
Kan de aarde 10 miljard mensen dragen?
Nu de wereld zeven miljard bewoners telt, laaien de discussies tussen optimisten en doemdenkers over bevolkingsgroei weer hoog op. Terwijl de eersten het bereiken van deze mijlpaal een groot feest vinden, beschouwen de laatsten dit als een nachtmerrie. Wie heeft er gelijk?
Volgens de Verenigde Naties leven er sinds oktober 2011 al 7 miljard mensen op de wereld. Dat is vier miljard erbij ten opzichte van 1950. De VN schat dat we in 2024 op 8 miljard zitten en dat de wereldbevolking pas zal stabiliseren rond de 10 miljard mensen in 2100. Kan de aarde deze hoeveelheid mensen wel aan? Volgens Eelco Fortuijn, expert op het gebied van duurzaam consumeren, kan dat prima. In het EO-radioprogramma ‘Dit is de dag’ stelde hij eind oktober 2011 dat we misschien wel 40 miljard wereldburgers kunnen halen als we milieuvriendelijke en duurzame technieken gaan gebruiken. Zijn opponent Paul Gerbrands, de voorzitter van ‘De club van 10 miljoen’, noemde de gedachte dat techniek alle problemen kan oplossen een drogreden.
Doemdenkers toen en nu
De effecten van bevolkingsgroei houden de mensheid al vele eeuwen bezig. Ook tijdens de VN conferentie over duurzame ontwikkeling, die in juni gehouden wordt in Rio de Janeiro, zal men zich weer afvragen of de aarde al die mensen wel van voldoende voedsel, water en grondstoffen kan voorzien. De bekendste demografische doemdenker is Thomas Malthus. In 1798 publiceerde deze Britse econoom en anglicaanse predikant het pamflet ‘An Essay on the Principle of Population’, waarin hij wees op de potentiële gevaren van bevolkingsgroei. Volgens Malthus kon de lineaire groei in voedselproductie de exponentieel groeiende bevolking niet bijhouden. Hongersnood op grote schaal zou daarom niet kunnen uitblijven. Malthus dacht dat epidemieën en oorlog onvoldoende waren om de exponentiële groei van de bevolking af te remmen. Daarom zag hij als enige oplossing voor de overbevolking dat arme mensen, die wisten dat ze geen gezin zouden kunnen ondersteunen, ook geen gezin moesten stichten.
In 1968 schreef de ecoloog Paul Ehrlich ‘The Population Bomb’, waarin hij beweerde dat de mensheid afstevende op een demografische catastrofe vanwege een bevolkingsgroei die snel de groei in voorziening van voedsel en grondstoffen overtrof. De Club van Rome publiceerde in 1972 hun rapport ‘Limits to Growth’. Dit rapport waarschuwde dat een voortdurende groei van de wereldbevolking en de wereldeconomie uiteindelijk zouden leiden tot uitputting van de fossiele energiebronnen en andere grondstoffen, voedseltekorten en verontreiniging van het milieu. Paul en Anne Ehrlich schreven in ‘The End of Affluence’ (1974) dat cruciale grondstoffen bijna uitgeput zouden zijn vóór 1985. Dit zou de grondstofprijzen enorm opstuwen en leiden tot honger en de teloorgang van vele industrieën.
De gedachtegangen van Malthus zijn anno 2011 nog springlevend over de hele wereld. Een voorbeeld in Nederland is ‘De club van 10 miljoen’. Volgens deze stichting is overbevolking een belangrijke oorzaak van de meeste problemen in de wereld, zoals tekorten aan voedsel, drinkwater of energie. Op hun website stelt voorzitter Paul Gerbrands dat de aarde maar voor vier miljard mensen een kwaliteit van leven kan bieden op het niveau van de Europese Unie. Met acht á tien miljard mensen zal de welvaart per persoon op wereldschaal dalen tot dat van een arme boer die nauwelijks in zijn eigen voedsel kan voorzien. Volgens ‘De club van 10 miljoen’ hebben technische ontwikkelingen de wereldhonger nauwelijks kunnen indammen en blijft een bevolkingspolitiek op wereldschaal als enige oplossing over. In Nederland zal de bevolking moeten worden teruggebracht naar een voorlopig streefgetal van 10 miljoen door het terugdringen van het geboorteoverschot en door paal en perk te stellen aan de voortgaande immigratie.
Optimisten toen en nu
In scherpe tegenstelling tot bovenstaande doemdenkers zijn er ook optimisten die zeggen dat bevolkingstoename juist de motor van economische groei is. In haar boek ‘The Conditions of Agricultural Growth’ (1965) stelde de Deense econome Ester Boserup dat bevolkingsgroei aanzet tot inventiviteit. In perioden van voedselschaarste door bevolkingsgroei zoeken mensen manieren om de voedselproductie te verhogen. Dit kan door meer gebruik te maken van arbeid, machines en/of kunstmest. Of kort gezegd: ‘necessity is the mother of invention’.
