Vrijdagmiddagborrel: Het enfant terrible van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking

Iedere vrijdagmiddag bespreekt hoofdredacteur Marc Broere actuele ontwikkelingen in de sector. Met vandaag het afscheid van Ron van Huizen, het enfant terrible van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, als directeur van Terre des Hommes. Van Huizen was de man die het kartel van het medefinancieringsprogramma openbrak en vaak het bloed onder de nagels van zijn regenteske collega-directeuren uit de sector vandaan wist te halen.

Maandag 28 februari is de laatste werkdag van Ron van Huizen als directeur van Terre des Hommes. Op zaterdag 12 februari werd hij al officieel uitgezwaaid tijdens het 45-jarig jubileum van Terre des Hommes in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Aan het einde van een middag met interessante debatten en presentaties, hield Ron een emotionele afscheidsspeech, waarin hij eerlijk vertelde het moeilijk te vinden om Terre des Hommes te verlaten. Ook vertelde hij prachtig over zijn hoogtepunten bij Terre des Hommes, zoals de samenwerking met Johan Cruijff. Het was Ron die aan de wieg stond van de Johan Cruyff Foundation en Neerlands (en misschien wel Werelds) beste voetballer wegwijs hielp in de wereld van de ontwikkelingssamenwerking. Als slotstuk van de dag werd Ron tot zijn eigen verrassing ‘geridderd’ door wethouder Andree van Es.

Spectaculaire en mediagenieke acties

Ron kreeg zijn Koninklijke onderscheiding voor zijn verdiensten in de wereld van het idealisme. Dat begon al toen hij in de jaren zeventig eigenaar was van de biologische winkel ‘De Paardenbloem’ in Groningen. In Groningen en omstreken stond hij bekend als de ‘alternatieve Albert Heijn.’ In 1980 verkocht hij zijn winkel en trok naar Amsterdam. Ron  was begin dertig toen hij eind 1980 aantrad als eerste directeur van Greenpeace Nederland. Samen met zijn onafscheidelijke kompaan Hans Guyt maakte hij de organisatie groot. Greenpeace maakte furore met spectaculaire en mediagenieke acties en speelde een belangrijke rol bij het populariseren van het thema milieu in Nederland.

Ron kan nog steeds prachtig jongensboekachtig verhalen over acties op de Noordzee, basiskampen op Antarctica, plannen om een satelliet te lanceren, arrestaties en ontsnappingen. Over deze periode schreef hij onder het pseudoniem Rob Zadel vier kinderboeken: ‘De Sirius ontsnapt’, ‘De Rainbow Warrior valt aan’, ‘De Solo grijpt in’, en ‘De Vloek van Sellafield.’

Het was een wereld die ook ‘sexy’ was met een nauwe relatie met de toen nog rebelse omroep Veronica en vriendschappen (en volgens de geruchten meer dan alleen maar vriendschappen) met de toen zeer populaire meidengroep de Dolly Dots.

Enorme cultuurschok

In 1994 vertrok Ron naar Terre des Hommes om daar directeur te worden. De ontwikkelingssamenwerking was even wennen. ‘Ik ervoer dat echt als een klap in mijn gezicht’, vertelde hij me eens in een interview. ‘Het wereldje van de ontwikkelingsorganisaties zat vol haat en nijd. Bovendien leken de organisaties allemaal vreselijk op elkaar. Iedereen kende elkaar en het was allemaal heel incestueus.’ Met zijn Greepeace-ervaring als leidraad is hij aan de slag gegaan om Terre des Hommes een eigen en herkenbaar gezicht te geven. Hij haalde Hans Guyt, die inmiddels in Ierland woonde, terug naar Nederland en samen probeerden ze zich te onderscheiden met hun programma’s van andere ontwikkelingsorganisaties.

Maar wat achteraf in de geschiedenis van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog veel belangrijker was: Ron van Huizen stapte naar de rechter om het zogeheten ‘kartel’ open te breken. Het medefinancieringsprogramma van de Nederlandse overheid was alleen maar voorbehouden aan Novib, ICCO, Cordaid en Hivos. ‘Er was sprake van kartelvorming’, zei Ron. ‘Het was voor andere organisaties onmogelijk mee te doen met het medefinancieringsprogramma. De vier MFO’s hadden een adviesfunctie naar de minister over nieuwe aanvragen. Ze waren altijd bij voorbaat negatief omdat ze geen eters uit dezelfde ruif wilden.’

