MFS-II: een eerste reactie op het nemen van de eerste horde

In de eerste ronde van MFS-II zijn volgens Lau Schulpen, onderzoeker bij het Centre for International Development Issues Nijmegen (CIDIN), beduidend meer aanvragen afgevallen dan verwacht. De goedgekeurde organisaties laten op het eerste gezicht wel een aardige mix van thema’s zien, al is over de inhoud van de aanvragen nog weinig bekend.

De uitkomst van de eerste ronde van het MFS-2 viel een dag eerder dan algemeen werd aangenomen. Op woensdagmiddag rond vier uur lag het nieuws op straat: van de 43 aanvragen voor subsidie zijn er in de eerste slag 23 gesneuveld. De beoordeling van de aanvragen door het ministerie is, volgens het uitgebrachte nieuwsbericht van het ministerie, door de externe adviescommissie als ‘zorgvuldig, consistent en objectief’ beoordeeld. Ongetwijfeld zullen de afvallers daar enigszins anders over denken, maar laten we er nu maar even vanuit gaan dat die adviescommissie gelijk heeft. Tenzij anders bekend wordt moeten we dan dus simpelweg aannemen dat veel organisaties het minder goed gedaan hebben dan de vorige keer – of, uiteraard, dat ambtenaren (die deze keer de beoordeling voor hun rekening namen) beduidend strengere beoordelaars zijn dan niet-ambtenaren (die dat bij MFS-1 deden). Een dergelijk uitgangspunt betekent overigens ook dat iedere aanvraag op zijn eigen merites is beoordeeld en dat er niet is gekeken in de zin van: ‘hebben we al twee kindgerichte allianties? Dan moeten die andere maar afvallen’. Wat valt dan, in willekeurige volgorde, op?

  1. Er zijn beduidend meer aanvragen afgevallen dan verwacht. Slechts 20 aanvragen zijn door naar de tweede ronde, terwijl steeds sprake is geweest van minstens 30 die door zouden gaan. Uitgaande van bovenstaande moet de conclusie dan luiden dat het gros van de aanvragen relatief slecht scoorde op de vele criteria die het ministerie aan deze eerste ronde had gehangen. Hoe dat precies in de vork steekt weten we niet. Het genoemde nieuwsbericht stelt dat de ‘aanvragen die zijn afgevallen […] niet aan één of meerdere drempelcriteria [voldoen], of […] onvoldoende punten op de organisatie- en/of voorsteltoets [haalden]’. Een dergelijke opmerking is, behalve logisch, helaas ook nietszeggend.
  2. De 20 goedgekeurde alliantieaanvragen omvatten in totaal 74 organisaties die samen een bedrag hebben aangevraagd van €2.8 miljard voor de periode 2011-2015. Met deze eerste ronde is het ministerie er dus in geslaagd om het totaal aantal organisaties iets terug te brengen (er waren er 86 onder MFS-1). Tegelijk: het aangevraagde bedrag van de oorspronkelijke 43 aanvragers bedroeg zo’n €3.7 miljard. Die eerste ronde heeft dus pas €900 miljoen aan besparing opgeleverd. Met de tweede ronde moet dus nog steeds een bedrag van €675 miljoen worden weggewerkt.
  3. Die cijfers geven al aan dat de grote aanvragen door zijn. In het algemeen bevatten de 20 goedgekeurde aanvragen (die dus nu voor ronde 2 mogen indienen) weinig verrassingen of het moet de wonderbaarlijke herrijzenis zijn van Plan Nederland (als hoofdaanvrager) en NiZA (nu met de toevoeging – Action Aid, als medeaanvrager). Beide organisaties waren de grote verliezers van het MFS-1 en worden hierbij weer in ere hersteld.
  4. De 74 organisaties achter die 20 aanvragen zijn voor het overgrote deel met geen mogelijkheid als nieuw te omschrijven. Slechts 14 van die 74 hebben in de periode vanaf 2003, voor zover bekend, geen subsidie ontvangen van het ministerie. Ook in die zin is er weinig nieuws onder de zon. Overigens is geen van die 14 ‘nieuwe’ hoofdaanvrager binnen een alliantie – in die zin lijkt het te lonen om mee te liften met ‘oude bekenden’ en zeker als ze stukken groter zijn. Hoewel die oude bekenden ongetwijfeld nieuwe en innovatieve interventies en werkwijzen kunnen verzinnen (iets dat we niet weten omdat we de inhoud van de aanvragen niet kennen) lijkt het louter op basis van de goedgekeurde organisaties moeilijk vol te houden dat de uitkomst van deze ronde een uiting van de zo gewenste modernisering van OS behelst.
  5. Het gros van de 74 goedgekeurde organisaties zit in één alliantie. De uitkomst laat echter zien dat het loont om op meer paarden te wedden. Zo is ICCO één van haar allianties kwijtgeraakt maar blijft men met nog drie allianties stevig in de race. Cordaid doet eveneens in drie allianties mee – en is ook met alle drie door de eerste ronde heen. Het nieuwe (althans wat betreft overheidssubsidie) AKVO doet in twee allianties mee en met hen doen nog 14 andere organisaties dat waaronder Amref, CARE Nederland, het Nederlandse Rode Kruis (en dat naast hun Klimaatcentrum), Press Now, Simavi, SOMO, en Wetlands International.
  6. Onder de afvallers vallen – zoals velen wellicht hadden verwacht – de twee individuele aanvragers. Opgemerkt moet wel worden dat vooralsnog onduidelijk is of hun afvallen iets te maken heeft met het feit dat ze als enige niet een alliantieaanvraag indienden. Ook Solidaridad is afgevallen en dat is, getuige het feit dat deze organisatie in het MFS-1 met in totaal 88 uit 100 punten tot een van de beter scorende organisaties behoorde, wellicht toch enigszins verrassend. Ook ETC is afgevallen – terwijl deze organisatie in de afgelopen jaren zowel MFS- als twee maal TMF-subsidie ontving maar nu blijkbaar als te licht is bevonden. Iets dergelijks kan ook worden gezegd over IUCN. Opvallende uitvaller is ook de migranten alliantie – en dan vooral omdat zij de afgelopen jaren zo hard aan het binnendringen van het toch relatief gesloten OS-bolwerk in Nederland hebben gewerkt. Het heeft (nog) niet mogen baten. Datzelfde geldt voor de alliantie van drie jonge organisaties die de vorige keer via het Jong&Vernieuwend programma alsnog het MFS inrolden. Een combinatie van drie zulke J&V-clubs is blijkbaar geen garantie voor succes.
  7. Met de nodige slagen om de arm (de inhoud van de aanvragen is immers niet bekend) lijkt het er op dat de goedgekeurde organisaties een aardige mix van thema’s laten zien. Water, milieu, persvrijheid, kinderen, noodsituaties, ondernemerschap, klimaat: het zit er allemaal in. Uiteraard valt het op dat in de afvallers een soortgelijk rijtje kan worden gemaakt. Dit kan echter alleen als potentieel problematisch worden gezien indien kan worden aangetoond dat er sprake is geweest van een meer gestuurde beoordeling die gericht is geweest op een afweging tussen organisaties binnen een bepaald thema (en dus niet van een afweging tussen aanvragen ongeacht hun thematische focus).
Auteur
Lau Schulpen

Datum:
01 april 2010
Categorieën:
Tags: