u dat juist nu de Access to Justice Alliantie is afgewezen?

‘Het beleid van Buitenlandse Zaken is meer gericht op de ouderwetse ontwikkelingssamenwerking. Dat wil zeggen dat organisaties landen selecteren, een landenanalyse maken en daar vervolgens projecten opzetten of lokale organisaties ondersteunen. Aim for human rights heeft echter gekozen voor een mondiale insteek. Buitenlandse Zaken vond die mondiale insteek te weinig onderbouwd. Eén onderdeel was zelfs helemaal niet goed uitgelegd. Een andere reden voor de afwijzing is de kleinschaligheid van de alliantie.  Voor kleine, gespecialiseerde organisaties is minder ruimte binnen het MSF II. Buitenlandse Zaken kijkt nu meer naar effectiviteit, professionaliteit en resultaatmetingen. De hele sector is verzakelijkt. Een mooi mandaat en bevlogen medewerkers is tegenwoordig niet meer genoeg. Het meten van resultaten en evalueren van projecten is niet het sterkste punt van onze organisatie. In een kleine organisatie is daar minder tijd en geld voor.’

Als derde reden noemt Monique van ’t Hek dat, ook al valt Aim for human rights binnen de ontwikkelingssector, de organisatie zich specifiek op mensenrechten richt. ‘Hier is minder ruimte voor binnen het MSFII.’

Maar hoe is dan die aandacht voor duurzaam ondernemen, toch ook een mensenrechten-issue, te verklaren?

‘Die aandacht voor duurzaam ondernemen richt zich vooral op het milieu, op duurzaam produceren. Het mensenrechten-aspect krijgt minder prioriteit. Naar kinderarbeid wordt dan wel weer gekeken, maar daar blijft het meestal bij.’

Terwijl de andere organisaties uit deze alliantie ondanks de afwijzing nog voldoende andere fondsen hadden om te kunnen blijven bestaan, was het voor Aim for human rights de genadeslag. Kon de organisatie echt niet in leven worden gehouden met andere fondsen?

‘Anders dan onze Alliantiepartners waren wij in grote mate afhankelijk van MSF II. De andere subsidies, zoals bijvoorbeeld van de Europese Unie, lopen dit jaar af. Ook de subsidie van Hivos stopt. Niemand kan dan zo maar twee miljoen euro uit de hoed toveren. Dat kost tijd en is in een half jaar niet haalbaar. Er zijn in de afgelopen jaren wel veel pogingen gedaan om andere fondsen te werven, maar dat is helaas niet gelukt.’

Waarom niet?

‘Onze “core business” zijn de Human Rights Impact Assessment Tools (instrumenten waarmee de impact op mensenrechten wordt gemeten, ontwikkeld onder andere voor vrouwenrechten en het bedrijfsleven, red.). Deze komen vrij theoretisch en academisch over. Onze instrumenten zijn minder aaibaar dan de mooie projecten van grotere organisaties. Ze zijn zeker concreet en succesvol, maar worden niet altijd goed begrepen. Veel donoren willen iets tastbaars zien.’

‘Ook hebben we niet echt een aantoonbaar draagvlak. Cordaid heeft bijvoorbeeld een grote katholieke achterban, ICCO een protestante. Wij zijn eigenlijk een beetje een eenpitter.’

‘De conjunctuur zit ons ook niet mee. Er is wel interesse in mensenrechten, maar hoe concreet is dat? In economisch moeilijke tijden blijkt toch dat sociale issues minder prioriteit hebben bij bedrijven. Grote bedrijven willen nog wel mee doen, maar de midden- en kleinbedrijven hebben in deze economische crisis andere dingen aan hun hoofd.’

Hoe kan het dat Hivos jullie niet meer steunt? Uiteindelijk zijn jullie toch oorspronkelijk door Hivos opgericht als het Humanistisch Overleg Mensenrechten (HOM).

‘Het was onze keuze om het humanistische aspect eruit te faseren. Humanisme is moeilijk uit te leggen in het Zuiden. Het wordt vaak zelfs gezien als anti-religieus. Daarom hebben we besloten tot de naamsverandering Aim for human rights. Dit is een hele discussie geweest. Humanistische organisaties vonden het ook jammer dat we een ander pad in zijn geslagen.’

