
In Memoriam: Piet van Harn (1946-2010)
Op vrijdag 15 oktober overleed Piet van Harn, oud-medewerker van de NCDO. Hij was een pionier op het gebied van draagvlakonderzoek in Nederland en een van de meest kleurrijke mensen uit de Derdewereldbeweging. Herinneringen aan een bijzonder mens.
Ton Waarts was directeur van de NCO en later NCDO van 1977 tot 2001. Hij werkte vierentwintig jaar samen met Piet van Harn. ‘Een aangenaam mens was die Piet’, zegt hij. ‘Een levensgenieter met een Franse inslag. Geboren Zeeuws-Vlaming, maar aan die klei ontworsteld tot één van de meest echte Amsterdammers. Het was zijn eigen Amsterdam. Hij kende de stad als geen ander en hield van veel Amsterdammers. Bij gelegenheid las hij gedichten voor, voor een pilsje, in van die bruine kroegen. Zijn foto staat nog op de muur van metrostation Nieuwmarkt, genomen tijdens een vergadering van het actiecomité Nieuwmarkt tegen de aanleg van die metro. Een tijd met krachtig protest uit het volk tegen de regenten van de stad. Maar hij kon ook goed relativeren en was een van de eersten die daarna in de metro stapte.’
Eigenzinnig en creatief
Ook omschrijft Waarts zijn oud-collega als een eigenzinnig en creatief mens. Waarts: ‘Piet had meer talenten dan hij gebruikte, of wilde gebruiken. Want hard daarmee werken, die allemaal benutten, dat lukte niet steeds. Hij genoot immers zo van wat er al aan cultuur en plezierig leven voorhanden was. Hij schreef al jong, als geboren journalist. Maar de suggestie om nog eens een echt goed boek te schrijven deed hij af met: “Alles is al geschreven”.’
Bij de NCDO zat hij volgens Waarts op zijn plek. ‘De NCDO was voor hem een goede plek: sterke compassie met een betere wereld, maar veel daarvan ook relativerend en op de juiste waarde schattend. Daar had de NCDO ook veel baat bij, al moesten collega’s wel wat wennen aan het gemak waarmee hij met afspraken omging.’
Innovatief
In zijn werk was Van Harn innovatief, vindt Waarts. ‘Hij ging met zijn tijd mee, of was die vooruit. Nieuwe media, nieuwe muziekvormen werden omarmd en als eerste door hem aangereikt aan de wereld van de mensen die met draagvlak voor internationale samenwerking bezig waren. Dus was het mediabeleid bij hem in goede handen. Niet alleen bij het maken van keuzes uit al die films en documentaires die om medefinanciering vroegen, waarvan er maar een paar gehonoreerd konden worden. Maar vooral ook bij zijn eigen initiatieven voor projecten. Die blonken uit in creativiteit en innovatie. Zo haalde hij een muziektheatergroep uit Afrika, voor het allereerste Wereld Muziektheaterfestival. En hij verzon een ingewikkeld project voor een aantal steden, met echte rode beuken en in bejaardenhuizen gemaakte vogels, aan de vooravond van de eerste VN-conferentie over milieu en ontwikkeling.’
Van Harn vond beeld als communicatiemiddel nog belangrijker dan teksten, zegt Waarts. ‘Beeld trok meer publiek, vooral jongeren. In die zin heeft hij geweldig veel betekend voor draagvlakactiviteiten. En niet alleen door zijn daden. Ook als plezierig warm mens, vol met humor. Tot tranen toe soms. Hij heeft te jong de pijp aan Maarten gegeven.’
Wars van hiërarchie
Elisabeth van der Steenhoven kwam in 1998 bij de NCDO in dienst en maakte Piet van Harn mee tot aan zijn pensioen in 2007. ‘Een intergalactische Zapatista’, zo omschrijft ze hem. ‘Piet was wars van hiërarchie, vol elan, bezield, creatief, met hart en ziel betrokken bij de wereld. Une émotion à fleur de peau, allergisch voor holle frasen, cynisme en dikdoenerij. Een liefdevolle anarchist die humor en engagement dansend samenbrengt.’
Bulderende lach
Van der Steenhoven, tegenwoordig directeur van WO=MEN, herinnert zich nog precies hoe het was om op kantoor naar Van Harn toe te lopen. ‘Hoe merk je dat je Piet’s kamer nadert in het KIT? Je hoort een bulderende lach, wellicht muziek uit zijn overvolle mp3, sigarettengeur kringelt je tegemoet ondanks een strikt rookverbod en…daar staat Piet een ingenieus idee te bespreken met een kunstenaar, sporter, journalist of stagiair.’
Een ander kenmerk van Piet van Harn was volgens Van der Steenhoven zijn integriteit. ‘Kunst mocht niet voor (OS) propagandistische doeleinden worden geinstrumentaliseerd. Hetzelfde geld voor mensen uit het Zuiden; geen sprake van om hen als machteloos, zielig en hulpbehoevend te portretteren omwille van fondsenwerving.’
Kennis ver vooruit geholpen
Van der Steenhoven wijst vooral op het belang van Piet van Harn in het debat over draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking en mondiale gerechtigheid. ‘Piet heeft op een aantal fronten de kennis over draagvlak en betrokkenheid in Nederland ver vooruit geholpen. Hij heeft jaarlijks de Nederlandse bevolking bevraagd over het belang van ontwikkelingssamenwerking, de bereidheid om zelf actief te worden voor (en met!) het Zuiden, het ontwikkelingsbeleid van de Nederlandse overheid, enzovoorts. Met als resultaat onder andere de constatering dat een tijdlang bijna 80% van de Nederlandse bevolking het OS beleid steunde. Hierdoor was Nederland een van de eerste landen die op zo’n gestructureerde manier betrokkenheid en draagvlak door de jaren heen kon vergelijken.’
Maar behalve het draagvlakonderzoek waarmee hij bekend werd, was Piet van Harn volgens Van der Steenhoven een van de pioniers van de onverwachte samenwerkingspartners. ‘Zo was hij degene die NOC-NSF en de KNVB ertoe verleidde in gesprek te gaan met ontwikkelingsorganisaties. Met flair, kwinkslagen en ijzeren doortastendheid bracht hij de argwanende kampen nader tot elkaar. Piet heeft zonder meer bijgedragen aan het feit dat een breed scala aan beroepsgroepen betrokken is bij internationale samenwerking, te beginnen met journalisten.’
Piet van Harn is 64 jaar geworden en wordt maandag 25 oktober begraven op de Oosterbegraafplaats in Amsterdam.