Pronk als Nederlandse ‘Mister Ontwikkelingshulp’

BLOG – Onlangs verscheen het boek Op zoek naar een nieuwe kaart van Jan Pronk. Ontwikkelingsdeskundige en Afrika expert Aart van der Heide nam het mee op reis naar Tsjaad en Malawi en beschrijft waarom het boek hem nieuwe energie geeft.

Ik kende Jan Pronk als de minister die in zijn rechterhand een koffertje had met ideeën en ideologieën en in zijn linkerhand een koffer met geld om te financieren. Ik had altijd veel respect voor deze man vanwege het feit dat hij voor mijn generatie Afrika op de kaart heeft gezet. Hij durfde ook zijn mond open te doen toen de schandalen in Srebrenica bekend werden en hij het woord ‘genocide’ in zijn mond nam. Wim Kok zijn premier was kwaad op hem toen hij dat zei en liet hem alle kanten van het torentje zien. Gelukkig had Pronk toen zijn veren nog en Kok niet meer. Hij was ook een minister die als je hem een brief stuurde altijd persoonlijk antwoord gaf. Toen de partij waarin hij groot was geworden de illegaliteit in Nederland strafbaar wilde stellen heeft hij zijn lidmaatschap opgezegd. Ik heb hem toen een mailtje gestuurd waarin ik zei dat ik zijn betrokkenheid en ook dapperheid erg waardeer en eigenlijk heel trots was op iemand die zo duidelijk richting gaf aan zijn gevoel voor rechtvaardigheid.

Op dit moment bevind ik me in Tsjaad om werken aan een groot voorstel om armoede te bestrijden. De EU geeft in het kader van het EDF (European Development Fund) geld aan Tsjaad geld om tegen onder andere de hoge aantallen kinderen die een groeiachterstand hebben te strijden. We weten dat groeiachterstand het gevold van armoede en onwetendheid is. De vraag is hoe je de vele arme moeders met kinderen zo kunt bereiken via de overheid dat je zeker weet dat over tien jaar er minder groeivertraging is. We weten ook dat een overheid er is om dit voor zijn burgers te doen. In mijn werk hier weet ik voor wie ik werk. Ik kom ook op ministeries veel goede en gemotiveerde mensen tegen. Ook kom ik in contact met ngo’s die hier aan werken. Zelfs bij de vele VN organisaties ontmoet ik mensen die strijden voor een goede zaak. Veel van deze organisaties zijn intussen volledig geafrikaniseerd. Een goede zaak en een resultaat van jaren ontwikkelingswerk Wat ik mis is een spiegel om zaken beter te begrijpen. Het boek van Jan Pronk hield me die spiegel voor. Het geeft me energie om door te gaan maar weet ook dat wat hij zegt vooral inhoudt dat ontwikkelingswerk thuiswerk is. Ik schreef tijdens mijn werk in Malawi en in Tsjaad mijn indrukken op over het boek.

Jan Pronk is een doorzetter en een vechter. Hij verkeert niet meer in het politieke midden in Den Haag. Hij was te uitgesproken en koos te duidelijk voor de armen en de onderdrukten. Hij bleef een echte Uyliaan terwijl Wim Kok de socialistische veren afgooide en het neoliberalisme omarmde. Een nieuwe ideologie die meer schade aanrichtte in de wereld dan welke natuurramp dan ook. Pronk bleef jammer genoeg dat ene oog dat koning is in de wereld van blinden. Het volgende schreef ik op over zijn boek. Het boek dat mij nieuwe energie gaf om door te gaan.

Dit boek leest makkelijk maar de dichtheid aan informatie is zo hoog dat je het in stapjes moet lezen. Het gaat niet alleen over verspreide aantekeningen over ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking maar geeft ook een inzicht hoe onze Nederlandse ‘Mister Ontwikkelingshulp’ als mens en als gelovig humanist rekening houdt met zijn naaste. Hij snijdt in dit boek zeven verschillende onderwerpen aan maar in alle hoofdstukken staat de arme en verdrukte mens centraal. Pronk wijst ons erop dat we deze nooit mogen vergeten. Zijn betrokkenheid bij alle tegenwoordige problemen die deze wereld kent doet hij heel uitgebreid uit de doeken. Vooral het mededogen dat hij toont met de vele vluchtelingen in de wereld is heel groots. In ‘De hulp voorbij’ maakt hij heel duidelijk hoe we ook ons zelf eens moeten evalueren en kijken wat wij vanuit het rijke westen de laatste decennia hebben gedaan. Hij schuwt de woorden arrogantie, betweterij en eenrichtingsverkeer niet.

In het deel ‘Keizer zonder kleren’ citeert hij ervaringsdeskundigen die jaren in het veld hebben gewerkt en een goddelijke nederigheid hebben aangenomen. Ook houdt hij ons een spiegel voor hoe wij ons beter het Bijbelse woord kunnen eigen maken zoals Jezus zei: ‘Wie aan de armsten onder ons heeft gedacht heeft aan mij gedacht.’ Ik wil hem geen profeet noemen maar deze titel verdient hij wel. Zou hij katholiek zijn dan zou ik hem voordragen om Heilig verklaard te worden na zijn dood. Helaas dat zou hij nooit willen. Pronk stelt wel de mens centraal en daarom voegt hij aan de discussie over de wereldproblemen vooral de menselijke factor toe. Aan het einde krijgt zowel het kabinet als Heineken terecht een veeg uit de pan. Heineken kreeg van dit kabinet geld vanwege verduurzamingpogingen. Pronk zegt terecht dat bier drinken – hij bedoelt te veel – alleen maar ellende brengt. Ook in Afrika. Afrikanen zouden dit boek graag lezen en dan zeggen dat er gelukkig veel goede blanken zijn. Ik raad Pronk aan korte stukken uit dit boek in een eenvoudiger taalgebruik in kolomvorm in een krant als de Telegraaf te publiceren. Veel eenvoudigen van geest zullen dit graag tot zich nemen.

Een heel leerzaam maar ook informatief boek dat ook veel ervaringsdeskundigen als ik de ogen verder kan openen. Daarom: koopt het of geeft het als cadeau!

Auteur
Aart van der Heide

Datum:
17 februari 2016
Categorieën: