
Veilige onderkomens
Taco van der Mark is hoofdredacteur van Terre-magazine, het tijdschrift van Terre des Hommes. Voor Vice Versa doet hij verslag van zijn reis naar Haïti waar hij kijkt hoe de hulpverlening na de aardbeving is verlopen. Vandaag het laatste deel.
Zijn er nog succesverhalen te vertellen uit Haïti? Wat gaat er nu eigenlijk goed? Een bezoek aan enkele dorpsgemeenschappen die Grand Goave rijk is, moet antwoord op die vraag geven. Hier heeft Terre des Hommes Lausanne tijdelijke onderkomens gedistribueerd. Het zijn eenvoudige constructies van houten palen en blauw plastic. Daar staat in grote letters Unicef op gedrukt waarmee ze de indruk wekt dat zij ook deze shelters heeft neergezet. Een doeltreffend staaltje van marketing. Maar de bewoners zelf weten dat Terre des Hommes de tenten heeft neergezet en ook extra touw, hamers en spijkers heeft gegeven om hun onderkomen te beschermen tegen regens en mogelijke orkanen.
In het gehucht Papette hebben enkele tientallen inwoners zo’n tent gekregen. Dormevil Robert (38) is een van hen. Op de plek waar zijn huis stond, ligt nu alleen nog puin, kapotte ramen en wat tafelpoten. Onder een boom staan enkele stoelen die hij uit de chaos heeft gered, net als onderdelen van het tweepersoonsbed. Een beetje achteraf staat de keurige blauwe tent. Gebruikt hij hem ook? Hij schudt zijn hoofd. ‘Er is geen slot op de deur en bovendien kunnen inbrekers het plastic met een mes gemakkelijk opensnijden. Ook voel ik me er niet veilig. Als het straks gaat regenen of hard gaat waaien, ben ik bang dat het plastic wegwaait,’ zegt hij.
Hij gebruikt het onderkomen nu als een soort garage waar oude spullen staan en wat werktuigen. Slapen doen hij, zijn vrouw en vier kinderen dus in een tentje gemaakt van ijzeren golfplaten. Er liggen vier matrassen op de grond en het is er snikheet. ‘Maar hier voelen we ons beter,’ zegt Dormevil Robert. Enkele andere bewoners hebben hetzelfde verhaal als hij. Ook zij voelen zich niet veilig of klagen over lekkages.
Kokos
Gelukkig zijn er ook positieve ervaringen. Neem de situatie in het gehucht Haut Papette waar geen van alle zes huizen nog overeind staat. Wel zijn er dankzij Terre des Hommes Lausanne acht nieuwe tenten opgebouwd. In één daarvan woont Nicole Julien (40) met haar twee dochters. ‘We zijn blij dat we goed onderdak hebben. Met het orkaanseizoen zullen we wel absoluut een beter shelter nodig hebben’, zegt ze, ‘maar tot nu toe is dit prima.’
De andere bewoners van de gemeenschap knikken instemmend. Ook zijn zij tevreden. ‘Op de ngo’s kun je rekenen. Zij doen wat ze zeggen. Onze eigen lokale autoriteiten zeggen dat ze ons helpen, maar er is nog niemand van hen die ons heeft opgezocht.’
In een andere kleine gemeenschap leven Ilna Bareau (76) en haar kleindochter Lidia Fortune (10) met haar prachtige, vrolijke ogen. Als we hen aantreffen, zit Lidia in een kleine handkar kokos te raspen voor de soep. Ilna zit kalm op een krukje voor de tent met een rode hoofddoek en een goudkleurig brilletje op haar neus. Ze is blij met haar onderkomen. ‘Bon’, zegt ze gedecideerd, ‘we voelen ons hier veilig. Ik weet natuurlijk niet wat er gebeurt als het gaat regenen of hard waaien. Maar het is tot nu toe niet gaan lekken en alles staat goed.’
Van binnen hebben zij en haar en kleindochter het zo gezellig mogelijk gemaakt. Met een tafel en twee stoelen, een tweepersoonsbed en een kalender tegen de wand lijken ze zich hier thuis te voelen. Wie in aanmerking komt voor een tent moet deze wel zelf opbouwen. Gelukkig kregen Ilna en Lidia hulp vanuit de gemeenschap. ‘Anders hadden we dat nooit kunnen doen’, zegt ze. Achter hun tent liggen de restanten van hun ingestorte huis. Het is de bedoeling dat het ooit weer wordt opgebouwd, maar Ilna heeft geen idee of dat er ooit van komt. ‘Dat is lastig.’
In ieder geval heeft Cordaid de materialen afgeleverd voor een semi-permanente woning, helemaal gemaakt van hout en met een minimale levensduur van tien tot vijftien jaar. Wat haar onderkomen betreft, heeft Ilna geen zorgen, zegt ze. Meer zorgen heeft ze over haar kleindochter Lidia, wier ouders al enkele jaren geleden zijn overleden. ‘Ik weet niet hoe lang ik nog leef. Maar ik hoop dat ze straks naar school kan en een goede toekomst heeft waarin ze voor zichzelf kan zorgen.’
Lidia zelf gelooft in haar toekomst. Met stralende ogen fluistert ze haar droom: ‘Haute couture.’