
Plan Nederland en NiZa niet langer op strafbankje
De uitslag van de MFS-2 was reden voor Plan Nederland en het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZa) om de champagne te ontkurken. Waar zij vier jaar geleden achter het net visten, kregen zij deze keer wel subsidie toegekend. Vice Versa sprak met Plan Nederland en NiZa, beide terug van weggeweest.
Plan Nederland, penvoerder van de Child Rights Alliance, heeft van de in totaal aangevraagde 90 miljoen euro overheidssubsidie 65% toegekend gekregen. Jan Jaap Kleinrensink, directeur Internationale Projecten, is dan ook tevreden met de toekenning. ‘De vorige ronde zaten we op het strafbankje, dus dit voelt zeker goed. Het voelt echt als een erkenning vanuit Buitenlandse Zaken voor ons werk.’ Ook bij NiZa, zijn ze opgelucht. Zij zijn mede-indiener in de Both ENDS-alliantie, die 58% van ruim 47 miljoen toegekend heeft gekregen. Algemeen directeur, Ruud van den Hurk, is goed gestemd na de uitslag. ‘Na het slechte nieuws van vier jaar geleden voelt het als een erkenning van een hoop hard werk en in zekere zin zelfs als een overwinning om weer binnen het stelsel te vallen.’
Grote klap
Het niet krijgen van de subsidie in 2007 betekende voor zowel Plan Nederland als NiZa een grote klap. Maar het dwong beide organisaties ook kritisch naar hun aanvraag en organisatie te kijken. Of zoals Kleinrensink het formuleert: ‘Ieder voordeel heeft zijn nadeel.’ Voor Plan Nederland was de afgelopen periode dan ook een tijd van reflectie. ‘We hebben veel geleerd van de afstraffing in de vorige ronde. Zo was er ook voldoende tijd om onszelf kritisch te bestuderen en om met een beter voorstel te komen. Deze keer zijn ook de partners in het veld meer betrokken. En met succes.’ Ook bij NiZa zijn ze niet bij de pakken neer gaan zitten: ‘Er is meer tijd en zorg besteed aan de aanvraag. De samenwerking binnen onze coalitie heeft ook bijgedragen aan een kritischere benadering van de hele aanvraagprocedure.’
Investeren
Voor Plan Nederland en NiZa houdt de toekenning een enorme extra financiële stimulans in. Van den Hurk is verheugd: ‘De toekenning geeft Niza een enorme impuls om onze doelstellingen na te streven. Het stelt ons in staat om weer meer te investeren in onze partnerorganisaties in Afrika. En het stelt ons in staat om na lange tijd het team weer wat te versterken. We zien de toekenning als een fundament voor groei.’
Toch hoopten beide organisaties stiekem op meer. ‘Omdat niet het hele bedrag is toegekend, zullen de plannen toch bijgeschaafd moeten worden. We zullen kritisch gaan kijken naar de hoeveelheid landen waar we actief zijn. Daar waar de kern van onze activiteiten ligt, zal Plan Nederland blijven. Waarschijnlijk zullen er dus landen afvallen,’ zegt Kleinrensink. Maar waarom schrappen, nu organisatie juist meer krijgt? Dat heeft te maken met het feit dat niet het gehele bedrag is toegekend, legt Kleinrensink uit. ‘Met de MFS-bijdrage hoopten we zo’n 17 miljoen meisjes te kunnen helpen in het verwezenlijken van hun kansen en rechten. Dat aantal wordt nu kleiner.’ Toch plaatst hij het in perspectief ‘niettemin kunnen we als Child Rights Alliance met de MFS-ondersteuning van 60 miljoen euro heel veel doen, en daarvoor steken we graag de handen uit de mouwen.’
Houtje bijten
Na vier jaar op een houtje te hebben moeten bijten, breken er nu betere tijden aan voor beide organisaties. Plan Nederland en NiZa, inmiddels wijs door ervaring, voorzien de organisaties die nu buiten de boot vallen van nuttig advies. Zo zegt Kleinrensink dat het belangrijk is om ‘te blijven geloven in eigen kracht. Een afwijzing door de Nederlandse overheid betekent niet dat het voorstel niet deugt. Betrek daarom andere organisaties bij de plannen, want wellicht zijn er andere financiële bronnen.’ Maar bovenal adviseert hij: ‘focus zo sterk mogelijk op het eigen doel. Stel de ambities bij en blijf doen wat de kern van het mandaat van de organisatie is.’
Van den Hurk draait er ook niet omheen: ‘Fors bezuinigen. Dat heeft consequenties voor de ambities: doelstellingen en verwachtingen zullen moeten worden bijgesteld. Dat is geen gemakkelijk proces en er zal veel weerstand zijn vanuit personeel en andere belanghebbenden. De uitdaging is om dat in goede banen te leiden. Het motto is bovenal ‘vooruit’ en niet te veel achterom kijken.’