Herfkens als bondgenoot

Deze regeling kwam nog voort uit de verzuilde samenleving. Elke zuil had zijn eigen ontwikkelingsorganisatie. Dat systeem heeft historisch een belangrijke waarde gehad, maar volgens Ron was het niet meer van deze tijd. Hij vond een bondgenoot in minister Eveline Herfkens. Zij kwam in 1998 terug naar Nederland en was geschrokken over wat ze aantrof. Ze zag nog steeds dezelfde mensen in de Derde Wereldbeweging en in de ontwikkelingssector als toen ze Nederland lang daarvoor had verlaten voor banen bij de Wereldbank in Washington en de VN in Zwitserland. Het was volgens Herfkens een ingeslapen toestand geworden. Ze daagde de sector uit: waar zijn de klimploegen van de Derde Wereldbeweging gebleven? Waarom komen jullie me niet helpen op het Binnenhof? Herfkens wilde ondersteuning hebben, verbreding van het draagvlak. Vandaar dat ze het medefinancieringsstelsel openbrak en eerst Foster Parents Plan en in 2002 ook Terre des Hommes werden toegelaten.

Ik heb vandaag de stukken nog eens teruggelezen die ik in deze periode hierover schreef en dan zie je dat de vier oorspronkelijke MFO’s slechte verliezers waren. Ze hebben er alles aan gedaan om vooral Terre des Hommes, de aanstichter van het openbreken, eruit te houden. De anders zo keurige Jaap Dijkstra (destijds directeur van Hivos) verweet Ron van Huizen in mei 2002 in het blad IS nog dat hij ‘stront in zijn ogen’ heeft. Ik herinner me nog hoe boos Dijkstra was toen ik hem de kritiek van Ron op de kartelvorming voorlegde. Het is nu moeilijk meer voor te stellen, maar de directeuren van Hivos, ICCO, Cordaid en Novib gedroegen zich in het begin van deze eeuw nog als onaantastbare regenten. Ron heeft zich ook nooit welkom gevoeld in het Gemeenschappelijk Overleg Medefinanciering (GOM) dat bestond uit de directeuren van Novib, Cordaid, ICCO, Hivos, Foster Parents Plan (wat later Plan werd) en Terre des Hommes. Volgens hem was dit een club waarin de deelnemers uitsluitend hun eigen belangen behartigden en het symbool van de achterkamertjespolitiek binnen de ontwikkelingssamenwerking.

Hij riep destijds nog dat Terre des Hommes  een ‘soort LPF’ binnen het GOM wilde zijn, maar na de moord op Pim Fortuyn en alle ellende in die partij trok hij deze opmerking snel terug. Maar Ron was er bitter over. Doelend op de directeuren van Hivos, Cordaid, Novib en ICCO vertelde hij me: ‘Ik heb aan den lijve moge ondervinden hoe ver die mensen durven te gaan om je buiten de boot te houden. Het wil er bij mij niet in dat dezelfde mensen van de ene op de andere dag een open, vrije en faire houding aannemen.’

Ruzie met Sylvia Borren

Met Terre des Hommes bleef Ron bijzondere dingen doen en ontwikkelde hij zich volgens sommigen tot het enfant terrible van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Zelf heb ik hem altijd een van de meest inspirerende en boeiende personen uit de sector gevonden. Al in 2004, toen het woord multinational (zie ook mijn vorige column) nog behoorlijk besmet was binnen de OS-sector, vertelde Ron me in een uitgebreid interview dat het zijn droom was dat Terre des Hommes ooit zou gaan fuseren met Philips. We moeten af van de negatieve houding richting multinationals, vond hij. Die uitspraak kreeg veel publiciteit en kon op zowel bijval als kritiek rekenen. Ik herinner me dat Ron de week na publicatie van het interview de toenmalige directeur van Novib, Sylvia Borren, in winkelcentrum Babylon in Den Haag tegen het lijf liep. Dat leidde tot een felle woordenwisseling, want Borren vond het belachelijk wat Ron allemaal geroepen had. Dat juist Sylvia Borren de nieuwe directeur van ‘zijn’ Greenpeace is geworden, zal Ron ongetwijfeld pijn doen. Dat weet ik zeker.

Ook heb ik veel pittige discussies met Ron gehad over mijn kritiek op Terre des Hommes dat de politieke oorzaken van het armoedevraagstuk bij de organisatie naar mijn mening onderbelicht blijven. Terre des Hommes heeft prachtige projecten, maar zolang je niet ook aan de oorzaken van deze onrechtvaardige wereld werkt, blijft het dweilen met de kraan open. Ron sprong dan altijd bijna op vanachter zijn bureau en was het totaal niet met me eens. ‘Ik erger me wel eens aan dat groteske idee van sommige ontwikkelingsorganisaties de wereld te herinrichten’, sprak hij dan. ‘Alsof ze dat ook maar enigszins zouden kunnen. Dan overschat je jezelf toch echt. Ik zie mij niet in staat om de grote politieke verbanden op de wereld te veranderen, wel om enkele honderdduizenden kinderen structureel te helpen. Terre des Hommes heeft er bewust voor gekozen om deze discussie naast ons neer te leggen. In plaats van te praten over politieke oorzaken, richten wij ons op simpelweg doen.’

