
Het nut van zeven jaar actievoeren tegen ‘bloedkolen’ uit Colombia
Colombia is een van de grootste leveranciers van kolen aan Nederland. Bloedkolen, volgens vredesorganisatie Pax, vanwege vermeende steun van mijnbouwbedrijven aan paramilitairen tijdens de Colombiaanse burgeroorlog. Wat leverde zeven jaar actievoeren tegen bloedkolen tot nu toe op – en wat ook niet? Een interview met campagneleider Wouter Kolk, als laatste deel in de serie naar aanloop van de kolencruise deze vrijdag.
Deze maand bepaalde het Hooggerechtshof in Colombia dat het vredesakkoord, dat vorig jaar is ondertekend door de Farc en de regering, voor twaalf jaar wettelijk beschermd wordt. Een opluchting voor hen die vreesden dat een nieuwe president het akkoord zou kunnen terugdraaien, en een volgende stap in het vredesproces.
Maar voor de bewoners van de regio Cesar, in Noord-Colombia, zal het nog geen vrede zijn zolang het verleden niet is erkend. Tussen 1996 en 2006 hielden paramilitairen daar flink huis. Ze doodden 3.100 mensen en 55.000 werden van hun grond verdreven.
Voor de mensen in Cesar, een mijnbouwgebied, waren de gruwelen ontegenzeggelijk verbonden met de mijnbouw. In 2010 vroegen ze de vredesorganisatie Pax nader onderzoek te doen. Dat resulteerde in 2014 in het rapport The Dark Side of Coal, waarin staat dat paramilitairen onder ede verklaarden dat ze worden betaald door mijnbouwbedrijven. Maar de twee grootste in het land, Prodeco/Glencore en Drummond, ontkennen betrokkenheid tot op de dag van vandaag.
Genoegdoening
Wouter Kolk is voor Pax sinds 2013 betrokken bij het bloedkolendossier. De mijnbouwbedrijven zijn onderdeel van het probleem, maar ook van de oplossing, vindt hij. Het doel van de vredesorganisatie: dat de mijnbouwbedrijven toetreden tot het verzoeningsproces met slachtoffergroepen en hen genoegdoening geven, dat wil zeggen compensatie, waarheidsvinding en erkenning van wat de slachtoffers is aangedaan.
Ook zonder directe betrokkenheid bij de moorden moeten mijnbouwbedrijven zorgdragen, meent Kolk. ‘Als een multinational in zo’n conflictgebied begint te opereren, dan brengt dat een enorme verantwoordelijkheid met zich mee – en moet hij zich realiseren dat het conflict zo ook verergert. Partijen kunnen ervan profiteren en het bedrijf moet goed nadenken of het er zelf niet van profiteert door land in handen te krijgen waarvan mensen ooit zijn verdreven.’
Ook nu nog worden mensen die opkomen voor hun rechten bedreigd, aangevallen en soms zelfs vermoord. Kolk: ‘Neoparamilitaire groepen met dezelfde signatuur als die van het verleden, delen pamfletten rond met dreigementen aan mensen die zich uitspreken tegen de kolenindustrie. Mijnbouwbedrijven distantiëren zich ervan, maar de paramilitairen zeggen dat ze de belangen van de mijnbouwindustrie verdedigen.’
Een groot deel van Colombia’s kolen komt bij Europese energiebedrijven terecht. Daarmee hebben zij direct een verantwoordelijkheid, meent Pax. Zij zouden hun macht moeten aanwenden om aan te dringen op een verzoeningsdialoog.
Van zaaltjes naar de straat
In eerste instantie werden er pogingen ondernomen tot een gezamenlijke dialoog met energiebedrijven. Maar dat leverde erg weinig op. In 2015 concludeerde Pax in een rapport over de balans van vijf jaar engagement omtrent bloedkolen dat er nog bedroevend weinig beweging was. De boodschap voor Nederlandse energiebedrijven werd strenger: de inkoop van ‘bloedkolen’ stopzetten wanneer mijnbouwbedrijven geen concrete actie ondernemen.
Pax verlegde haar strategie letterlijk vanuit zaaltjes naar de straat. Zo hield ze demonstraties voor het hoofdkantoor van Essent, riep ze consumenten op tweets en kaartjes naar energiebedrijven te sturen en nodigde ze slachtoffers uit om bij energiebedrijven hun verhaal te doen. En in november 2016 richtte de actie zich ook explicieter op Amsterdam, waar veel Colombiaans steenkool terechtkomt.
De campagne, die ook op andere Europese landen is gericht, heeft inmiddels meer resultaat geboekt. In Denemarken schortte energiebedrijf Dong de inkoop vorig jaar op en is een dialoog aangegaan met mijnbouwbedrijven waarvan het die kolen kocht. Een half jaar geleden heeft het Italiaanse Enel de inkoop opgeschort.
Rekenschap afleggen
Maar in Nederland beweegt het wat trager – terwijl de Nederlandse kolenimport volgens Pax voor een kwart tot de helft bestaat uit Colombiaanse kolen. Toch is ook hier enige vooruitgang te bespeuren. Kolk: ‘Nuon is duidelijk zijn beleid aan het verbeteren. Het is afgelopen maart naar Colombia gegaan om onderzoek te doen naar de mensenrechtensituatie, waarover publicatie binnenkort volgt, en heeft al eerder zijn criteria voor inkoop aangescherpt. Maar bij Essent, Eon en Engie zien we veel minder vooruitgang, dat gaat veel te langzaam. Ze beroepen zich met name op Bettercoal, maar wij vinden dat ze individueel op hun verantwoordelijkheid binnen de keten moeten worden aangesproken. En dat ze daarover rekenschap afleggen.’
In Colombia zelf is er ook vooruitgang. ‘Prodeco/Glencore was een paar dagen geleden aanwezig bij een herdenkingsbijeenkomst. Daarvan zeiden we ook publiekelijk: dat is een teken van goede wil en een goede basis voor verdere stappen naar verzoening. Maar bij het Amerikaanse bedrijf Drummond zie je die ontwikkeling niet. Dat investeert vooral in public relations en het opzetten van projectjes in de regio.’
Afgelopen week was er een zware mijnbouwdelegatie op bezoek in Nederland. Ook toen riep Pax wederom op tot concrete stappen voor verzoening. Kolk: ‘Maar mijnbouwbedrijven wijzen vooral naar de Colombiaanse overheid als verantwoordelijke voor het verzoeningsproces en zeggen dat zijzelf niet te hard aangepakt moeten worden, want ze zijn economisch heel belangrijk voor de regio. Wij vinden: als je zo belangrijk bent voor een regio, dan heb je ook een grote rol in de omgang met het verleden.’
Aan het bezoek koppelde Pax tevens een actie waarbij het Nederlandse publiek werd gevraagd om mijnbouwbedrijven op te roepen concreet bij te dragen aan een verzoeningsdialoog tussen die bedrijven en de slachtoffers, en daaraan ook economische consequenties te verbinden.
Eerst vrede, dan het milieu
Volgens Kolk worden er aardig wat burgers gemobiliseerd, ondanks de complexe boodschap. Bij de laatste actie zijn er tweeduizend e-mails verstuurd. ‘Dan gaat de inbox van die directeur wel plat.’
De hoofdboodschap van Pax blijft daarbij de nadruk leggend op de slachtoffers van de mijnbouwindustrie. Zij zijn immers de mensen die Pax vertegenwoordigt. Net als bij ActionAid, zoals we gisteren konden zien, ligt daarmee de prioriteit niet daar waar die ligt voor de Nederlandse klimaatbeweging, namelijk bij het klimaat en het stoppen van fossiele brandstoffen.
Ook al zijn er natuurlijk wel parallellen. Kolk: ‘Het akkoord van Parijs heeft ook gevolgen voor de kolenindustrie in Colombia. Uitfasering van kolen is een feit en dat kan best eens snel gaan. Voor ons is het van belang dat àls je kolen achterlaat, je ervoor zorgt dat de overgang naar een leven zonder kool rechtvaardig verloopt. Dat betekent onder meer dat de mensenrechtenschendingen op een rechtvaardige manier worden afgehandeld.
‘De fossiele-brandstofindustrie heeft ook in Colombia impact op milieu en klimaat, maar wij richten ons – als hoofddoel – op vrede en mensenrechten. Zonder genoegdoening geen daadwerkelijke vrede. Uiteindelijk streven we naar een situatie waarin mijnbouwbedrijven en bewoners vredig naast elkaar samen kunnen leven.’
Meer weten? Vaar 3 november mee op de Kolencruise, waar Lorraine Kakaza uit een vand e getroffen dorpen in Mpumalanga vertelt over haar activise. Geef je nog snel op!
Lees ook: ‘Hoe vrouwen in Colombia de macht van de mijnbouw trotseren’, ‘Hoe drie Amsterdammers het opnemen tegen de steenkoolindustrie’ en ‘Energie van de toekomst: groen èn sociaal’
Op de foto’s: de slachtoffers en nabestaanden van de mensenrechtenschendingen