
Bloedkolen: een strijd van ons allemaal
Een dag na de Kolencruise beseft Ayaan Abukar dat alle problemen samenhangen. In deze column pleit ze ervoor de strijd te bundelen: voor mens en milieu, hier en elders. We leven ìn de geschiedenis van westerse uitbuiting; het is niet te laat om in te grijpen.
Aan boord van de uitverkochte Kolencruise stond ik afgelopen vrijdag tegenover bergen steenkolen, die liggen opgeslagen in het Amsterdamse havengebied. De Kolencruise was georganiseerd door ActionAid, Pax en Vice Versa, als ludieke actie om aandacht te vragen voor de gevolgen van ons energieverbruik op het klimaat en voor de impact op mens en milieu in landen als Colombia en Zuid-Afrika.
De gigantische schepen, de immense bergen steenkool en de enorme fabrieken eromheen waren indrukwekkend – ik stond er perplex naar te kijken. Even daarvoor had ik geluisterd naar het verhaal van Lorraine, een lokale activiste van ActionAid, die vertelde over de impact van de kolenmijnbouw in Zuid-Afrika op haar gemeenschap. Een verhaal vol leed, waarbij complete gemeenschappen moeten lijden voor de economie van de rijke Westen.
Een gevoel van machteloosheid bekroop me. Wat kunnen we doen als consumenten, kiezers en burgers? Die vraag hield me heel de dag bezig. De activisten van Code Rood, Fossielvrij NL, Pax en ActionAid boden hoop. Tegenmacht heeft tijd nodig en we kunnen het ons niet veroorloven de moed te verliezen.
Mijn gedachten gingen ook naar activisten in mijn leefomgeving. Diaspora-jongeren en Nederlandse activisten met een migratieachtergrond die al jaren actievoeren tegen Zwarte Piet en racisme in Nederland. Maar waarom kaarten ze het leed van jongeren in Zuid-Afrika en Colombia niet aan? Waar blijft het verzet tegen deze VOC-werkwijze, waarmee gemeenschappen elders de hoge rekening van onze welvaart betalen? Waar blijft het activisme binnen migrantengroepen voor een beter milieu, klimaat en mensenrechten?
Bijna iedereen die ik ken is direct of indirect actief tegen racisme en discriminatie – een belangrijke strijd die we nationaal moeten voeren. Maar internationale solidariteit met vrouwen en kinderen elders is nauw verbonden met de strijd tegen racisme híer. De oorzaken van racisme in Nederland zijn geworteld met de oorzaken van uitsluiting en discriminatie hier. Toch moet ik de eerste zwarte activist die zich inzet voor de klimaatbeweging nog tegenkomen.
In mijn vorige column pleitte ik ervoor om de klimaatbeweging open te breken door jongeren met een migratieachtergrond aan te trekken. Mijn analyse was gericht op twee oorzaken van dit probleem: de positie van Nederlanders met een migratieachtergrond die zich moeten invechten op de arbeidsmarkt en een gebrek aan diversiteit binnen de milieuorganisaties.
Desondanks denk ik dat vanuit de bestaande antiracismebeweging veel meer ruimte moeten komen voor internationale solidariteit. Hoe kunnen we anders de nasleep van de VOC-economie, de slavernij en het kolonialisme bestrijden als wij ons niet inzetten voor degenen die daar tot aan vandaag last van hebben?
Begrijp me niet verkeerd: de strijd tegen racisme en institutionele discriminatie is van belang en heeft veel losgemaakt in de samenleving. Maar in deze tijd van globalisering is internationale solidariteit met gemarginaliseerde groepen belangrijker dan ooit. Tevens moet de strijd voor een schoner milieu van ons allemaal zijn. Onze kinderen zullen niet alleen te maken krijgen met uitsluiting, maar ook met vervuilde lucht en dodelijke overstromingen.
Mijn Amsterdam heeft de op een na grootste kolenhaven van Europa. De stad die een groot aandeel van haar welvaart te danken heeft aan de VOC-tijd, speelt nog steeds een hoofdrol in de handel van bloedkolen. Je kunt zeggen dat er niet veel veranderd is ten opzichte van de zeventiende eeuw, toen de VOC producten uit Azië en Afrika naar Nederland verscheepte en Amsterdam een van de belangrijkste VOC-steden was. Het verschil is dat wij nu niet terugkijken in de geschiedenis, maar een onderdeel ervan zijn. Het Westen verdient nog altijd miljarden aan de handel in grondstoffen die uit Afrika, Latijns-Amerika en Azië komen – of het kolen, cacao, coltan, goud of koffie is.
Er zijn geen makkelijke antwoorden op de vragen die ik hier stel. Ik ben ook niet naïef: de industrie achter de grondstoffen is gigantisch en niet te stoppen door simpele acties. Daarom is het van groot belang dat actiegroepen coalities sluiten en structurele samenwerking aangaan. Racisme, klimaatverandering, migratie en mensenrechten zijn thema’s die met elkaar verbonden zijn. De strijd voor het ene kan niet zonder het andere. De verandering begint bij onszelf, als consumenten en (wereld)burgers.