
Honger verleden tijd dankzij Nederlandse ondernemers
The Hunger Project Nederland presenteert vandaag een plan waarin het voedselprobleem op een ‘geheel nieuwe manier’ wordt bestreden. In een samenwerkingsverband met Nederlandse ondernemers wil de organisatie een eind maken aan de honger in het West-Afrikaanse Benin. Wat is er zo nieuw aan het programma? En is het plan wel realistisch?
Benin moet over zeven jaar een land zijn waar een groot deel van de bevolking zichzelf kan redden zonder buitenlandse hulp. Een succesvol voorbeeldland waar de buurlanden zich aan op kunnen trekken. Dat wil The Hunger Project bereiken door samen te werken met een groep Nederlandse bedrijven. Voor 2019 willen zij dertig epicentra oprichten, van waaruit 700.000 inwoners kunnen worden bereikt. Daarvoor heeft The Hunger Project één miljoen euro per jaar nodig en dat bedrag komt van de ondernemers die zich hebben verenigd onder de naam Kataklé.
De kern van het ontwikkelingsprogramma bestaat uit het stimuleren en ondersteunen van ondernemerschap en zelfredzaamheid. Daarbij hoort de verbetering van de positie van vrouwen en het vergroten van zelfvertrouwen bij de lokale bevolking. In de epicentra worden verschillende functies samengevoegd. Er zit bijvoorbeeld een school, een medische post, een vergader- en trainingsruimte, een door vrouwen gerunde microkredietbank en een opslagplaats voor voedsel. Van zo’n epicentrum profiteren zo’n 10.000 tot 15.000 mensen. Binnen acht jaar moet via die centra 10% van de bevolking van Benin bereikt zijn. Dan zit de organisatie op het zogenaamde tipping point, ofwel omslagpunt. Dat is een bekend begrip in de ondernemerswereld. Het idee is dat 90% zal volgen op het moment dat de eerste 10% bereikt is.
Zakenmannen in de ontwikkelingssamenwerking
De groep ondernemers presenteert het plan als een geheel nieuwe werkwijze en een nieuwe vorm van sociaal ondernemerschap. Toch doen de epicentra denken aan de zogeheten ‘millenniumvillages’ die Jeffrey Sachs, pleitbezorger van de millenniumdoelen, in Afrika heeft opgezet. De ondernemers gaan er net als bij de introductie van de millenniumdoelen in 2000 vanuit dat zij met hun aanpak iets kunnen bereiken wat tot nu toe onmogelijk bleek. ‘Het bedrijfsleven wil de ontwikkelingshulp op een andere leest schoeien dan tot nu toe gebruikelijk was’, zeggen directeuren van bedrijven als Auping en NPM Capital.
Ook buiten de zakenwereld kan het project op steun rekenen. Ex-politicus Arend-Jan Boekestijn (VVD) en Felix Meurders van de VARA zijn enthousiast over deze ‘ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl’ en geloven dat heel Nederland, van PVV tot SP, zich in het plan zal kunnen vinden. Boekestijn is blij dat het een privaat project is dat privaat gefinancierd wordt. Zakenmensen zijn volgens hem hard nodig in de ontwikkelingssamenwerking. Om andere ondernemers te overtuigen organiseren de 50 bedrijven die al achter Kataklé staan in februari 2011 een congres op Nyenrode waar ze nog eens 150 bedrijven achter het project proberen te scharen.
De nieuwe aanpak
Maar wat is er zo nieuw aan het project? Waarom zou dit plan wel werken, waar andere organisaties niet zijn geslaagd? Volgens Evelijne Bruning, directeur van The Hunger Project, is dit het eerste project dat volledig draait op investeringen van ondernemers. ‘Nederlandse bedrijven staan echt achter het project en zijn zelf ook actief in het aantrekken van nieuwe investeerders. Omdat we verzekerd zijn van financiële steun kunnen we een lange termijn visie ontwikkelen. Organisaties als Oxfam zijn afhankelijk van subsidies van de overheid en werken daardoor met beleidsplannen voor maximaal 2 of 3 jaar.’ Voor de investeerders zit er ook winst in, want voor hen betekent deelname aan het programma een goede reclame voor hun merknaam.
Bruning vindt de manier van werken in Benin ook vernieuwend. ‘The Hunger Project werkt alleen met lokale partners, de mensen doen het echt zelf.’ Dat is toch iets wat andere organisaties ook al doen? Bruning geeft toe dat ze het wiel niet heeft uitgevonden. ‘Veel andere organisaties gebruiken dezelfde elementen, maar wij zijn de eersten die al die elementen bij elkaar voegen. We richten ons op alle facetten van zelfredzaamheid, van ondernemerschap tot HIV/Aids bestrijding.’ Door de krachten te bundelen verwachten bedrijven dat deze manier van ontwikkelingshulp geen bodemloze put is. Het is echter de vraag in hoeverre het plan te realiseren valt. Bruning geeft toe dat de doelstelling ambitieus is, maar is er zeker van dat het plan haalbaar is. ‘We werken al jaren met deze epicentra en hebben onze aanpak goed kunnen bijstellen op lokale behoeften. In Benin kunnen we in die epicentra echt maatwerk leveren.’
Op de site van The Hunger Project en Kataklé staat meer informatie over de manier waarop de organisaties te werk willen gaan.