‘Privatisering van ontwikkeling is onze grote zorg’

VERSLAG –Terwijl de schijnwerpers op het bedrijfsleven staan om ontwikkeling te doen slagen, wordt de ruimte voor maatschappelijke organisaties wereldwijd steeds kleiner, stelt CIVICUS. Juist dat is een grote bedreiging voor het slagen van de SDG’s.

Zojuist kreeg hij de lachers al op zijn hand met het omdopen van de SDG’s tot de Elvis-agenda – ‘a little less conversation, a little more action please’ – en nu dropt Danny Sriskandarajah weer een statement alsof het een achteloze bijzin is. ‘Oh and please, don’t be cruel to us’, sluit de secretaris-generaal van CIVICUS, een coalitie van activisten en maatschappelijke organisaties wereldwijd, zijn verklaring af. We zijn bij een van de vele side-events in New York, de ‘interactieve dialoog’ From Global Conversation to Global Action. Hier spreken de Angela Merkels, Paul Polmannen en Sriskandarajahs van de wereld over het realiseren van die ambitieuze agenda. Voor wie zich murw geslagen voelt met alle plechtige woorden, is het aanschuiven van de CIVICUS-voorman een verademing. Wat we als samenleving moeten doen met deze mooie agenda? Simpel, zegt Sriskandarajah. Onthoud deze drie Elvis-liedjes:

Always on my mind. ‘Want nu is er een gevoel van urgentie in de wereld, en dat moeten we vasthouden. Dit is het moment om de doelen beroemd te maken.’

All shook up. ‘Het gaat er niet meer om wat staten voor elkaar of voor hun bevolking doen, het gaat om partnerschappen. We moeten allemaal onze rol heroverwegen.’

En: Suspicious minds. ‘We moeten leiders kritisch volgen en verantwoordelijk houden voor de beloftes die ze dit weekeinde maken.’

En niet cruel zijn voor civil society dus, alsjeblieft. Het publiek gniffelt wat mee, maar die afsluiter is niet zomaar een terloopse toevoeging. Want in elk van die drie hitjes heeft het maatschappelijk middenveld een cruciale rol. Als de wereld écht wil dat wij die innemen, verklaart Sriskandarajah, moeten haar leiders ons die betekenisvolle plaats bieden.

Die oproep is urgent: in bijna de helft van de wereld – 96 van de 193 landen – staat de ruimte voor maatschappelijke organisaties en activisten onder druk. Dat blijkt uit een rapport dat CIVICUS deze zomer publiceerde. ‘We weten al langer dat de ruimte steeds verder werd beknot,’ stelt Sriskandarajah, ‘maar het blijkt nog sterker te zijn dan veel mensen denken.’ Vooral vrijheid van vereniging, vergadering en meningsuiting worden beperkt – vrijheden die essentieel zijn voor het bestaan van organisaties.

Dat is ook problematisch voor het uitdragen van de SDG-agenda. Juist nu is de schijnwerper gericht op de private sector voor het voorstuwen van ontwikkeling. Samenwerkingen tussen overheden, ngo’s en bedrijven biedt grote mogelijkheden, maar heeft ook een keerzijde. Zoals Laila Ait Baali van WO=MEN afgelopen week op Vice Versa al waarschuwde, is het gevaar dat maatschappelijke organisaties niet langer een waakhondfunctie kunnen vervullen, omdat ze afhankelijk worden van diezelfde ondernemingen.

De link tussen onverantwoord ondernemen en de druk op maatschappelijke organisaties, wordt steeds duidelijker, stelt CIVICUS in het rapport. Een greep uit de voorbeelden: Moord op milieuactivisten in Brazilië. Intimidatie van Indiase organisaties die het debat aangaan over economische ongelijkheid. Detentie van activisten die zich uitspreken tegen olie-exploratie in Congo. ‘Macht en hulpbronnen komen steeds meer in de handen van een kleine politieke en economische elite. Wie opkomt voor eerlijke verdeling en rechten voor arbeiders, loopt steeds vaker gevaar.’

‘Privatisering van ontwikkeling is een belangrijke zorg voor ons’, stelt ook Mandeep Tiwana, hoofd beleid en onderzoek bij CIVICUS. ‘Voor het slagen van de SDG’s is de kwaliteit van multi-stakeholder-partnerschappen essentieel. Doel 17 erkent dat expliciet. Maar sommige overheden die deze agenda moeten implementeren, zijn actief betrokken bij repressie van fundamentele vrijheden en het vervolgen van maatschappelijke organisaties. Bedrijven onderhouden soms sterke banden met hen.’ Als we hen verantwoordelijk maken voor het leveren van basale diensten, is het risico groot dat de meest gemarginaliseerde groepen niet worden gehoord, stelt Tiwana. ‘Maatschappelijke organisaties moeten de waakhonden kunnen blijven die zorgen dat de voordelen van ontwikkeling ook terechtkomen bij degene voor wie het is bedoeld.’

‘De banden tussen corrupte politieke elites en onverantwoordelijke bedrijven zijn een grote bedreiging voor activisten die strijden tegen corruptie en mensenrechtenschendingen’, stelt Tiwana. ‘Dat moeten we doorbreken om de private sector ook verantwoordelijk te houden voor hun bijdrage aan de SDG’s. Alleen dan kan samenwerking betekenisvol zijn.’

Volgens Tiwana stemt de sfeer in New York in elk geval hoopvol. ‘Er is zeker een gevoel van geschiedenis schrijven, het raamwerk is universeel en zal de komende vijftien jaar beleid sturen. De belangrijkste taak voor ons na New York is verzekeren dat mensen bekend zijn met de beloftes die aan hen zijn gemaakt en te zorgen dat besluitvormers die beloftes nakomen.’ Iedereen: Suspicious minds!

Auteur
Eline Huisman

Datum:
05 oktober 2015
Categorieën: