
Hoe vrouwen in Zuid-Afrika de macht van de mijnbouw trotseren
Onze Nederlandse energievoorziening is voor een deel te danken aan de Zuid-Afrikaanse steenkool. Niet alleen wij merken daar de effecten van: die ondervinden de vrouwen in Zuid-Afrika ook. Via landonteigeningen, astma en verkrachtingen, bijvoorbeeld. Maar vrouwen eisen hun rechten op. Een interview met Fatima Vally van ActionAid: het derde deel in een serie over tegenmacht in de steenkoolindustrie in aanloop naar de kolencruise aanstaande vrijdag.
Margaret Zulu wijst naar de kapotte ramen in haar huis. ‘Als de dreun komt, rinkelen de kopjes in de kasten en beginnen ze te scheuren.’ Zij komt er nog aardig vanaf, maar laatst was bij haar buren het plafond ingestort. De dreunen zijn gekomen sinds een mijnbouwbedrijf er zijn operaties begon.
Zulu is te zien in een video die ActionAid Zuid-Afrika maakte over de gevolgen die vrouwen in Zuid-Afrika ondervinden van de mijnbouw aldaar. De dreunen zijn er slechts één van. Fatima Vally werkt voor ActionAid met de getroffen gemeenschappen en ziet weinig goed gaan in de mijnbouwindustrie, in het bijzonder in Mpumalanga, de streek waar ze voornamelijk werkt. Het zijn met name vrouwen, als hoofd van het huishouden, die worden geraakt.
Via Skype, vanuit Johannesburg, somt Vally op: ‘Het water wordt vervuild vanwege de gifstoffen. Waterputten vallen droog omdat de mijnbouw al het water onttrekt. De dreunen brengen schade toe aan hun huizen en zorgen voor stof, astma en ademhalingsproblemen komen veel voor. Er zijn niet in alle mijnbouwgebieden veiligheidsmaatregelen. Kinderen vallen in de zinkgaten.’
Golfview Mine in Ermelo in Mpumalanga was left abandoned. The coal underground is forever burning and is spreading day by day. 15/03/16 Photo: Oupa NkosiBovendien moeten families vaak gedwongen verhuizen. Vally: ‘De gemeenschap wordt verleid met de boodschap dat ze in huizen van betere kwaliteit komt te wonen, maar die huizen zijn vaak veel kleiner dan de oorspronkelijke huizen. Ook de stukken land die ze krijgt zijn veel kleiner, waardoor ze hun eigen voedselvoorziening en belangrijkste bron van inkomsten – uit de landbouw – moet missen.’
Maar de vrouwen leggen zich niet zomaar neer bij de situatie. ‘Ze willen hun eigen verhaal vertellen en zichzelf vertegenwoordigen’, zegt Vally. ‘Ook al stuit dat vaak op weerstand in de patriarchale maatschappij.’
Van voetgangerspad tot handvest
Een van de wegen die ze bewandelen, is de rechtsgang. Zo probeerde een groep vrouwen verhaal te halen bij het Gelijkheidsgerechtshof met klachten over een spoorlijn die dwars door hun woongebied liep – zeer gevaarlijk voor kinderen die elke dag moesten oversteken naar school. Het mijnbouwbedrijf is daarop met het ministerie van Onderwijs om tafel gaan zitten om een schoolbus langs de huizen te laten rijden. Een succesje, als dit van de grond komt, maar ook gluiperig, vindt Vally. ‘Het is een kortetermijnoplossing. De gemeenschap was helder: er moest een voetgangersoversteek komen.’ Mochten de gesprekken tot niets leiden, dan wordt de volgende stap het Hooggerechtshof.
Daarnaast proberen ze wetgeving op nationaal niveau te beïnvloeden. In 2015 wilde de regering de wet voor ontwikkeling van minerale en aardoliehulpbronnen wijzigen. Vally: ‘Veel van de veranderingen voorzagen in minder consultaties met de gemeenschap. Twee actiegroepen, de Mining Affected Communities in Action (Macua) en Women Affected by Mining United in Action (Wamua) bezochten 120 gemeenschappen in Zuid-Afrika en ontwierpen de People’s Mining Charter, waarin werd bepaald dat gemeenschappen als gelijke partners moeten worden behandeld.’
