Weblog: Journalisten als laatste hoop in Ivoorkust

Donderdag gaat de film ‘Through Our Own Eyes’ van Vice Versa-redacteuren Thomas Hurkxkens en André van der Stouwe in première. De film volgt een aantal Afrikaanse journalisten op weg naar het WK Voetbal in Zuid-Afrika en laat de rol van journalistiek bij maatschappijopbouw zien. Lees hier het weblog van Thomas Hurkxkens, een van de makers.

Hoe is het om journalist te zijn in een land waar je geen journalist mag zijn? Met deze vraag vertrok ik deze zomer naar Ivoorkust, een land dat jarenlang een burgeroorlog kende en sindsdien op vrije verkiezingen wacht. In het land is het kritisch volgen van de overheid van levensbelang voor achtergestelde groepen in de samenleving, maar voor journalist Selay Kouassi is dit werk niet zonder gevaar. Toch slaagt hij er in problemen aan te kaarten, want hij heeft één belangrijke dekmantel: voetbal.

De file bij het checkpoint om de stad te verlaten is maar een paar vrachtwagens lang en de soldaten zijn al zichtbaar. De groene pakken controleren iedereen die de stad in of uit gaat en innen belastingen. Officieel is de oorlog voorbij, maar Ivoorkust is nog altijd verdeeld tussen het zuiden, waar de regering zetelt, en het noorden, waar de rebellen de baas zijn. Samen met Selay zijn we op weg naar een voetbalschool niet ver buiten de stad. In het voetbalgekke Ivoorkust zijn er honderden van dit soort scholen waar jongens trainen met de hoop ooit door te breken in Europa zoals de sterspeler Didier Drogba van het Engelse Chelsea.

Frustratie

Ik volg Selay voor een documentaire over journalistiek in Afrika. De meerderheid van het nieuws over Afrika wordt buiten Afrika zelf gegenereerd. De belangrijkste nieuwsbronnen voor Afrikanen zijn de vaak westerse media als BBC. Nieuws over en voor Afrika wordt verteld door een westerse bril. Een frustratie voor Selay: ‘Westerse media focussen vaak maar op één van de vele kanten van Afrika. Het is aan Afrikaanse journalisten om juist ook de andere kanten te laten zien.’ Het verhaal op de voetbalschool gaat volgens Selay niet alleen over de hoop en dromen van een jonge voetballer maar ook over het gebrekkige toezicht op de scholen waar jongens vaak geen onderwijs krijgen en niets anders doen dan voetballen.

Even later treffen we op de voetbalschool Sidibe Siakka een jongen van 16 jaar die net klaar is met trainen. Hij woont in een van de arme wijken van Abidjan waar zijn familie rond komt van een paar euro per dag. Hij heeft maar één droom: profvoetballer worden in Europa. De kans dat die droom uitkomt is er nauwelijks. Zijn moeder betaalde ooit 700 euro aan een makelaar om hem naar een Europese voetbalschool te sturen, maar daar kwam nooit wat van terecht en de malafide makelaar ging er met het geld vandoor. Selay: ‘Onze regering doet niets om de voetbalscholen aan te pakken en toezicht te houden op het voetbal. In een paar jaar tijd zijn er 300 voetbalscholen opgericht in Ivoorkust maar er is geen controle.’

Verdwijnen

’s Avonds, als Selay zijn artikel uitwerkt, vertelt hij me waarom er eerder ‘onderzoeksjournalist’, maar tegenwoordig ‘sportjournalist’ op zijn kaartje staat. Hier in Ivoorkust verdwijnen journalisten die kritisch zijn op de overheid. ‘Voetbal is voor mij een manier om andere onderwerpen in de maatschappij aan te kaarten. Hier in Ivoorkust vertrouwen mensen je als je over sport begint, maar niet als je over politiek of andere onderwerpen praat.’

Voor Selay is journalistiek de manier om zijn land op te bouwen. ‘De regering verzaakt in haar verantwoordelijkheden en de oppositie heeft nu goede standpunten, maar zodra zij aan de macht komen, veranderen hun standpunten en voeren zij ook allemaal regels door om zichzelf te bevoordelen. Alleen een kritische journalist kan de bevolking helpen om dit in te zien.’

De documentaire met het hele verhaal van Selay en twee andere Afrikaanse journalisten is donderdag 11 november te zien om 16.30 in bioscoop Kriterion in Amsterdam. Vanaf volgend jaar is de film te zien op festivals en in filmhuizen.