
‘Ach en wee’ als het gaat om democratie in Afrika
BLOG – Bengt van Loosdrecht, plaatsvervangend directeur Afrika bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft het idee dat Afrikaanse landen de goede richting op gaan als het gaat om democratie. Toch moet er veel veranderen, omdat in veel landen politici nog te weinig begrip hebben voor de fundamentele beginselen van democratie.
Het is een beetje afgezaagd. Meteen ‘ach en wee’ gaan roepen als je de woorden Afrika en democratie in één adem noemt. Niet dat daar geen aanleiding toe is. Maar het is wel een beetje voorspelbaar. Zoals ‘ach en wee’ gaan roepen als je praat over de zorg in Nederland. Die zou belabberd zijn, zeker in vergelijking met omringende landen. Patiënten zouden op lange wachtlijsten staan. Diagnoses zouden soms raak zijn, maar vaak ook niet. En de zorg zelf zou ook weinig meer voorstellen, als je afgaat op gesprekken op Hollandse verjaardagsfeestjes. ‘Het lijkt hier wel een derdewereldland’, is een commentaar dat mij altijd versteld doet staan. Fact free opinions.
In tegenstelling tot de zorg in Nederland is het met de democratie in de wereld niet bijzonder goed gesteld. Afrika vormt daarop geen uitzondering. Mauritius zou daar volgens sommige strenge bronnen de enige echte democratie zijn. Mauritius ja, dat is ook Afrika. De overige landen in Afrika vertonen kleinere, maar soms ook ernstige gebreken. En de trend zou negatief zijn: onder de 49 landen in Sub-Sahara Afrika zou de groep ‘electorale democratieën’ de afgelopen tien jaar zijn gekrompen van 24 tot 19, zo citeert The Economist de Amerikaanse denktank Freedom House.
Adem van de democratie
Begin jaren ’90, na de val van de Muur, was ook Afrika in de ban van de wind van vrijheid en opluchting die door Europa waaide. De toenmalige Franse president Mitterrand liet de verwachtingen hoog oplopen toen hij in 1990 tijdens een Frans-Afrikaanse top in La Baule, verklaarde dat ‘De adem van de democratie over de hele planeet zal rondgaan.’ Ik moet bekennen dat ik destijds ook enthousiast was. Maar Afrika was in die dagen nog het toneel van felle strijd en onderdrukking: de Apartheid was in Zuid-Afrika nog niet voorbij, er woedden nog burgeroorlogen in Angola en Mozambique, de Zaïrese president Mobutu Sese Seko stond bekend om zijn nietsontziende zelfverrijking, de tweede burgeroorlog in Soedan leek uitzichtloos.
Na La Baule ging het snel: veel West-Afrikaanse landen kregen gekozen leiders, Mandela werd president, Angola en Mozambique kregen vrede. In veel landen kwam een levendig debat op gang over maatschappelijk middenveld, over de rol van de media, en over de noodzaak van regelmatige regeringswisselingen. Dat debat legde de kiem voor democratische ontwikkelingen die veel hoop gaven voor de toekomst van Afrika. Het was een opwaartse trend. Hele bevolkingen gruwden van wrede dictators en van staatsgrepen. Die worden nu ook niet langer gezien als acceptabel middel om de macht te grijpen.
De opwaartse trend lijkt helaas een beetje voorbij. Zuid-Sudan heeft zich afgescheiden, maar democratie heeft plaatsgemaakt voor oorlog. In Burundi dreigt een nieuwe burgeroorlog na onenigheid over de derde termijn van de president. Staatsgrepen mogen dan zijn afgezworen, morrelen aan de grondwet lijkt nu een middel om de macht te behouden, zoals in de Democratische Republiek Congo en Congo-Brazzaville.
Het is waar dat er in veel landen wetten worden aangenomen om de ‘democratische ruimte’ te verkleinen. Regeringspartijen hebben vaak meer toegang tot geld voor hun campagnes; die staan dus op voorsprong. Ngo’s krijgen het moeilijker, omdat zij verantwoording moeten afleggen voor buitenlandse financiering. Mediawetten worden aangescherpt, en bij veel journalisten zie je zelfcensuur omdat ze bang zijn in conflict te komen met machtige politici die het niet zo nauw nemen met de rechtsstaat. Er zijn ook landen waar media niet op prijs worden gesteld of tegengewerkt. Het is helaas een beetje een trend, die wij op het ministerie van Buitenlandse Zaken waarnemen in veel landen. Maar gelukkig niet overal.
Te lang zittende presidenten
En toch, ondanks de somber stemmende berichten over te lang zittende presidenten, hardnekkige dictaturen, oorlogen en mensenrechtenschendingen die worden beantwoord met beleefde terechtwijzingen, heb ik een ander gevoel bij wat er op het continent gebeurt. De richting is goed. Maar er zijn nog te veel landen waar politici nog te weinig begrip hebben van de fundamentele beginselen van democratie. Tegenstanders mogen het recht hebben het oneens te zijn met de partij aan de macht. Als dat recht wordt geschonden, als het staatsapparaat wordt misbruikt om opposanten de mond te snoeren of te martelen, dan is er iets mis.
De jeugd in Afrikaanse steden zal het niet langer pikken dat politici de macht en de banen verdelen en geen kansen of werk creëren voor de jeugd. Jongeren zijn er vaak goed opgeleid, ze hebben smartphones en weten precies wat er gebeurt in de grote steden van het continent: Ouagadougou, Kinshasa, Brazzaville. Als de zittende machthebbers niet luisteren naar de jongeren in hun land, als ze denken dat ze op ouderwetse manier kunnen regeren zonder kansen voor de toekomst, dan hebben ze het mis. Alle jongeren hebben gehoord van de beweging balai citoyen ofwel burgerbezem in Burkina Faso. We weten hoe het is afgelopen met Blaise Compaoré…
Bengt van Loosdrecht is plaatsvervangend directeur Afrika bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.