PvdA pleit voor verbod op kinderarbeid

Kinderarbeid is toch allang verboden? Dat klopt, maar afdwingbare wetgeving geldt enkel voor landen in Europa en niet wereldwijd. Voor producten van buiten de EU zijn geen regels, enkel vrijwillige richtlijnen. De PvdA wil hier een eind aan maken en presenteerde vorige maand daarom een initiatiefnota om producten van kinderarbeid te verbieden op de Nederlandse markt. Vice Versa praatte met hem over zijn beweegredenen.

De vaak schrijnende arbeidsomstandigheden in ontwikkelingslanden krijgen tegenwoordig steeds meer media-aandacht. Onlangs zorgden de Engelse consumenten die handgestikte labels met ‘forced to work exhausting hours’ en ‘degrading sweatshop conditions’ in hun kleding van de Primark vonden nog voor opschudding. De arbeidsomstandigheden laten ook de PvdA niet onberoerd. Roelof van Laar, woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking in de Tweede Kamer, presenteerde daarom een initiatiefnota om producten van kinderarbeid te verbieden op de Nederlandse markt.

Na zijn studie richtte Roelof van Laar de stichting Stop Kindermisbruik (nu Free a girl) op, waar hij tot 2013 directeur van was. Daarna begon hij  als Tweede Kamerlid bij de PvdA. De stapels van zijn eigen boek over de strijd tegen meisjeshandel en kleurrijke foto’s van Afrika in zijn kantoortje bij het Binnenhof laten zien dat deze thema’s hem nog altijd aan het hart gaan. Het is dus niet verwonderlijk dat hij nu als woordvoerder ontwikkelingssamenwerking een initiatiefnota om producten van kinderarbeid op de Nederlandse markt te weren aanbiedt aan minister Ploumen.

Roelof van Laar begint zijn verhaal: ‘Ik verbaas me er eigenlijk over dat zoiets nog helemaal bestaat. In Nederland heb je duidelijke wetgeving die kinderporno verbiedt, of het nu een Nederlands kind, een Vietnamees of Nigeriaans kind is. Bij kinderarbeid is dat niet zo. In Nederland is het absoluut verboden, maar wanneer producten uit het buitenland komen, zijn er geen regels.’

Van Laar is zelf stellig overtuigd: ‘De Nederlandse consument wil geen shirt kopen waaraan kinderen hebben moeten werken. Of ergens kinderarbeid aan te pas is gekomen kun je zelf nooit achterhalen, daarom moeten we als wetgever een poging wagen.’

Due diligence

In Nederland maakte de Leerplichtwet van 1900 een definitief einde aan de kinderarbeid. Inmiddels kennen alle landen Europa soortgelijke wetgeving. Ook internationaal zijn er afspraken gemaakt tussen landen. Van Laar noemt zijn initiatiefnota een aanvulling op de bestaande vrijwillige richtlijnen van het OESO of de UN guiding principles over due diligence van Ruggie uit 2011. ‘Nog maar heel weinig bedrijven zijn daar echt mee bezig. Er zijn een aantal toppers, maar als je breed kijkt naar het bedrijfsleven is dat nog heel weinig. Daarom moeten we een wettelijke norm stellen.’

Ter illustratie verwijst Van Laar naar de tabaksplantages in de VS, waar kinderen nicotinevergiftiging oplopen omdat ze zonder bescherming werken. ‘Tabaksbedrijven zeggen “dat is onze verantwoordelijkheid niet.” Het eerste waar deze wet voor zorgt is dat duidelijk wordt wat de verantwoordelijkheid van bedrijven is. Je hebt niet alleen een richtlijn, maar echt een wet. Het wordt duidelijk wat ze moeten doen, namelijk inzicht geven in hun productieketen en zorgen dat die schoon is.’

Hij vervolgt: ‘Het gaat over waar je als bedrijf eerlijker wijze op aangesproken kan worden. Er zijn bedrijven die de fabricage van kleding in Bangladesh controleren, maar enkel kijken of de naden recht zitten, en niet hoe oud het meisje achter de naaimachine is en hoelang ze al aan het werk is. Dat is een keuze die bedrijven maken om het te willen weten en te willen controleren.’

Volgens Van Laar zijn er in ieder geval genoeg gevallen bekend waarbij ngo’s waarschuwen dat er ergens kinderarbeid plaatsvind en er een westerse afnemer bij betrokken is.

