
Pascal Lamy heeft zijn glans verloren
Volgens eigen zeggen is hij de vader van het concept Aid for Trade, anderen zien hem als de verpersoonlijking van de agressieve neo-liberale handelsagenda van de Europese Unie. Het hoogtepunt van de tweede dag van de European Development Days (26 en 27 november) zou de toespraak van Pascal Lamy zijn. Tenminste, dat had Stefan Verwer, directeur van Lokaalmondiaal, verwacht. Hij bezocht de European Development Days en deelt zijn ervaring op Vice Versa.
Toegegeven: dag één was inhoudelijk niet erg interessant en alle interessante workshops (die over het bedrijfsleven) zaten al vol. Dus de inspiratie moest echt van dag twee komen. En dat leek een makkelijke opgave als je het programma bekeek: want daarin stond een sessie over Aid for Trade, met als keynote spreker Pascal Lamy. Vroeger als handelscommissaris van de Europese Commissie verantwoordelijk voor het Europese handelsbeleid en tot voor kort was hij de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Met het vooruitzicht dat de WTO, in een ultieme poging tot een akkoord te komen, deze week bijeenkomt in Bali (3 tot 6 december), was dit een uitgelezen moment om te kijken op welke manier handel een bijdrage kan leveren aan ontwikkeling. Maar u voelt ‘m al aankomen: de bijdrage van Pascal Lamy stelde teleur.
Elektrisch
De Fransman staat bekend als een charismatisch persoon: voor- en tegenstanders weet hij voor zich te winnen met zijn bevlogen speeches en zijn sterke overredingskracht. Iemand zei eens tegen mij: ‘Als Lamy binnenkomt dan gebeurt er wat in de zaal, er ontstaat dan een elektrische sfeer.’ Die overredingskracht is overigens nooit voldoende geweest om handelspartners in ontwikkelingslanden en in de geïndustrialiseerde wereld te overtuigen om mee te gaan in de Europese handelsagenda en ook als directeur-generaal is hij er niet in geslaagd de WTO te redden.
Wat dat betreft kun je je wel voorstellen dat zelfs Pascal Lamy op een gegeven moment geen energie meer over heeft: hier in Brussel maakte de gewezen directeur-generaal van de WTO een uitgebluste indruk. Waar Franse mannen er toch bekend om staan dat ze goed gekleed door het leven gaan, leek zelfs het maatpak van Pascal Lamy een paar maten te groot. De man die ooit een van de machtigste factoren was in het internationale handelsdebat kwam niet verder dan te constateren dat hij de vader was van “Aid to Trade”.
Flair kwijt
Volgens Lamy kan niemand ontkennen dat handel een belangrijke rol kan spelen in ontwikkeling en een krachtige motor kan zijn in elke strategie ter bestrijding van extreme armoede, maar landen kunnen alleen kunnen profiteren van handel als er tegelijk ook geïnvesteerd wordt in de randvoorwaarden. Die randvoorwaarden zijn belangrijk om daadwerkelijk voordeel te halen uit internationale handel: ‘It’s fine to have better market access, but if you don’t have the capacity then trade will not benefit development’ aldus Lamy.
En daarom was Aid for Trade zo’n belangrijk concept, vertelde Lamy, om daar meteen aan toe te voegen dat er wat dat betreft nogal wat veranderd is in de wereld. Het Westen investeert minder in ontwikkelingshulp: de hulpbudgetten slinken en eigen belang overheerst in de keuzes die gemaakt worden. Ook Lamy kijkt dus naar het bedrijfsleven: “How can Aid for Trade move to Investment for Trade?”, om tegelijk weer te erkennen dat de capaciteit van de private sector bij lange na niet in staat is om in dergelijke processen te investeren.
Pascal Lamy leek zijn flair kwijt te zijn en hij leek daarmee heel even op de WTO, die vanaf dinsdag bijeenkomt in Bali. In het Indonesische vakantieoord moet een oplossing gezocht worden voor de crisis waarin de organisatie verkeert. De gekozen strategie leek simpel en effectief: probeer een akkoord te krijgen op een agenda die weinig ambitie heeft en dus voor iedereen acceptabel zou zijn. Een akkoord geeft de onderhandelingen vervolgens een nieuw elan, waarna er over een meer ambitieuze agenda gesproken kan worden.
Stap te ver
Maar in de laatste weken voor de ministeriële bijeenkomst lijkt zelfs deze agenda nog een stap te ver te zijn: zo zijn er serieuze meningsverschillen op het vlak van landbouw, bijvoorbeeld over de vraag of India haar landbouw mag subsidiëren, terwijl een akkoord op handelsfacilitatie (het vereenvoudigen en harmoniseren van douaneregels) maar niet van de grond komt. Zelfs een akkoord op het vlak van katoensubsidies en speciale markttoegang voor de allerarmste landen lijkt nog ver weg.
In Bali staat er dus zeker nog wat op het spel en daarom zal Vice Versa aanwezig zijn tijdens de top en verslag doen van alle ontwikkelingen op viceversaonline.nl