Wamua was opgericht omdat vrouwen vonden dat ze een eigen geluid nodig hadden. Want ook de bredere activistische beweging benadrukte volgens hen niet voldoende de specifieke risico’s voor vrouwen. Op aandringen van Wamua werden vrouwen expliciet in het handvest vermeld: ze hebben het recht om land te erven en gehoord te worden in beslissingen die hen aangaan. Het handvest wordt nu gebruikt in nationale beleidsdiscussies en op 14 en 15 december zullen Macua en Wamua het ministerie van Mijnbouw voor de rechter dagen vanwege de voorgenomen wijzigingen.
‘Mijn vagina is niet mijn cv’
En uiteraard zijn er protesten. Zoals tijdens de Mining Indaba begin dit jaar in Kaapstad, een bijeenkomst van de mijnbouwindustrie. Wamua maakte er slim gebruik van de wet. Samenscholingen van meer dan vijftien mensen moeten namelijk gemeld worden bij de politie. Daarop marcheerden vrouwen in groepjes van vijftien, met telkens honderd meter ertussen. Ze hielden spandoeken op met leuzen als ‘Mijn vagina is niet mijn cv’ en ‘Nee tegen steenkool’. Vally: ‘Voor de zakenmannen die naar de officiële Mining Indaba gingen en in en uit het conferentiegebouw moesten, was dat telkens een ongemakkelijke confrontatie.’
Die leus, ‘Mijn vagina is niet mijn cv’, werd opnieuw gebruikt tijdens een protest tegen een mijn waarbij de vrouwen stripten tot aan hun ondergoed. Het protest was bedoeld om een statement te maken tegen seksueel geweld. Om een baan te krijgen in de mijnbouwindustrie, moeten zij vaak met de mijnbouwbazen naar bed. En verkrachting ligt op de loer met de vele mijnwerkers in de regio.
Daarnaast verenigen ze zich in bijeenkomsten, en monitoren en rapporteren ze mensenrechtenschendingen. ActionAid heeft als ngo bij dit alles een faciliterende rol. ‘De gemeenschap dicteert wat we doen. Wij zijn niet een ngo die claimt voor de gemeenschap te spreken’, benadrukt Vally. ‘En dat heeft ze ook niet nodig, want de vrouwen zelf zijn bespraakt genoeg. Wij kunnen hun stem versterken en op platforms hoorbaar maken.’
De mondiale zaak
ActionAid biedt ondersteuning: in de rechtszaal, qua logistiek bij bijeenkomsten of protestacties. Of ze stelt publicaties en rapporten op om de situatie van vrouwen te documenteren, waarbij hun eigen verhaal centraal staat. ‘Het is extreem belangrijk dat vrouwen hùn verhaal kunnen vertellen en eigenaarschap hebben over het narratief’, zegt Vally.
Women coal collectors from MNS informal settlement in Witbank, Mpumalnga gathering coal and some bringing their kids with them because no one can take care of them. 18/03/16 Photo: Oupa NkosiDe internationale connecties zijn daarbij belangrijk. Voor een groot deel worden de kolen namelijk geëxporteerd. Die connecties betaalden zich concreet uit toen het Australische exportkredietagentschap Efic het mijnbouwproject Resgen Boikarabelo wilde financieren. Volgens vrouwelijke activisten zou dit een ramp zijn voor het milieu en de omwonenden. ActionAid Australië startte daarop een petitie en spoorde de Australische regering aan van de ondersteuning af te zien, en met succes: Efic trok zich terug uit het project.
Ook de Nederlandse energietoevoer is terug te voeren op Zuid-Afrika. Nederlandse bedrijven importeren kolen uit Zuid-Afrika. Zo haalde RWE in 2016 3,9 % van hun kolen uit Zuid-Afrika, en Vattenfall (waar Nuon onderdeel van is) 5,7 %. SOMO onderzocht dat in 2011 5,3 % van de kolen in de Amsterdamse haven uit Zuid-Afrika kwamen, en in Rotterdam was dat 9,2 %.