‘Hivos is veel pro-actiever in het uitdragen van het humanistische gedachtegoed. Dit zie je terug in hun naam, hun visie, missie en ook hun projecten. Het is een soort van levensovertuiging die wij bewust hebben losgelaten. Maar met die keuze om niet meer humanistisch te zijn, snijd je wel banden af. De familie waar je bij hebt gehoord, steunt je dan minder.’

En hoe nu verder?

‘De kracht en visie van Aim for human rights zat vooral in de verschillende programma’s en onderdelen. De organisatie zelf miste eigenlijk een duidelijke strategie en visie. De medewerkers hebben dan ook een grotere binding met hun eigen onderdeel dan met de organisatie als geheel en zijn bereid echt voor hun eigen programma te knokken. Dat heb ik dan ook in mijn advies aan de Raad van Toezicht naar voren laten komen, dat we ons misschien beter kunnen richten op een mogelijke doorstart van de verschillende programma’s. We gaan dus heel hard ons best doen om deze bij andere organisaties onder te laten brengen of zelfstandig voor te laten bestaan.’

Welke organisaties komen in aanmerking om jullie programma’s over te nemen?

‘ Ons programma ‘Linking Solidarity’ bijvoorbeeld (een programma voor de familieleden van verdwenen personen, red.), wordt misschien overgenomen door Justitia et Pax. Maar de voorwaarde die zij heel terecht stellen is wel dat ook de expertise overgenomen wordt. Dat betekent dat er personeel naar Justitia et Pax moet gaan en daar is weer geld voor nodig.’

‘Ons Vrouwenrechten programma wil zelfstandig doorgaan. Verder zijn ook Amnesty International en IKV Pax Christi eventuele kandidaten om programma’s over te nemen.’

‘Als we drie of vier onderdelen bij andere organisaties kunnen onderbrengen, dan zou dat fantastisch zijn. Dan kunnen we trots de deuren sluiten. En natuurlijk is dat ook heel mooi voor onze partners uit het Zuiden’, voegt Van ’t Hek er aan toe. ‘Want daar draait het natuurlijk allemaal om.’

In uw persbericht noemt u de ‘toenemende concurrentie’ als een van de redenen waarom u moet stoppen. Maar het gaat toch om samenwerking, niet om concurrentie?

‘Er zou ook meer samengewerkt moeten worden. Ik was laatst bij een door branche-organisatie Partos georganiseerde bijeenkomst van clubs die afgewezen zijn door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, allemaal kleine organisaties. Ze zouden de handen ineen moeten slaan. Al zit je maar samen in één kantoor. Je moet kijken waar je samen kunt werken, alleen dan kun je iets bereiken. In principe is die insteek van Koenders om allianties te vormen heel erg zinvol. Organisaties werken nog te veel langs elkaar heen. Een goed voorbeeld zijn de Samenwerkende Hulporganisaties: ze werven het geld wel samen, maar uiteindelijk doen ze toch weer ieder hun eigen ding. Organisaties zouden dus ook meer met elkaar moeten samenwerken, maar op dit moment vissen we wel allemaal in dezelfde vijver. Vandaar die “concurrentie”.’

Tot slot is Vice Versa, in het kader van onze aandacht voor de arbeidsmarkt, erg benieuwd naar het lot van jullie medewerkers.

‘Dat is niet makkelijk. Zij zitten nu ook met de vraag hoe ze een nieuwe baan moeten vinden. Maar ik heb groot respect voor de kalmte en professionaliteit hoe ze ermee omgaan. Ze zijn heel hard aan het werk om manieren te vinden om de programma’s toch te laten voortbestaan. Daardoor is er nu nog steeds grote activiteit binnen de organisatie. Anders had het hier een stuk somberder uitgezien op kantoor.’

Monique van ’t Hek zelf blijft nog werken voor Aim for human rights totdat de organisatie definitief ophoudt te bestaan. Van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een afbouwsubsidie aangevraagd waarmee Aim for human rights nog vier maanden door kan gaan om alles af te ronden. Het is nog afwachten wat hiervan goedgekeurd gaat worden. In de tussentijd zal ze zich inzetten om de onderdelen van de organisatie bij andere programma’s onder te brengen. ‘Het zijn spannende tijden.’