Beste methode

Volgens Van laar is een verbod te verkiezen boven een andere aanpak. ‘Een certificaat betekent dat bedrijven moeten rapporteren of ze zich aan due diligence verplichtingen houden. Dan zadel je ze met enorme lasten op. Met een verbod op producten van kinderarbeid hoeven ze niet constant aan te tonen dat ze zich eraan houden, maar geef je bedrijven wel een duidelijke motivatie om met due diligence aan de slag te gaan,’ legt Van Laar uit.

‘Over de Dodd-Frank Act waren mensen ook sceptisch, maar je ziet toch dat nu tweederde van de mijnen in Congo niet meer in handen zijn van milities. Dan zie je dat zo’n wet toch een enorm effect heeft.’

Bedrijven

Van Laar betoogt dat bedrijven die zich al inzetten om hun maatschappelijke impact in kaart te brengen en verbeteren geen last van de nieuwe wet zullen hebben. ‘Sterker nog, ze zullen er baat bij hebben, want hun concurrenten die er lak aan hebben lopen kans op een boete als ze doorgaan.’

‘Uit ervaring weten we dat bedrijven zich aan zullen passen aan de wettelijke norm. Als je bijvoorbeeld naar de uitstoot van Shells raffinaderijen in Rotterdam kijkt zie je dat die met schokken naar beneden gaat, precies op de momenten dat de als de wettelijke norm werd aangepast.’

Wet

Om bedrijven de goede kant op te krijgen is het belangrijk om ze zekerheid te geven. ‘Van L’Oréal wordt bijvoorbeeld gezegd dat ze mica halen uit India, een grondstof voor make-up waarvan het extra gaat glimmen, en die micamijnen zitten vol met kinderen. Je wilt voorkomen dat ze simpelweg stoppen hun producten op de Nederlandse markt te verkopen. Daarom moet je wetgeving zo inrichten dat bedrijven zekerheid hebben.’ Van Laar is bovendien bezig om via VNO-NCW met bedrijven te overleggen hoe ze hier tegen overstaan.

In de initiatiefnota worden verschillende manieren om de wet in te richten voorgelegd. ‘We zijn nu aan het verkennen wat de voor- en nadelen zijn, maar wanneer het OM als toezichthouder in het spel wordt gebracht heb je een krachtiger naleving. Het OM kan een inval doen bij bedrijven of in dwingen stukken te overleggen, waardoor het veel gemakkelijker wordt om die productieketen in kaart te brengen. Zolang het maatschappelijke organisaties versus bedrijven is blijft het een soort hearsay.’

Flankerend beleid

Van Laar erkent dat enkel een verbod op producten geen volledige oplossing biedt en pleit daarom voor flankerend beleid, waarbij bedrijven zelf oplossingen regelen wanneer ze kinderarbeid tegenkomen.

‘Het voortraject is belangrijk. Het bedrijf moet gaan identificeren waar risico’s op kinderarbeid zitten, hoe ze daar op inspelen en mee omgaan. Zorgen dat er beleid is om die kinderen een andere toekomst te geven. Zomaar een contract opzeggen of kinderen de fabriek uitgooien is nooit een oplossing.’

Hoe dat flankerend beleid eruit moet komen te zien verschilt per situatie. ‘Als het om achtjarige meisjes gaat die op een verschrikkelijke manier worden uitgebuit moeten die gelijk naar een opvanghuis, maar met jongeren die te lange uren draaien kunnen afspraken gemaakt worden over school en werk combineren, zodat ze niet hun inkomen verliezen. Ngo’s kunnen helpen met oplossingen.’

Vervolg

Van Laar hoopt dat Nederlandse wetgeving Europese naleving zal krijgen zodat het initiatief daadwerkelijk zoden aan de dijk kan zetten. ‘Met name van de Noordelijke landen, maar ook van de sociaaldemocraten in Duitsland verwacht ik dat ze hier heel welwillend tegenover staan.’

Volgens Van Laar reageerde onze eigen minister Ploumen van ontwikkelingssamenwerking enthousiast, maar wil ze eerst onderzoeken of er nu inmiddels wel vruchtbare bodem voor een Europees initiatief te vinden is. Van Laar rekent erop dat andere partijen zijn initiatiefnota zullen ondersteunen.. In september of oktober zal er overleg met de minister plaatsvinden waarin meer duidelijk wordt.

Auteur
Marjolein Quist

Datum:
11 juli 2014
Categorieën: