Kathleen Ferrier: ‘Wat mij betreft geen bezuinigingen’

Afgelopen periode was Kathleen Ferrier, woordvoerder ontwikkelingssamenwerking (OS) van het CDA, erg stil in de media. Door andere OS-woordvoerders werd zij tijdens debatten flink onder vuur genomen over de bezuinigingen vanwege de bezuinigingsplannen van de CDA-onderhandelaars in het Catshuis. De redactie van Vice Versa was nieuwsgierig hoe het haar is vergaan en vroeg haar naar de val van het kabinet, de bezuinigingen en het Kunduz-akkoord. 

Hoe heeft u de afgelopen periode ervaren?

‘Voor ons als fractie was het überhaupt een heel spannende periode. Het uiteindelijke eindplaatje waarmee men uit het Catshuis zou komen was onbekend. Maar zover is het nooit gekomen: het eindplaatje hebben we nooit gezien of besproken in onze fractie.’

‘Wat mij betreft gaat het om een aantal zaken. Om te beginnen is er al 1 miljard gekort op  ontwikkelingssamenwerking. Het enige departement dat de bezuinigingen van Rutte I, van 0.8 % naar 0.7 % in twee jaar tijd heeft moeten realiseren. Bovendien is het een budget dat meebeweegt met het Bruto Nationaal Product en dus in economisch zware tijden uit zichzelf al gekort wordt. Wat mij betreft dus geen bezuinigingen. Maar het zou allemaal ook bekeken moeten worden vanuit het totale plaatje. En bij voorstellen over kortingen zou ik natuurlijk allereerst moeten weten ten koste van wat dat dan zou moeten gaan.’

Er was heel wat kritiek op u en uw partij met betrekking tot de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, terecht?

‘Niemand wist wat in het Catshuis besproken werd en niemand wist wat mijn inzet was. Men ging er al direct vanuit dat er miljarden bezuinigd zouden worden. Ik wist niet wat er precies speelde en kon er helemaal niks over zeggen.’

U had dus geen lijntjes richting het Catshuis?

‘Niet in die zin. Ik heb wel aangegeven hoe ik er tegenaan keek: geen bezuinigingen op OS. Ik heb aangegeven waar mijn persoonlijke grenzen lagen. De CDA fractie wil wel modernisering van het ontwikkelingsbeleid. We hebben ook een eigen notitie ‘Van hulp naar investeren’, waar later ook het WRR rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ op doorgaat. Ben Knapen zet op een aantal punten de modernisering goed in, maar er moeten nog een paar belangrijke slagen gemaakt worden. Dat zou je als wisselgeld kunnen vragen. Als er bezuinigd zou worden dan zou je kunnen kijken naar: ten koste van wat gaat het? Hoe past het in het totale plaatje? En wat voor een wisselgeld krijg je ervoor?’

‘Bij wisselgeld valt te denken aan concrete stappen op gebied van coherentie of nieuwe financieringsmogelijkheden. In dat kader heb ik het wel eens over een solidariteitsheffing op flitskapitaal gehad. Dan laat je als partij zien dat je niet zomaar bezuinigt, maar ook hervormt en vernieuwt, naar de toekomst kijkt, de periode na 2015.’

Volgens Joël Voordewind heeft Ben Knapen niet hard genoeg met zijn hand op de tafel geslagen om de bezuinigingen tegen te gaan, wat vind u daarvan?

‘Joël Voordewind weet meer dan ik. Nogmaals, ik weet niet hoe het intern op het niveau van het ministerie is gegaan. Ik weet wel wat ik gedaan heb. Ik heb duidelijk gemaakt waar ik sta en er hoe ik er tegenaan kijk. Ik kan niet zeggen wat Knapen wel en niet gedaan heeft.’

Opgelucht met de val van het kabinet?

