‘Non paper MinBuZa nog steeds in de maak’

In november 2010 maakte staatssecretaris Knapen de verdeling van MFS II bekend, waarbij hij aangaf in gesprek te willen gaan met het maatschappelijk middenveld over de relatie met de overheid. Een jaar later, tijdens het slotdebat van ‘De Knaak van Knapen’, kondigt topambtenaar van Buitenlandse Zaken Bram van Ojik aan dat het zeer binnenkort een non paper uit zal brengen, dat dient als discussiestuk om het de dialoog over de relatie tussen het maatschappelijk middenveld en de overheid te prikkelen. Afgelopen week hoorde Vice Versa dat dit non paper nog zeker tot half januari niet verschijnt.

Ondanks dat Vice Versa na het slotdebat op 14 december jl. de discussie al is gestart op de nieuwsblog ‘De N van NGO’, blijft het wachten op een van de meest belangrijke spelers in dit debat, namelijk het ministerie van Buitenlandse Zaken zelf. Tot die tijd zal de sector het moeten doen met de quotes van Van Ojik tijdens het slotdebat. Hier maakte hij bekend dat het ministerie zuidelijke ngo’s in de toekomst meer centraal wil stellen en de verantwoordelijkheden van ngo’s en de overheid duidelijker wil scheiden. ‘We zitten een beetje klef op elkaars lip’, aldus Van Ojik tijdens het debat. Helaas kon Van Ojik niet veel meer zeggen, want het non paper was nog niet vrijgegeven door de staatssecretaris, die op dat moment in Washington zat.

Financiële afhankelijkheid

Hoewel het ministerie benadrukt op een dieper niveau te willen discussiëren dan geld, speelt ook de financiële afhankelijkheid van ngo’s een rol in de discussie over de toekomst van het maatschappelijk middenveld. Al in de Basisbrief kondigde Knapen aan ngo’s te willen stimuleren om minder afhankelijk te worden van de overheid: ‘Een grote financiële afhankelijkheid van de overheid relativeert hun positie als representanten van een vitaal maatschappelijk middenveld. Om voldoende draagvlak te houden, zullen medefinancieringsorganisaties hun band met de samenleving moeten versterken, en eigentijdse allianties met uiteenlopende partijen en netwerken moeten aangaan. Dat betekent dat medefinancieringsorganisaties in de toekomst meer geld vanuit de samenleving en minder vanuit de overheid zullen krijgen.’

Discussie met de sector

Knapen wil graag een discussie starten over de vraag hoe afhankelijk een ngo moet zijn van overheidsgeld om als middenveldorganisatie te kunnen opereren. Knapen: ‘Als je dat wilt doen, kun je serieus de vraag stellen of je op den duur niet naar een situatie wilt waarbij die ngo’s meer de n van ngo terugkrijgen’, zo berichtte De Volkskrant ruim een jaar geleden. ‘Ngo’s zijn er om burgers te betrekken en te engageren, en om constructief wantrouwen te organiseren’, stelde Knapen.

Tijdens het slotdebat drie weken geleden benadrukte Van Ojik dat het ministerie graag als een van de spelers in het debat gezien wil worden, en dat het non paper geen beleidsstuk is maar een discussiestuk. Daarnaast wil het ministerie de discussie breder trekken dan de ‘financiën’. Van Ojik vindt dat er ook gediscussieerd moet worden over de rol van ngo’s in de toekomst in ontwikkelingssamenwerking, de meerwaarde van ngo’s en die van de overheid en de rol van zuidelijke ngo’s.

De N van NGO

Inmiddels is bekend dat de sector nog zeker tot half januari moet wachten op het non paper van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ondertussen zijn er echter al wel andere belangrijke documenten die gebruikt kunnen worden in het debat, onder meer ‘Waardevol Maatschappelijk Middenveld’ van Jan Gruiters (IKV Pax Christi), ‘Sociaal Ondernemen en Strategisch Investeren’ van René Grotenhuis (Cordaid) en ‘Toekomst Maatschappelijk Middenveld’ van Partos. Deze stukken zijn te vinden op discussieplatform ‘De N van NGO’, waar iedereen zijn of haar opinie kwijt kan in het debat over de toekomst van het maatschappelijk middenveld. Als het non paper van het ministerie uit is, zal deze natuurlijk meteen te lezen zijn op Vice Versa Online.

Auteur
Mieke Olde Engberink

Datum:
02 januari 2012