De Millenniumdoelen zijn kwakzalverij

Nog vijf jaar te gaan richting de eindstreep van de Millenniumdoelen. Maar volgens Marc Broere, hoofdredacteur van Vice Versa, is het de hoogste tijd om te kiezen voor een andere strategie voor armoedebestrijding dan te blijven wachten op beloftes die toch niet worden waargemaakt.

Op woensdag 22 september wordt een stoet regeringsleiders in New York verwacht om weer eens een tussenbalans op te maken van de Millenniumdoelen. Ook demissionair premier Balkenende is daarbij aanwezig. Gezien de vorderingen van de kabinetsformatie in Nederland wordt het zeer waarschijnlijk een van zijn laatste buitenlandse reizen als premier. Op dit moment wordt nog vergaderd door de verschillende delegaties die alvast de weg moeten plaveien naar een slotverklaring waarin alle betrokkenen zich kunnen vinden. Hoewel ik geen waarzegger ben, denk ik een redelijke inschatting te kunnen maken van wat er gaat gebeuren. Regeringsleiders zullen elkaar ongetwijfeld plechtig beloven om er ondanks de financiële crisis nog één keer voor te gaan. Waarna iedereen tevreden naar huis keert, terwijl we eigenlijk allemaal diep in ons hart weten dat vrijwel niemand de gedane beloftes zal nakomen en we dus eigenlijk naar een toneelstuk hebben gekeken.

Belangrijkste leidraad voor het ontwikkelingsbeleid

De 8 Millenniumdoelen, die in het jaar 2000 door de Verenigde Naties werden aangenomen, vormen sinds de eeuwwisseling de belangrijkste leidraad voor het nationale en internationale ontwikkelingsbeleid. Ik heb hier al vaker over geschreven, zowel in mijn boek Berichten over armoede als op deze website. Het zijn doelstellingen waar je moeilijk tégen kunt zijn. Wie is er niet voor het halveren van het aantal mensen dat moet rondkomen van minder dan een dollar per dag, of voor het terugbrengen van moeder- en kindersterfte?

Ik heb echter altijd een aantal belangrijke bezwaren tegen de Millenniumdoelen gehad, vooral omdat de politieke en economische oorzaken van het armoedeprobleem nergens worden benoemd. Zoals ik al eerder scheef: er is bijvoorbeeld geen Millenniumdoel dat stelt dat het Westen een stapje terug moet doen in haar rijke levensstijl om ruimte te maken voor de economische groei van ontwikkelingslanden. Ook is er geen Millenniumdoel dat bepaalt dat de natuurlijke rijkdommen van de wereld in 2015 eerlijker verdeeld moeten zijn. Er is evenmin een Millenniumdoel dat stelt dat ontwikkelingslanden in 2015 meer zeggenschap moeten hebben in belangrijke politieke of economische instanties zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. De Millenniumdoelen gaan er eigenlijk vanuit dat het armoedevraagstuk vrij simpel is op te lossen met meer en betere ontwikkelingshulp en met goed bestuur van regeringsleiders in ontwikkelingslanden.

Gevaar loze beloftes op de loer

Daarnaast kan niemand aansprakelijk worden gesteld als de Millenniumdoelen niét worden gehaald. Het gaat namelijk om doelstellingen die zijn afgesproken, niet om een bindend verdrag met verplichtingen. Daarom ligt het gevaar van ‘loze beloftes’ op de loer. En dat blijkt ook wel. In 2005 leek er even momentum te zijn voor de Millenniumdoelen met de G8 top in Glenneagles, die helemaal in het teken stond van armoedebestrijding, en een nieuw Live8 concert van Bob Geldof en zijn vrienden. De rijke landen beloofden toen 27 miljard dollar extra uit te geven aan ontwikkelingshulp om de Millenniumdoelen te halen. Inmiddels weten we dat daarvan uiteindelijk slechts 6 miljard is uitgekeerd; er is helaas geen regeringsleider die hierop kan worden aangesproken.

Ook de timing van de Millenniumdoelen heb ik altijd ongelukkig gevonden. Nadat de mondiale solidariteitsbeweging in de jaren negentig –na de val van de Muur, het einde van de apartheid en het einde van de meeste dictaturen in Latijns-Amerika- grotendeels was weggezakt, stond er rond de eeuwwisseling een beweging van andersglobalisten op die voor nieuw elan en herpolitisering van het debat over mondiale gerechtigheid zorgde. Hierbij ging het echt om de oorzaken van het ontwikkelingsvraagstuk, niet over de vraag of we meer of minder hulp moesten geven. Bovendien streden mensen uit het Westen en uit de ontwikkelingslanden in deze beweging gezamenlijk voor een betere wereld omdat ze beiden getroffen werden door de oneerlijke globalisering van het neo-liberalisme dat als enige ideologie na het verdwijnen van de Muur had gezegevierd. Juist op dat kansrijke moment liet de wereld zich verblinden of -misschien wel beter gezegd- afschepen met de Millenniumdoelen.