‘Ik heb absoluut een intens moment van opluchting beleefd. Maar daarna kwam wel meteen de vraag: hoe nu verder? Vanwege het landsbelang vind ik het heel erg jammer dat we verkiezingen krijgen. De politiek moet nu namelijk vooral dat uitstralen wat we in de laatste week voor het meireces hebben laten zien. Dat we, vanwege de ernst van de financieel-economisch situatie, over onze eigen schaduw heen kunnen springen en in het landsbelang samenwerken en niet polariseren.’

‘Met verkiezingen in het vooruitzicht ga je juist laten zien waar je als partij voor staat en waarin je verschilt van anderen. Volgens mij zit niemand daar op te wachten. Persoonlijk vind ik het heel jammer dat er zo snel is besloten tot verkiezingen. Ik had liever gehad dat deze coalitie, VVD en CDA, had gezegd: we zijn een minderheidskabinet, we staan voor zware taken en we gaan kijken hoe we op verschillende punten meerderheden in het parlement kunnen krijgen.’

Zouden de bezuinigingen op OS dan juist niet door zijn gegaan?

‘Dat weet ik niet. Maar in het landsbelang waren geen verkiezingen beter geweest. We hadden dan ook naar meerderheden moeten zoeken en zo onze input gehad, ook op ontwikkelingssamenwerking.’

Het Kunduz-akkoord is nu wel gelukt. Wat vind u daarvan?

‘Dat is natuurlijk heel duidelijk. Ik vind dat er niet gekort zou moeten worden op OS, want er is al genoeg uit gehaald. Het betekent ondertussen wel dat we niet op onze lauweren kunnen rusten, omdat de modernisering van het beleid echt heel belangrijk is en concrete stappen vraagt. Je moet ook kijken naar de modernisering van de financiering: hoe komen we aan de middelen voor internationale samenwerking?’

Kan er twijfel bestaan over de zin ‘Nederland handhaaft de norm voor internationale samenwerking (0,7% BNP)’ in het akkoord?

‘Nee, daar zijn we zelf bij. Wij bepalen wat we onder die norm van 0.7 gaan schuiven of niet. Ik denk dat er geen adder onder het gras zit. Iedereen ziet dat de term ontwikkelingssamenwerking vernieuwd moet worden. Daarom staat er internationale samenwerking. Al moet ik zeggen dat ik het woord ontwikkelen wel mooi vind. Want daar gaat het om in het leven, ontwikkelen. Het uit de wikkels halen van de potentie van iedereen op de wereld. De term ontwikkeling heeft helaas de connotatie van hulp en om dat te ontwijken gaan mensen het steeds meer over internationale samenwerking hebben.’

Nu het kabinet is gevallen wat gaat u nu doen? Blijft u OS-woordvoerster?

‘In het gevallen kabinet blijf ik in het parlement tot in ieder geval aan de verkiezingen woordvoerster van ontwikkelingssamenwerking. Ik ben nu bezig mij te beraden op welke plek en hoe ik mijn missie in het leven, het verwezenlijken van mijn idealen, het beste vorm kan gaan geven. Of dat nog een periode in de Kamer wordt of dat ik na tien jaar tijd een volgende stap ga nemen, weet ik nog niet. ‘

Wat laat u heel van het beleid van knapen?

‘Ik vind dat Knapen ontzettend goed heeft ingezet op de modernisering van het beleid. Daar moeten nog wel een aantal belangrijke slagen gemaakt worden. Voor mij zijn daarin twee zaken heel belangrijk: coherentie en duurzaamheid.’

Met de verkiezingen in het vooruitzicht een oproep voor de sector?

‘Natuurlijk, de sector moet nooit stil zitten. Het is goed dat de sector nu bezig is met zichzelf  te vernieuwen. En te kijken wat je rol is als maatschappelijk middenveld in 2012 en hoe je verbanden legt met het maatschappelijk middenveld in andere landen. Wat is je toegevoegde waarde hier in Nederland en hoe ga je om met je lobbytaak? Ik zie dat het maatschappelijk middenveld daar heel actief mee bezig is, maar ook zij hebben nog belangrijke slagen te maken. We mogen niet op onze lauweren gaan rusten.’