Onaangename verrassing

Kort voor zijn afscheid kreeg Ron nog een onaangename verrassing te verstouwen. Terre des Hommes viel buiten de boot in het MFS-2 stelsel. Tijdens een paneldiscussie op het jubileum van de organisatie, herhaalde ik wat ik ook al eerder had geschreven: Terre des Hommes moet juist blij zijn dat ze hier vanaf zijn.

Nadat Ron uit oprechte woede het systeem wist open te breken, is het naar mijn mening alleen maar achteruit gegaan. Onder minister Van Ardenne werd het stelsel verder opengebroken en uitgebreid met tientallen organisaties, waardoor er een beheersprobleem op Buitenlandse Zaken ontstond dat opgelost werd door steeds strakkere en nóg bureaucratischer regels in te stellen. Er volgde reorganisatie op reorganisatie met als dieptepunt de verbijsterende kritiek van minister Koenders die vond dat het allemaal te versnipperd was geraakt en organisaties zelfs wilde ‘dwingen’ om samen te gaan werken. Dit terwijl diezelfde overheid al deze organisaties heeft binnengelaten. Het leek alsof de ontwikkelingssector de schuld kreeg van het ondoordachte overheidsbeleid op dit terrein.

Eigenlijk is er nooit meer rust in de tent gekomen nadat het oude medefinancieringsprogramma is opengebroken. En ondertussen hebben ontwikkelingorganisaties een forse prijs moeten betalen voor hun samenwerking met de Nederlandse overheid. Van Agnes van Ardenne moesten ze zich verplicht met de millenniumdoelen gaan bezighouden, onder Koenders kwam daar de eis bij om voor zestig procent in landen te gaan werken waar hij ook actief was, en onder dit kabinet moeten organisaties al helemaal op eieren lopen omdat ze in de pas moeten lopen met het officiële Nederlandse buitenlandbeleid.

Cirkel rond

Eigenlijk had Ron het de laatste maanden iets anders moeten aanpakken. Hij had tegen Terre des Hommes moeten zeggen: ‘Ik heb het medefinancieringsprogramma destijds opengebroken omdat het niet meer van deze tijd was. Maar omdat het nu niet meer loont om afhankelijk te zijn van de Nederlandse overheid, loods ik jullie ook weer uit dit beknellende systeem. Dan kunnen we onze aandacht weer volledig op onze projecten richten.’ Eigenlijk dus heel visionair en daarmee was de cirkel ook meteen weer rondgeweest.

Los hiervan zou het denk ik goed zijn als het overheidsbeleid rondom het medefinancieringsprogramma nog eens een keer echt goed geëvalueerd wordt. Misschien door de IOB, anders door een parlementaire enquête of wellicht dat een PHD-student er zijn promotieonderzoek over kan doen. Hoe zijn achtereenvolgens Herfkens, Van Ardenne, Koenders en Knapen met dit programma omgegaan? Is hier sprake van behoorlijk bestuur en beleid vanuit de overheid geweest? Of betalen ontwikkelingsorganisaties nu de rekening van ondoordacht beleid van bewindslieden en ambtenaren?

Lange wandelingen en diepe gesprekken

Nog even terug naar Ron. Nu hij met pensioen gaat zal hij veel tijd gaan doorbrengen in zijn berghut in Noorwegen. Ik heb met hem afgesproken een keer op bezoek te gaan en verheug me nu al op lange wandelingen en diepe gesprekken. Dan wil ik ook met hem nog eens een goede reconstructie maken van de afgelopen tien jaar in het medefinancieringsprogramma. Waarom wilde je nu per se dat kartel openbreken? Was het vroeger ondanks de regenteske houding van Jaap Dijkstra en zijn makkers toch niet gewoon beter omdat er toen rust in de tent was? Heb je niet onbewust een proces in gang gezet wat uiteindelijk de kwaliteit van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking op een negatieve manier heeft beïnvloed? Dat zullen mooie gesprekken worden met een goed glas erbij.

En hopelijk gaat Ron zijn pseudoniem Rob Zadel weer van stal halen en verder met boeken schrijven. Spannende kinderboeken over ontwikkelingswerk bijvoorbeeld om kinderen voor dit onderwerp te interesseren. ‘Ook over ontwikkelingswerk kun je heel spannende boeken schrijven’, vertelde hij me al een keer. ‘Neem Operatie Hartslag, een project van Terre des Hommes waarin een vliegtuigje kinderen uit afgelegen plekken in Oost-Afrika ophaalt om hartoperaties uit te voeren. Dat leent zich uitstekend voor een kinderboek. Dan laat je het vliegtuigje met zo’n klein hartpatiëntje bijvoorbeeld landen in het noorden van Uganda, waar we een programma hebben voor kindsoldaten. Die komen dan met elkaar in contact en ga zo maar door. Eigenlijk is het schrijven van boeken de beste managementcursus die maar denkbaar is, omdat je de dialogen uit verschillende invalshoeken moet schrijven. Ik vind dat meer directeuren van hulporganisaties eens een kinderboek zouden moeten schrijven.’