Ideënwedstrijd 2010: migranten en ontwikkelingssamenwerking

Met 82 aanmeldingen voor projecten in 37 landen is de ideeënwedstrijd 2010 een groot succes te noemen. De wedstrijd, die acht jaar geleden is geïnitieerd door Cordaid, stichting Oikos en Stichting Mondiale Samenleving (SMS), daagt migranten uit hun ideeën uit te voeren en stimuleert draagvlakversterking. Toch zou Max Koffi, projectleider van de ideeënwedstrijd en werkzaam bij Oikos, graag meer ontwikkelingsrelevantie van de projecten zien.

Migranten blijven meestal nauw verbonden met familie en vrienden in het land van herkomst. Koffi onderstreept dit: ‘Voor financiële hulp wordt vaak aangeklopt bij de migranten. Zo heeft iedereen wel gehoord van de remittances. Maar veel migranten lopen ook met hele goede ideeën rond voor projecten. Om deze ideeën vorm te geven en in goede banen te leiden is de wedstrijd ontstaan.’ Migranten worden door de ideeënwedstrijd uitgedaagd om hun ideeën uit te voeren en zich meer bewust te worden van hun rol als ambassadeurs voor draagvlak voor internationale samenwerking. Naast financiële ondersteuning, biedt de wedstrijd ook begeleiding bij de uitwerking van het idee tot een project. De afgelopen jaren is niet alleen de bekendheid van het project gegroeid, ook is het aantal aanmeldingen enorm gegroeid.

Ander jasje

Ondanks het succes zal de ideeënwedstrijd volgend jaar toch in een ander jasje worden gestoken. Koffi legt uit: ‘De kwantiteit was misschien wel hoog, toch liet de kwaliteit van de aanmeldingen veel te wensen over. Tot nu toe stond vooral de laagdrempeligheid van de aanmeldingen centraal. Maar de ontwikkelingsrelevantie is ook heel erg belangrijk. Is het duurzaam? Creëert het project werkgelegenheid? Dat zijn ook belangrijke vragen.’

Door de aanmeldingscriteria aan te scherpen, hopen de organisatoren de effectiviteit van de projecten te vergroten. Hierbij is een stukje visieontwikkeling van belang, zodat migranten beter nadenken over hun projecten. Maar ook zal er een koppeling gemaakt worden met Nederlandse jongeren. ‘De samenwerking tussen de migranten en Nederlandse studenten moet participatieverhogend werken. Tot nu toe mengden vooral migranten zich met de ideeënwedstrijd. Maar samen met Nederlandse studenten moeten zij tot nieuwe en nog betere ideeën kunnen komen. Omdat de Nederlandse jongeren zo ook kennis maken met het leven van mensen in ontwikkelingslanden, moet het leiden tot meer draagvlakversterking in de Nederlandse samenleving.’

Driedubbele winsituatie

In het gegeven dat voor draagvlakversterking minder geld beschikbaar zal worden gemaakt ziet Koffi juist een uitdaging: ‘Zo moeten we wel alternatieve routes vinden. We zullen dit ook zeker stimuleren onder de migranten. Ik zie het zo: door migranten uit te dagen in het vinden van die alternatieve routes, moeten zij meer participeren in de Nederlandse samenleving. Zo moeten zij bijvoorbeeld contacten leggen met Nederlandse bedrijven en organisaties. Dit komt meer ontwikkeling, een breder draagvlak  en meer integratie in de Nederlandse samenleving ten goede. Een driedubbele winsituatie dus.’