Hoe Hippocrates-proof is Frederik van Oudenhoven?

INTERVIEW – In deze interviewserie onderwerpen Marc Broere en Ellen Mangnus prominenten uit de ontwikkelingssector aan de dokterseed van Hippocrates. Deze keer etnobioloog Frederik van Oudenhoven, die vier jaar uittrok om een onthullend en ambitieus boek te schrijven: With Our Own Hands. Zijn studie van de bedreigde voedselcultuur van een van ’s werelds meest geïsoleerde beschavingen, een bergvolk op de grens tussen Afghanistan en Tadzjikistan, levert voor ontwikkelingswerkers urgente eyeopeners op.

Eind juni verscheen dit ambitieuze boek van de Nederlandse etnobioloog Frederik van Oudenhoven en zijn Oostenrijks-Canadese co-auteur, Jamila Haider. Aan de hand van eeuwenoude recepten verhalen ze over het dagelijks leven van de Pamirs, een bergvolk op de grens van Afghanistan en Tadzjikistan. De schrijvers nemen letterlijk een kijkje in hun eenvoudige keukens en gaan in gesprek met de koks over de gerechten met vaak geneeskrachtige ingrediënten. Zo ontsluieren ze de geschiedenis van een volk en de manier waarop dit al duizenden jaren zijn eigen voedsel verbouwt. In een omgeving waar overleven van oudsher tot kunst verheven is, is het traditionele eten met alle gebruiken en verhalen daaromheen, bij uitstek een middel om de eigen cultuur en identiteit te versterken, aldus etnobioloog Frederik van Oudenhoven.

De afgelopen vier jaar is hij bezig geweest om zijn droomproject waar te maken. Een man met een missie dus, en dat zal ook blijken tijdens het gesprek. With Our Own Hands is naast een kookboek vooral een boek over ontwikkeling en identiteit. Het zit vol met bescheiden hints en prangender adviezen aan de ontwikkelingssector over het belang van respect voor de lokale cultuur en de identiteit van een doelgroep. Frederik van Oudenhovens project raakt aan meerdere geloftes, ook uit de Eed van Hippocrates.

* Ik sta ten dienste van mijn medemens

‘Mijn eerste associatie bij deze gelofte is het boeddhisme. De belangrijkste leefregel van het boeddhisme is dat we worden gevormd door de mensen met wie we in aanraking komen. Zonder hen bestaan wij niet. Je probeert andere mensen te dienen, niet alleen uit dankbaarheid, maar ook omdat je eigen geluk van hen afhankelijk is. Binnen de ontwikkelingssamenwerking is het ten dienste willen staan van anderen ook de motivatie waarmee mensen bijna altijd beginnen, maar waar het vaak op stukloopt. Als je echt iets wilt doen dat ten dienste van die medemens staat, loop je tegen structuren aan die ervoor zorgen dat het moeilijk is om dat wat ook echt helpt voor elkaar te krijgen.

‘Het was bijvoorbeeld heel ontmoedigend om steun te zoeken voor dit boek. Oxfam Novib schreef me, bij aanvang van het project, dat ze het een mooi idee vonden, maar dat het te veel thema’s aanroerde. Het boek ging volgens hen zowel over vrouwenemancipatie, klimaatverandering, inkomensongelijkheid, landbouw en toerisme: dat konden ze niet in één hokje en budgetlijn stoppen en daarom werd het afgewezen. Als je bezig bent met dingen die holistisch trachten te zijn, als je muren wilt slechten die dwars door verschillende disciplines heen lopen, dan is het heel moeilijk om binnen de ontwikkelingssamenwerking iets voor elkaar te krijgen.

‘De Aga Khan Foundation is de grootste donor in het gebied van de Pamirs. Ze hebben honderden miljoenen te besteden en stoppen dat vooral in projecten die met infrastructuur en gezondheidszorg te maken hebben. Dat is ook ontzettend belangrijk, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar daardoor worden dingen die wat subtieler zijn al snel over het hoofd gezien, bijvoorbeeld dat identiteit heel belangrijk is en dat er veel rijkdom schuilt in de geschiedenis van het volk en in de planten en gewassen die ze zelf hebben veredeld en die een enorme bron van kracht zijn. Maar hoe steun je dat? Daar kun je niet zomaar een miljoen dollar tegenaan gooien zodat die traditie wel bewaard blijft.

‘Via mijn werk bij Bioversity International kwam ik met de Pamirs in aanraking. Als bioloog kun je landbouwdiversiteit als iets puur genetisch benaderen: namen van soorten en eigenschappen van de zaden en gewassen. Dan ontdoe je de natuur echter van de waarde die ze heeft. Als je mensen vraagt wat zaden betekenen of wat diversiteit betekent, dan gaat het om veel meer. Dan is het niet zomaar een abrikozenboom meer, maar een boom die ooit door de overgrootouders is geplant, een heilige boom waarvan het hele dorp nog een stekje of afstammeling heeft, en dan zie je sociale netwerken die rondom zaden ontstaan. De kracht om iets te bewaren en te beschermen is veel groter als je iets beziet vanuit die brede wereld van eten, religie en ook genetica, dan wanneer je het puur vanuit één discipline bekijkt. Maar zo’n benadering vergt fantasie en tijd, en dus geld, en dat is lastig voor organisaties. Daarom vind ik het ook zo moeilijk om mijn weg te vinden binnen de ontwikkelingssamenwerking. Je past niet snel in een bestaande organisatie zonder dat je daarvoor iets uit die “brede wereld” moet opgeven.’

Het hele artikel lezen? Neem dan een abonnement op de Vice Versa en krijg dit nummer nagestuurd! 

Auteur
Marc Broere

Datum:
21 augustus 2015