
De ambiguïteit der dingen: over er nooit helemaal achter komen, het niet-weten en loslaten
Ik herinner me nog goed hoe we als derdejaars studenten, vlak voor ons buitenlands veldwerk, het boek ‘The innocent anthropologist’ van Nigel Barley verslonden. Ondertitel: Notes from a mud hut. Barley was als jonge antropoloog in Noord-Kameroen om een studie uit te voeren naar het tot dan toe relatief onbekende Dowayo-volk.
In het pre-internettijdperk, met nauwelijks telefooncommunicatie, slechte wegen en gebrekkige omstandigheden, doet hij van alles, maar onderzoek lijkt er nauwelijks van te komen. Ik heb het bij vlagen hilarische boek onlangs herlezen en het was een feest der herkenning. Ik wil enkele treffende passages er uitlichten: ‘I estimated that I perhaps spent one per cent of my time doing what I had actually gone for. The rest of the time was spent on logistics, being ill, being sociable, arranging things, getting form place to place, and above all, waiting.’ Meebewegen met wat zich aandient, flexibiliteit en open-mindedness, daarin werd hij op de proef gesteld.
Vanzelfsprekendheden opgehelderd krijgen
Interessant zijn de observaties over zijn communicatie en hoe aannames en vanzelfsprekendheden over de diepere culturele lagen vaak in de weg zaten. ‘There were always numerous problems with Dowayo ‘explanations’. Firstly they missed out the essential piece of information that made things incomprehensible.’ Tijdens een ceremonie krijgt hij wel uitleg, maar: ‘No one told me that this village was where the Master of the Earth, the man who controlled the fertility of all plants, lived, and that consequently various parts of the ceremony would be different elsewhere.’ Hij concludeert dan ook: ‘This is fair enough: some things are too obvious to mention. If we were explaining to a Dowayo how to drive a car, we should tell him all sorts of things about gears and road signs before mentioning that one tries not to hit other cars.’
Door je eigen bril kijken
Ook hypothetische vragen leverden hem telkens problemen op omdat mensen ze persoonlijk opvatten. ‘I was never sure whether my difficulties with them were purely linguistic or whether much more was involved. ‘If you had a sister’, I would start, ‘and she married a man, what would you call …’ ‘I haven’t got a sister.’ ‘No, but if you had a sister.’ ‘But I haven’t got a sister, I have four brothers.’ After a number of frustrated attempts at this, my interpreter intervened. ‘No, no patron. Like this. A man has a sister. Another man takes her. She is his wife. The man calls her husband, how? He would get an answer. I adopted his style and had no more trouble… until we got to the term duuse….’ En daar ging hij weer. Het ene opgehelderd, de volgende ambiguïteit diende zich aan. Laag voor laag pelde hij de cultuur af, maar moest onderkennen dat hij er nooit helemaal achter kwam. Je eigen culturele programmering is zo sterk, die software kan je nooit volledig uitschakelen: ‘I, like they, see what I expect to see.’
Vat krijgen op het onbegrijpelijke
Miscommunicatie leidde niet zelden tot verwarring, schaamte, onenigheid en zelfs conflict. De Brit had zijn dieet met vitamines willen verrijken en had iemand gevraagd voor hem groenten uit te proberen. De tuinman had zich uitgesloofd en zonder medeweten van Barley terrassen aangelegd, bemest en meteen in een keer maar al het zaad gezaaid. De peentjes en uien waren opgegeten door rondlopend vee of ongedierte, maar de sla groeide weelderig: een heel groen perceel met duizenden kroppen. De man wilde hiervoor rijkelijk beloond worden. Het bedrag was exorbitant in de ogen van de Brit, die het vooral heel dom had gevonden dat de tuinman in een keer alles had gezaaid. De kwestie liep hoog op en kwam voor de lokale rechtbank. ‘The case was rehearsed at length under the central tree. We repeated ourselves to the point of exhaustion. Finally the chief intervened: I should offer to pay 10.000 francs. Having learned the lesson that one should never agree too swiftly to anything I hummed and haa’d and finally agreed, saying that I not wish the gardener to be sad. The gardener reluctantly accepted, saying that he did not wish me to be sad, but said he would give me back half the money to show his pleasure at my generosity. So he ended up with the sum I had offered in the first place! Honour was satisfied all round, everyone seemed happy, but I was never quite sure I had understood what had been happening and no one seemed to be able to explain it to me.’
Loslaten
Niet voor niets is ‘Omgaan met onzekerheid’ een belangrijke interculturele competentie. Je snapt iets niet en denk je het net te hebben begrepen, dan dient het volgende ongrijpbare zich alweer aan. Ook als je ergens al jaren woont of werkt, achter sommige dingen kom je nooit. De lokale tacit knowledge, de ambiguïteit van de dingen, het niet-weten en de onzekerheid, ook daar moet je mee leren omgaan.