
Hoe resistent handelen we?
COLUMN – Anke Tijtsma, directeur van Wemos, is net terug uit Oeganda. Daar sprak ze met zorgpersoneel over nijpende gezondheidsuitdagingen zoals antibioticaresistentie. Ze is blij dat artsen in Nederland zeer terughoudend zijn met het voorschrijven van antibiotica. Resistente bacteriën rukken snel op: een horrorscenario voor iedereen. Maar in Oeganda en andere lage inkomenslanden weet vrijwel niemand dat. Voor het aanpakken van dat probleem is volgens Anke een rol weggelegd voor minister Ploumen.
Als we niets doen, zijn er per 2050 tien miljoen doden gevallen door resistente bacteriën. Dat is meer dan het aantal mensen dat nu overlijdt aan kanker en diabetes samen. Tijdens mijn verblijf in Oeganda in november sprak ik met staf van lokale gezondheidsposten. Zij vertelden over een dramatisch tekort aan basismedicatie in de publieke gezondheidssector. Dat is heel frustrerend voor artsen en verpleegkundigen. Tegelijkertijd kun je in de steden haast op elke straathoek antibiotica kopen. Dat betekent dat mensen die het kunnen betalen, niet langer afhankelijk zijn van een gecertificeerd voorschrijver en altijd antibiotica voorhanden hebben, of het middel nodig is of niet. Voor veel kwalen is antibiotica namelijk niet nodig, en niet alleen dat: door teveel en onnodig gebruik van antibiotica kunnen bacteriën er ongevoelig voor worden. Dit heeft als gevolg dat eenvoudige infecties, zoals een darm- of blaasontsteking, niet of nauwelijks meer te behandelen zullen zijn. De patiënt blijft ziek en de resistente bacteriën blijven leven. Resistentie is een gigantisch probleem voor ons allemaal, niet alleen voor de Oegandese patiënt.
Horrorscenario
Een tekort aan werkzame antibiotica ontstaat door antimicrobiële resistentie. Nu al sterven er wereldwijd ongeveer 700 duizend mensen door resistentie. In Europa sterven ieder jaar 25 duizend mensen aan bacteriële infecties die niet meer te behandelen zijn. Professor en arts Jan Kluitmans van het Amphia Ziekenhuis in Breda: ‘In het geval van blaasontsteking houdt resistentie in dat patiënten op termijn ongevoelig worden voor de orale vorm van antibiotica en alleen nog per infuus in het ziekenhuis behandeld kunnen worden. Op den duur leidt dit ertoe dat er geen effectieve antibiotica voor de behandeling van ontstekingen meer zijn. In het buitenland zijn al zulke gevallen bekend.’
Een horrorscenario, lijkt mij. Eén van mijn dochters had onlangs een vervelende darmontsteking. Ik wilde niet te snel naar antibiotica grijpen, maar ze had er zichtbaar hinder van en viel kilo’s af. Na een labtest was ik snel overtuigd van de noodzaak en blij dat er (nog) een geschikt antibioticum was. Wat was ik opgelucht toen het medicijn zijn werk deed en de niet-resistente bacteriën te lijf ging! Ik zag mijn dochter zienderogen opknappen.
In Oeganda zijn er naast ongecontroleerde zelfmedicatie en zogenaamde ongecontroleerde (straat)verkoop ook andere oorzaken van resistentie aan te wijzen: tekort aan laboratoriumfaciliteiten om ziekteverwekkers adequaat te detecteren en overmatig gebruik in de veesector. Ook is er onvoldoende toezicht op niet-gekwalificeerde voorschrijvers en worden afspraken en regels die het gebruik moeten controleren, niet zorgvuldig nageleefd.
In de Nederlandse veehouderij is men steeds terughoudender geworden met het voorschrijven van antibiotica. Dat is in Oeganda anders. Veel vee loopt rond met resistente bacteriën. Zowel antibiotica als (resistente) bacteriën komen terecht in (grond)water, in de melk en het vlees. Ook via deze weg komen burgers in contact met resistente bacteriën.
Foto: Anke TijtsmaHet gezondheidspersoneel dat ik in Oeganda erover sprak, was zich bewust van het probleem van resistentie. Maar zij gaven ook toe blij te zijn als ze een medicijn kunnen geven; vaak is er namelijk niets voorhanden. Zo komt het dat artsen en verpleegkundigen antibiotica onnodig voorschrijven aan patiënten die geen bacteriële infectie hebben. Een Oegandese medewerker van Amref vertelde me dat patiënten bij gezondheidsposten heel vaak tegelijkertijd twee soorten antibiotica krijgen bij verdenking van een geslachtsziekte. Automatisch, zonder diagnose. Zo wordt resistentie verder in de hand gewerkt. Zelf zou hij het liefst eerst een diagnose willen doen, zei hij. Maar, dat kan je niet verwachten van mensen die niets van het probleem afweten en geen geld hebben voor een laboratoriumtest.
Hier zien we het probleem van structurele onderfinanciering van het Oegandese zorgstelsel een rol spelen. En, mede als gevolg daarvan, een tekort aan zorgpersoneel. Voeg eraan toe de ongeremde verkoop van antibiotica zonder recept. Dergelijke over the counter verkoop is overigens in veel meer landen een probleem.
Alleen een publiekscampagne is niet genoeg
In alle landen – in Afrika, net zo goed als elders in de wereld – hebben kleine kinderen regelmatig last van ontstekingen. Een simpele longontsteking kan ieder kind fataal worden als er geen werkzaam antibioticum voor handen is. Daarom is ook een rol weggelegd voor het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Overigens heeft, in het kader van de Global Security Agenda, minister Schippers antibioticaresistentie al gekozen als prioriteit. In januari 2016 start het ministerie van VWS met een nationale publiciteitscampagne. Dat past bij haar mandaat om de gezondheid van alle Nederlanders te beschermen. Maar omdat resistente bacteriën zich niets aantrekken van landsgrenzen en ook niet van Schippers, zie ik een rol voor minister Ploumen weggelegd. Zij ‘handelt’ immers over de grens en ziet toegang tot medicijnen als een thema voor samenwerking met haar collega Schippers.
Globalisering, vrije handel, klimaatverandering, bevolkingsgroei en een stijgende consumptie van dierlijk eiwit (vlees, melk): het zijn allemaal factoren die bijdragen aan de verspreiding van ongewenste ziekteverwekkers zoals bacteriën. Het zou fantastisch zijn als minister Ploumen in deze gezondheidsuitdaging handel ziet. Er is een pleitbezorger nodig voor het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling van nieuwe antibiotica. Tot nu toe is daar weinig interesse voor binnen de farmaceutische industrie. Medicatie ontwikkelen voor chronische welvaartziekten is veel lucratiever.
Wemos’ Grenzeloos Gezond-aanpak: de samenhang tussen gezondheid hier en elders wordt benadrukt. Tekening: Floor AdamsDaarnaast lijkt het me interessant om het ‘verantwoorde’ voorschrijfbeleid van Nederland te exporteren. Handel mag ten slotte samengaan met hulp, niet waar? Bovendien: de ministers waren toch al van plan te komen tot meer intersectorale samenwerking op het gebied van medicijnen. Zo maken ze ook werk van een ander voornemen: het verzekeren van toegang tot betaalbare medicijnen. Helemaal in lijn met de nieuwe Sustainable Development Goals. Als onze ministers – samen met hun collega’s in andere landen – de handen ineen slaan, kunnen ook in de toekomst alle nare ontstekingen worden genezen: in Nederland, Oeganda en elders op de wereld. Daar wordt iedereen beter van!