Ook de Amerikaanse econoom Julian Simon stelde dat bevolkingsgroei de oplossing is voor schaarste aan hulpbronnen en milieuproblemen omdat mensen en markten steeds innoveren. Door toegenomen welvaart en technologische kennis zouden meer hulpbronnen beschikbaar komen. Ofschoon voorraden begrensd kunnen zijn in natuurkundig opzicht, kunnen ze economisch oneindig zijn vanwege het recyclen van gebruikte materialen en het mogelijk ontwikkelen van nieuwe alternatieven door de markt. Simon onderzocht verschillende grondstoffen, voornamelijk metalen, en hun prijzen in historische context. Hij nam aan dat, afgezien van tijdelijke tekorten, op de lange termijn de prijzen voor grondstoffen stabiel zouden blijven of zelfs afnemen.
Naast Eelco Fortuijn is Rudy Rabbinge, emeritus hoogleraar duurzame ontwikkeling en voedselveiligheid aan Wageningen Universiteit, een voorbeeld van een optimist in Nederland. Rabbinge voorspelt dat vanaf nu binnen tien jaar alle mensen in Afrika gevoed kunnen worden door het bewerkstelligen van een Groene Revolutie. Dit omvat het beschikbaar stellen van goede zaden en kunstmest, het ontsluiten van vruchtbare gronden door de aanleg van wegen, en het ontwikkelen van lokale en regionale markten. Om dit te realiseren zit Rabbinge in het bestuur van AGRA, de Alliance for a Green Revolution in Africa.
De feiten nader bekeken
Wie heeft er achteraf gezien nu gelijk gekregen? De doemdenkers of de optimisten? Wat kunnen we leren van de feiten? In de tijd van Malthus leefden er ongeveer 1 miljard mensen op de aarde. En nu, dik 200 jaar later, is dat zeven keer zo veel, terwijl de voorspelde wereldwijde hongersnoden en rampzalige milieudegradaties met bijbehorende conflicten zijn uitgebleven. In de afgelopen eeuw is de wereldbevolking verzesvoudigd terwijl de wereldvoedselproductie met een factor zeven groeide. Bovendien is sinds 1950 de wereldbevolkingsgroei met de helft afgenomen omdat vrouwen gemiddeld minder kinderen krijgen. Sociale en economische ontwikkeling over de hele wereld ontnemen gezinnen de impuls om veel kinderen te krijgen.
Julian Simon en Paul Ehrlich gingen in 1980 een weddenschap aan over de prijsontwikkeling van een vijftal metalen (koper, chroom, nikkel, tin en wolfraam) tot aan 1990. Volgens Ehrlich zouden de prijzen gaan stijgen, terwijl Simon stelde dat ze juist zouden gaan dalen. Tussen 1980 en 1990 groeide de wereldbevolking met meer dan 800 miljoen maar in 1990 waren de prijzen van alle gekozen metalen gedaald, en van enkele metalen zelfs aanzienlijk.
In de BBC-documentaire ‘Dodging Doomsday’ uit 1992 wordt het kleine eiland Mauritius voor de oostkust van Afrika als voorbeeld genomen. In 1960 had Mauritius de hoogste bevolkingsgroei in de wereld met als gevolg dat de bevolking tussen 1960 en 1990 verdubbelde. Maar naast de bevolking verdubbelde ook het inkomen per inwoner in die periode. Ook de levensverwachting en voedingsinname verbeterden sterk tussen 1960 en 1990. De bevolkingsdruk had Mauritius aangezet tot acties zoals intensivering van de landbouw, industrialisatie en meer handel met het buitenland. De bevolkingsgroei bleek aldus een waardevol iets in plaats van een last.
In dezelfde BBC-documentaire gaat Julian Simon een weddenschap aan met alle kijkers voor het bedrag van een maandloon. Simon stelde dat elke indicator van menselijk welzijn, zoals levensverwachting, kindersterfte, opleidingsniveau en voeding, zal verbeteren in elk gekozen jaar in de toekomst. En inderdaad zijn rond 2010 al deze indicatoren op wereldniveau verbeterd in vergelijking tot 1992. Volgens Simon zal dit ook voor 2100 met 10 miljard mensen gelden.
Positief de toekomst tegemoet
De feiten die we nu hebben, geven de optimisten meer gelijk dan de doemdenkers. De inventiviteit van de mensheid is blijkbaar onuitputbaar. Of zoals Eelco Fortuijn stelt: ‘Techniek staat voor niets.’ De noodzaak om naar 10 miljoen mensen in Nederland te gaan, wordt door deze feiten ontkracht. Gelukkig hoeven we de geboorte- en immigratiebeperkingen van ‘De club van 10 miljoen’ dan ook minder serieus te nemen. Laat die 10 miljard mensen maar komen.