
Coolpolitics: Outsider in de OS
‘Coolpolitics is als het gekke neefje op de OS-familiedag. We zijn wel familie, maar we blijven de outsider.’ Zo omschrijft Jaap Spreeuwenberg Coolpolitics, de stichting die een platform wil bieden aan de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren. Op 10 juni vertrekt Spreeuwenberg als directeur. Zijn advies aan de ontwikkelingssector: ‘Get real.’
Coolpolitics is vooral bekend geworden door de samenwerking met MTV en Lowlands University. ‘Niemand geloofde dat we jongeren enthousiast zouden krijgen voor een college over globalisering van bijvoorbeeld Ruud Lubbers op het Lowlands festival. Toch is het gelukt.’ Internationale samenwerking is een van Coolpolitics’ thema’s. Sinds vorig jaar bestaat Coolpolitics ook in Zuid-Afrika. De spanning tussen ‘cool’ en politiek is volgens Spreeuwenberg een van de grondslagen van het succes van Coolpolitics. ‘Coolpolitics is een merk geworden dat je leuk kunt vinden.’
Na 103 projecten vindt Spreeuwenberg het mooi geweest. Hij begint het bedrijf Stirrr, waar mensen hun eigen evenementen kunnen organiseren. ‘De politieke inspiratiebron is uitgeput. Bovendien ben ik 34. Na acht jaar word je een soort dinosaurus in je organisatie. De club moet zich wel blijven vernieuwen.’
Coolpolitics is voor de helft afhankelijk van subsidies, zoals van Stichting DOEN en Hivos, beide structurele partners. Zo gaat een groot deel van het budget van Hivos voor draagvlakversterking naar Coolpolitics. ‘Coolpolitics heeft natuurlijk heel veel exposure en is voor subsidiegevers alleen al rendabel vanwege ons logo.’ De voorwaarde van Hivos is echter wel dat Coolpolitics niet in zee gaat met andere ontwikkelingsorganisaties en het logo van Hivos bij elk project vermeldt. In hoeverre heeft deze exclusiviteit de groei en agenda van Coolpolitics beïnvloed? ‘Een partnerschap is net als een relatie, daar moet je er niet te veel van hebben. Binnen de kaders van Hivos hebben we veel vrijheid gekregen. Dat is heel bijzonder. Misschien was Coolpolitics groter geweest als we overal hadden kunnen shoppen. Het is wel een soort gouden kooi. Je krijgt natuurlijk een hoop geld, dus zo onredelijk vind ik dat niet. Het biedt ook zekerheid. Toch gaat het niet alleen om geld, het is echt een relatie. Hivos was er ook in slechte tijden.’
Hoe kijkt Spreeuwenberg, als ‘het gekke neefje’, naar de ontwikkelingssector? ‘Ik merk dat de sector heel bang is en defensief. Het gaat alleen maar over transparantie, meten, de hoeveelheid geld en de 0,7 procent van het bruto nationaal product. De sector is veel met zijn eigen overleven bezig. Daardoor gaat het niet meer over de inhoud. De bevlogenheid is murw gebeukt. Dat komt ook door de grote mate van afhankelijkheid van subsidies.’ Volgens Spreeuwenberg is de ultieme strategie om ervoor te zorgen dat je als organisatie geen subsidie meer nodig hebt. Als dit niet mogelijk is, zit er niks anders op dan het subsidiekader van het ministerie van Buitenlandse Zaken te accepteren. ‘Get real’, vindt Spreeuwenberg. ‘Dit is de realiteit en daartegen vechten zal niet helpen. Ik heb acht jaar subsidieaanvragen geschreven en geprobeerd te doen wat ik leuk vond. Dat was mogelijk, ook binnen de kaders die door andere mensen werden gegeven.’