From Vientiane with Love- 2


Ook in Laos werd afgelopen week stilgestaan bij AIDS Memorial Day en Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie. Hoe beleefde Gerard van Mourik deze dag in zijn standplaats Vientiane?  En waarom zijn homo’s de meest kwetsbare mensen die minder makkelijk aan HIV pillen kunnen komen dan anderen? Lees het in de tweede aflevering van het feuilleton From Vientiane with Love.

 

Het Nederlandse parlement wordt een rad voor de ogen gedraaid. Kent u die uitdrukking? De regering zegt dat ze met hulp en handel beter en efficiënter ontwikkelingssamenwerking en koopwaar organiseert, maar in werkelijkheid wordt er bijvoorbeeld geld weggehaald van AIDS bestrijding voor subsidies aan Nederlandse bedrijven die meer van hun werk in arme landen profiteren. Terwijl Canada de budgetten voor HIV medicijnen bijna verdubbelt, wordt er op het ministerie in Den Haag kleinzielig beknibbeld op geld voor het Global Fund dat HIV bestrijding zo effectief weet te organiseren. En het parlement denkt dat het allemaal wel goed is.

Het was afgelopen week AIDS Memorial Day en Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie (IDAHOT) – ook in Laos. Je maakt er vaak van wat je zelf wilt. Het zijn dagen die veel mensen op hun persoonlijke manier invullen, met gedachten, berichten op Facebook, rituelen, alleen thuis, of samen met familie en vrienden, of op een andere manier, bijvoorbeeld op het werk. De regenboogvlag wordt gehesen, of een kaarsje aangestoken voor geliefden die zijn overleden.

Van groot belang

Persoonlijk zijn beide dagen van groot belang in mijn leven. En dan niet zozeer de dagen zelf, maar meer de onderwerpen die aan de orde zijn, en aspecten waaraan ook door uiteenlopende media en diverse organisaties aandacht wordt gegeven. Ik ben er eigenlijk al lange tijd persoonlijk en professioneel mee in de weer.

Na mijn afstuderen aan de School voor de Journalistiek in Kampen, deed ik mijn vervangende dienstplicht in Manila en werd ik verliefd op Danny. We hadden een heerlijke tijd samen in de Filipijnen en later in Holland, waar hij inmiddels aan de Universiteit van Utrecht Diergeneeskunde studeerde. In 1998 stierf hij helaas aan AIDS. Ik heb zijn as, samen met mijn lieve moeder en mijn liefste vriendin, in een tas teruggebracht naar zijn moeder in Manila.

Ruim 10 jaar later, in 2009, kreeg ik te horen dat ik zelf HIV had, en waren er inmiddels medicijnen die voor Danny te laat kwamen. De dood van mijn Prins uit het Verre Oosten was een nachtmerrie, maar ook de inspiratie om me wereldwijd met hart en ziel in te zetten voor kwetsbare mensen met HIV, en ervoor te zorgen dat het geen doodsvonnis meer zou zijn. Ik heb er heel flink aan getrokken met het Global Fund in Geneve,  en met VN-organisaties als UNDP en met regeringen en NGO’s in met name Afrika en Azië keihard gewerkt om HIV medicijnen beschikbaar te krijgen voor iedereen.

Mega ingewikkelde onderhandelingen

Ik heb mega ingewikkelde onderhandelingen gevoerd met presidenten, ministers en beleidsmedewerkers en met hoogleraren, dokters en activisten om HIV pillen in hun klinieken en ziekenhuizen te krijgen. Het motto van mijn held Joep Lange in de praktijk gebracht: als we Coca Cola in alle dorpen ter wereld kunnen drinken, dan ook HIV pillen op die plekken beschikbaar. Maar het is nog steeds geen vanzelfsprekendheid dat je, als je HIV hebt, ook gelijk de pillen krijgt die we in Holland hebben, en vergoed bovendien door onze ziektekostenverzekeringen.

Mijn vrienden in Lagos, Conakry, Bamako, Kinshasa, Bujumbura, Kampala, Nairobi, Dar es Salaam, Harare, Addis Ababa, Juba, Phnom Penh, Manila, Jakarta, Islamabad, Kabul, Tbilisi, Moskou, New Delhi, Lhasa, en ook hier in Vientiane, hebben nog lang niet gelijk pillen beschikbaar die hun in leven houden of de kwaliteit van leven verbeterd als ze HIV hebben of krijgen.

Betrouwbare, levensreddende, testen om de weerstand te meten of, als eenmaal met pillen is begonnen, de hoeveelheid HIV in hun bloed, zoals bij ons in Holland, zijn niet of nauwelijks beschikbaar. Voor homo’s. (En dat is mijn brug voor IDAHOT.)

Stigma

De eindstrijd, de ‘end game’ zoals UNAIDS dat noemt, om iedereen met HIV aan de pillen te krijgen, hangt in grote mate samen met vernedering, haat, discriminatie en stigma die de meeste homo’s in eerder genoemde steden  meemaken. In hun dagelijks leven heerst angst, schaamte en onzekerheid. En als je ziek wordt, durf je eigenlijk niet direct naar de dokter voor advies of onderzoek. Veel homo’s gaan dan ook dood door de gevolgen van HIV.

En dat is een feit waar ik steeds woedend van word, omdat vooral in kamertjes op ministeries, of in vergaderzalen van de VN, nog steeds veel te veel zonder kennis van zaken en met grote mate van zelfingenomenheid onnodig veel vergaderd wordt over leven en dood. En over homo’s met HIV: de meest kwetsbare mensen die het niet redden zonder pillen
Ik gun minister Ploumen goeie adviseurs, en ambtenaren die minder lullen, en meer poetsen; die ervoor zorgen dat homo’s bescherming, respect en liefde krijgen. En HIV pillen. Hier in Vientiane, en overal ter wereld. Zonder compromis.

 

Auteur
Gerard van Mourik

Datum:
19 mei 2016
Categorieën: