
Zuigkracht
Foto: Yuri van der Meer
Judith van de Kamp is promovendus medische antropologie. Vanuit plattelandsstad Kumbo in Kameroen deelt ze geregeld haar belevenissen als antropoloog. Van de Kamp beschrijft in deze bijdrage het ‘zuigkrachtgevoel’ dat ze voelde in de aanloop naar haar vertrek. ‘De vertrekdatum is het grote zuigende gat, waar je steeds harder naartoe wordt gezogen.’
Iedereen die Nederland ooit voor een lange periode verliet, herkent waarschijnlijk het ‘zuigkrachtgevoel’ wel. De vertrekdatum is het grote zuigende gat, waar je steeds harder naartoe wordt gezogen. De zuigkracht begint – lichtjes – op het moment dat je je familie en vrienden vertelt dat je weggaat. Vanaf dan wordt de zuigkracht heviger. Je zegt je baan, huis, telefoon en krant op. Je gaat steeds meer voorbereiden, en je neemt afscheid. Je neemt nog meer afscheid, bijna op de automatische piloot, en dan kom je in een soort vacuüm terecht dat bij vlagen heel benauwend voelt. De laatste weken, dagen, uren, nóg meer afscheid, door de douane en… floep!
Je bent opgezogen! Opgezogen door het luchtruim. Je zit in het vliegtuig, hoog in de lucht, overal ‘tussenin’. In de antropologie heet dat de liminale fase. Normaal gesproken vind ik dat een prachtgevoel. Je weet wat je achterlaat, maar nog niet precies wat je aan zult treffen op de plaats van bestemming. Dit keer heb ik niet echt van de liminale fase genoten; ons baby’tje Enna kreeg op de eerste vlucht al koorts. Best onhandige timing. Ik had me verheugd op de opluchting als ik door het gat was opgezogen, maar ik werd vreselijk bezorgd.
Beurs
We beseften ons pas dat we in Kameroen waren toen de koorts bij Enna na twee dagen rusten in de hoofdstad Yaounde verdween. Wow, we waren er. Alhoewel, nog niet helemaal: we hadden nog een 12-uur durende autorit voor de boeg, over deels onverharde weg. Ik had Enna op mijn buik in de draagzak, zó strak vastgegespt dat ik de klappen van de kuilen in de weg voor haar opving met mijn ribben. Die waren twee dagen beurs. De laatste twee uur van de rit stuiterden we over een soort maanlandschap waar maar geen einde aan leek te komen. Rolf en ik keken elkaar regelmatig aan, en terwijl we ons zonder woorden afvroegen waarom we dit ook alweer wilden, kwam onze eindbestemming steeds dichterbij, en Nederland steeds verder weg.
Inmiddels wonen we alweer een paar weken in Kumbo, een plattelandsstad in het Engelstalige noordwesten van Kameroen. Sinds een week hebben we een eigen huisje dat we nu langzaam aan het inrichten zijn, met veel dank aan meerdere meubelmakers hier. Enna vermaakt zich uitstekend: ze eet alles, kruipt rond, zwaait naar kinderen, geiten en kippen. Ik denk dat ik inmiddels een boek kan schrijven over waarom het een slecht idee is om met een baby naar de tropen te gaan. Toch vind ik het een geweldig avontuur, en dat heeft waarschijnlijk alles te maken heeft met de werking van de zuigkracht.
Een combinatie
Wat is die zuigkracht dan precies? Ik denk dat dat voor iedereen anders is, en de vraag is of we dat zelf wel precies weten, en of we daar eerlijk over (kunnen) zijn. Voor mij bestaat de zuigkracht – denk ik althans – uit een combinatie van nieuwsgierigheid, willen proberen, willen voelen, ruiken, meemaken en ervaren. Het is ook een lichte drang om mijn eigen aannames in de praktijk te toetsen, en om stereotypen te doorbreken, niet zozeer binnen mijn onderzoek, maar binnen het dagelijks leven hier in Kameroen, en ook in mezelf. Maar ik moet niet vergeten dat ik hier ook ben vanwege het klimaat en de in je mond smeltende mango’s. En om inspiratie op te doen voor interessante verhalen en ideeën over het leven, ja, laten we wel wezen. Al staat het misschien beter dat ik schrijf dat ik hier ben voor mijn onderzoek waarmee ik een bijdrage wil leveren aan het verbeteren van internationale gezondheidszorg…
Misschien is het wel het beste om de zuigkracht niet te verklaren, maar – als je de kans krijgt – je er door te laten meesleuren, opslokken, en aan ‘de andere kant’ te laten uitspuwen, zonder al te veel verwachtingen van jezelf én het land waar je gaat wonen. Dat leidt misschien wel tot de beste tropenervaring.