Michel Groenesteijn

  

Michel Groenenstijn: De Nederlandse NGO van de toekomst

Na enkele weken discussie op deze site blijkt volgens Michel Groenenstijn, directeur van Be-More, in elk geval één ding. De sector moet veranderen, innoveren, anders redt zij het niet. Het daagt uit tot een interessante vraag: hoe zit de Nederlandse NGO van de toekomst er eigenlijk uit? Bij deze een voorzetje.

>

Hedwig Bruggeman (Agri-ProFocus): Ondernemende agri-netwerken zijn springlevend!

NGO’s moeten zich anders gaan organiseren en op zoek gaan naar een nieuwe rol. Deze roep klinkt steeds verder door in de discussie op deze site. Maar volgens Hedwig Bruggeman, directeur van Agri-ProFocus, gebeurt er op dit terrein al meer dan menigeen denkt.

>

Manuela Monteiro (Hivos): Bedrijvigheid gebeurt niet in het luchtledige

Het opbouwen van een fatsoenlijke samenleving vergt niet alleen brood op de plank, maar ook een politiek klimaat waarin checks and balances zijn ingebouwd en burgers actief participeren. Dat betoogt Manuela Monteiro, directeur van Hivos. ‘Redzaamheid én mondigheid dus! Dát nu ontbreekt in het beleid van Knapen.’

>

Michel Groenenstijn: ‘Zet pioniers en vernieuwers bij elkaar’

Michel Groenenstijn, oprichter van Be-More, betoogde al eerder op deze site dat de bezuinigingen juist kansen bieden aan ontwikkelingsorganisaties. In zijn tweede bijdrage gaat hij daar verder op in. ‘Beste sector, u laat een kans onbenut. Het moment waarop je door bezuinigingen wordt gedwongen te veranderen, is er één om met beide handen aan te grijpen. Zet de deur open, ga naar buiten. Zoek de zwermen op en boei ze met uw verhaal.’

>

Vrijdagmiddagborrel: Bezuinigingen bieden juist kansen voor het particuliere kanaal

Iedere vrijdagmiddag laat hoofdredacteur Marc Broere de afgelopen week de revue passeren. Met vandaag natuurlijk aandacht voor de discussie die losbarstte na het verschijnen van de Kamerbrief van staatssecretaris Ben Knapen. ‘Is het nu echt zo slecht van Ben Knapen om de steun aan het particuliere kanaal te verminderen en juist wél te investeren in publiek-private-partnerschappen?’

>