Maanlandschap
Nederlandse energiebedrijven kunnen zich best nog beter inzetten, vindt Vally. Vorig jaar is er een missie geweest met vertegenwoordigers van de vier grote energiebedrijven – RWE, Vattenvall (waar Nuon onder valt), Engie en Uniper – en de Nederlandse overheid naar twee mijnen en mijnbouwgemeenschappen. Daar troffen ze onder andere een soort maanlandschap aan van een verlaten mijn, waar giftige stoffen en gangen onder de grond nog steeds een gevaar vormden voor de omwonenden.
In een ander gebied, vertelt Vally, had mijnbouwbedrijf Glencore een schooltje gebouwd, vanwege de herhuisvesting, maar dacht niet na over het onderhoud. Dus vraagt Glencore nu ‘ontwikkelingsgeld’ van de gemeenschap. Zo komt de rekening van de school indirect bij de gemeenschap terecht – en ironisch genoeg werd de elektriciteit afgesloten toen de school de rekening niet meer kon betalen. En ook de huizen van sommige bewoners blijven verstoken van elektriciteit. Sinds ze moesten verhuizen vanwege de mijnbouwactiviteiten, missen ze namelijk hun inkomsten vanuit de landbouw omdat de grond die ze kregen ter compensatie te klein is.
‘Sinds de missie is er weinig veranderd’, zegt Vally. ‘En de discussie vernauwde zich tot twee mijngebieden, terwijl het slechts voorbeelden zijn van de algehele situatie in Zuid-Afrika. De macht van energiebedrijven is groot en ze kunnen veel meer doen. Zoals zeggen dat ze geen kolen meer willen afnemen van de mijnbouwbedrijven zolang de situatie niet aanzienlijk is verbeterd.’
Weliswaar is er een steenkolenconvenant afgesloten, waar onlangs een rapportage van bekend werd gemaakt, maar volgens ActionAid is er te weinig transparantie over wat er precies gebeurd in de keten en wat voor acties energiebedrijven daaraan verbinden. Het convenant verwijst vooral naar audits van het internationale initiatief van Better Coal, maar volgens ActionAid zijn de audits in Zuid-Afrika niet gebeurd bij de belangrijkste energieleveranciers. Uit een recente rapportage van het convenant blijkt volgens ActionAid onvoldoende of de ondernomen activiteiten een impact hebben gehad.
Nederlandse ngo’s spelen dan een grote rol in publieke campagnes, denkt Vally. ‘Ze kunnen Nederlandse consumenten aansporen zich uit te spreken tegenover de energiebedrijven: We willen jullie vuile energie niet meer. Ook als consument ben je verantwoordelijk. Internationale solidariteit is enorm belangrijk.’
Mensenrechten boven schone energie
In een vorig artikel zagen we hoe in Amsterdam burgerbewegingen van onderop zich uitspreken tegen de steenkoolindustrie. Is een algehele stop op steenkool ook Vally’s doel? Daar lopen de prioriteiten van zuidelijke actiegroeperingen en die in Nederland uiteen. Vally: ‘Ons mandaat is dat wat de gemeenschap zegt. En kolen gemeenschappen in Zuid- Afrika hebben geen eensluidend standpunt. Er is geen oproep tot een algehele boycot. De hoogste prioriteit is dat industrieën mensenrechten respecteren. Ook wij willen schone energie, maar anders dan in Nederland, waar jullie in 2030 de kolencentrales willen sluiten, zal Zuid-Afrika nog wel even blijven steunen op de fossiele industrie. De regering maakt, helaas, nog niet concreet aanstalten om steenkolen uit te faseren.’
De komende twee weken is Fatima Vally in Nederland om te spreken in Pakhuis de Zwijger en om mee te varen op de steenkolencruise. Volgende week zal ze een missie van vertegenwoordigers van Zuid-Afrikaanse mijnbouwbedrijven en de Zuid-Afrikaanse overheid naar Nederland bijwonen.
Meer weten? Vaar 3 november mee op de Kolencruise, waar Lorraine Kakaza uit een vand e getroffen dorpen in Mpumalanga vertelt over haar activise. Geef je nog snel op!
Lees morgen meer over Colombia.
Lees ook: ‘Hoe drie Amsterdammers het opnemen tegen de steenkoolindustrie’ en ‘Energie van de toekomst: groen èn sociaal’