Top-down benadering

Het heeft me altijd verbaasd dat ontwikkelingsorganisaties dit hebben laten gebeuren. Juist zij weten als geen ander dat je er met hulp alleen niet bent, maar dat het juist om een verdelingsvraagstuk in de wereld gaat, waarbij hulp hoogstens een bescheiden bijdrage kan leveren. Ook binnen een strategie die wél primair op hulp gericht is, weten zij wat er wel en wat niet werkt. Een goede ontwikkelingsorganisatie weet dat hulpprojecten van onderop gedragen moeten worden en van de kracht en vraag van de mensen in ontwikkelingslanden zelf moet uitgaan. Wanneer je het type hulpprojecten onder de loep neemt die binnen het kader van de Millenniumdoelen plaatsvinden, zie je dat dit vooral tekentafelprojecten zijn die van bovenaf worden gedropt. Het zijn projecten die als een soort ruimteschip neerdalen in ontwikkelingslanden. Zie bijvoorbeeld ook de reportage van Paul Hoebink in de laatste Vice Versa over de Millenniumdorpen van Jeffrey Sachs, de belangrijkste ideoloog van de Millenniumdoelen. Ondanks dat in deze dorpen een aantal duidelijke resultaten op de korte termijn zijn behaald, blijven het interventies van buitenaf; een top-down benadering die op de lange termijn meestal nooit duurzaam is.

Omstreden samenwerking met FIFA-voorzitter Sepp Blatter

Ook heb ik afgelopen zomer met een zekere verwondering gekeken naar internationale campagnes die gerelateerd zijn rondom een Millenniumdoel. Een goed voorbeeld is de Global Campaign for Education (GCE),  rondom het Millenniumdoel dat in 2015 alle kinderen toegang moeten hebben tot onderwijs. In Nederland zijn onder andere Oxfam Novib, ICCO/KerkinActie en een aantal onderwijsbonden penvoerders van deze campagne. GCE haalde een paar maanden geleden met veel enthousiasme en een lovend persbericht Sepp Blatter, president van de wereldvoetbalbond FIFA, binnen als co-voorzitter rondom een speciale campagne tijdens het wereldkampioenschap voetbal.

Deze vriendschap verbaasde me toch wel enigszins omdat het juist de FIFA en Sepp Blatter zijn die ervoor hebben gezorgd dat de gewone Zuid-Afrikaan weinig profijt heeft gehad van het WK. Door allerlei FIFA-regelingen en sponsorcontracten konden kleine Zuid-Afrikaanse ondernemers hun dromen van het WK wel vergeten. Vrouwen bijvoorbeeld die rondom de stadions wonen en er van droomden hun handelswaar aan de supporters te verkopen, moesten allemaal wijken voor de McDonalds en andere vrienden van de FIFA-familie. Ook was het kleine ondernemers verboden om de woorden  ‘2010’of ‘WK’ in hun spullen te verwerken. Om nog maar niet te spreken van hele sloppenwijken die ontruimd werden omdat ze in het zicht van een stadion lagen of omdat op die plek op last van Blatter een nieuw –en peperduur- stadion gebouwd moest worden.

Onrecht wegmoffelen

Het roept bij mij twee principiële vragen op? In hoeverre heiligt het doel hier de middelen? Met andere woorden: hoe ver kun je gaan in het sluiten van je ogen voor politiek onrecht en uitsluiting om een omstreden bekendheid als Blatter als ambassadeur en bestuurder bij de Millenniumdoelen te betrekken? En dan de tweede vraag. In hoeverre verschaffen ontwikkelingsorganisaties Blatter hiermee een soort keurmerk? Want voor de FIFA-baas is deze samenwerking natuurlijk een zegen. Als Amnesty International of Human Rights Watch wijst op gedwongen huisuitzettingen of op Zuid-Afrikaanse vrouwen die dankzij de FIFA werden buitengesloten om iets aan de WK te verdienen, kan Blatter lachend naar zijn samenwerking met de Oxfam Novibs van deze wereld en zijn ambassadeurschap voor de Millennniumdoelen wijzen. De Millenniumdoelen dreigen als schaamlap gebruikt te worden  om ander onrecht weg te moffelen.

Ik schrijf al jarenlang dat ontwikkelingsorganisaties moeten verduidelijken en niet verdoezelen. Mijn belangrijkste bezwaar tegen de Millenniumdoelen is misschien wel dat ze te veel verdoezelen en te weinig verduidelijken.  De Millenniumdoelen als strategie om een rechtvaardige wereld dichterbij te brengen is hetzelfde als kanker bestrijden met een ietwat naïef soort van Amerikaans positief denken (Yes we can, wij zijn de eerste generatie die de armoede kan uitbannen) en met betere en nog meer aspirines. Positief denken kan zeker helpen om mensen zelfvertrouwen te geven, maar je overwint er de ziekte niet mee. En aspirines kunnen de pijn verzachten, maar eveneens de kwaal niet genezen. Als je het heel cynisch stelt hebben de Millenniumdoelen ervoor gezorgd dat de kwakzalverij haar intrede heeft gedaan in de ontwikkelingssamenwerking. Eigenlijk is het daarom geen wonder dat het draagvlak voor ontwikkelingshulp steeds verder onder vuur ligt.