Opinie: Identiteitspolitiek leidt tot tweede keus activisme

De manier waarop progressieve actiegroepen tegenwoordig opereren lijkt meer in het neoliberale dan in het socialistische of sociaaldemocratische denken te passen, schrijft Hans Beerends in deze opiniebijdrage. Het is vooral  lifestyle links geworden.

De Linkse Beweging (het totaal aan politieke partijen, vakbonden, actiegroepen, alsmede linkse journalisten en wetenschappers) zag en ziet het als haar taak te strijden tegen sociaal-economische en de daaraan gekoppelde culturele onderdrukking zoals huidskleur en sekse. Van oudsher spitste die strijd zich toe op de emancipatie van  de arbeidersklasse. Naarmate de strijd van de linkse beweging succesvol was en acties leidden tot de naoorlogse verzorgingsstaat in Nederland, kwamen ook andere vormen van onderdrukking meer in zicht. Dan heb ik het over de strijd tegen kolonialisme en mondiale armoede vanaf eind jaren vijftig, gevolgd door de strijd tegen  racisme die uitmondde in de anti-apartheidsbeweging en de steun aan de anti-racistische strijd van Martin Luther King in de Verenigde Staten. Bij het ontstaan van de vrouwenbeweging in Nederland, eind jaren zestig, werd ook de strijd tegen onderdrukking van vrouwen een belangrijk actiethema.

Al deze vormen van onderdrukking werden door Links gezien als gevolgen  van de bestaande sociaaleconomische onderdrukking. Racisme, seksisme en discriminatie worden vaak gezien als op zich zelf staande culturele onderdrukking, maar  in feite dient deze culturele onderdrukking als rechtvaardiging van de bestaande sociaaleconomische onderdrukking. Kortom, sociaaleconomische onderdrukking en achterstelling is de grondslag waar alle hierboven beschreven vormen van onderdrukking uit voortkomen.

De eensgezindheid om al deze vormen van onderdrukking aan te pakken komt tot uiting in het streven van het meest linkse naoorlogse kabinet Den Uyl ( 1973-1977 ). Het doel van dit kabinet, zo schreef Den Uyl, is te komen tot een ‘rechtvaardige verdeling van kennis, macht en inkomen.’ Helaas kon Den Uyl dat niet waarmaken. Het CDA, destijds nog in wording, maakte een eind aan dit kabinet. Vervolgens kregen we tot de jaren negentig een reeks rechtse en centrumrechtse kabinetten die zich vooral bezighielden met de  afbraak van de verzorgingsstaat.

Als de PvdA eindelijk weer een rol van betekenis krijgt in de twee kabinetten Kok(1994 -2002 ) maakt de PvdA’er Wim Kok direct een eind aan de sociaaldemocratie. In de Den Uyl lezing van december 1995 verklaart Kok dat de PvdA geen sociaaldemocratische partij meer kan zijn, want de weg naar het politieke midden is onontkoombaar. Hij eindigde, tot ontsteltenis van vele leden, zijn lezing met de woorden: ‘Het afschudden van ideologische veren is een bevrijdende ervaring .’

 

Het begin van de identiteitspolitiek 

De keuze van Kok voor het politieke midden betekende ook een keuze voor de middenklasse en het loslaten van een visie die een eind kan maken aan sociaaleconomische onderdrukking. De middenklasse, ongeveer driekwart van de bevolking, werd de groep waar de PvdA zich bij verkiezingen op ging richten. De andere linkse partijen bleken niet in staat de leegte die de PvdA achter liet op te vullen. Kortom, met het loslaten van een socialistische of sociaaldemocratische visie verbrokkelde de linkse beweging tot een reeks groepen die elk voor zichzelf opkwamen. Tegelijkertijd ontwikkelde zich binnen de groep laag en laagst betaalde arbeiders, plus delen van de in onzekerheid gebrachte middenklasse, een groot onbehagen. Men voelde zich terecht in de steek gelaten. De woede die dit teweegbracht richtte zich tegen veranderingen die soms wel en soms niet door overheid of pressiegroepen noodzakelijk geacht werden. Rechtse partijen speelden in op dit onbehagen door in verkiezingen de gewone man, de hard werkende Nederlander of het volk te stellen tegenover, wat genoemd werd, ‘de linkse elite’.

Maar ook de linkse beweging, al dan niet elitair, speelde bewust of onbewust deze criticasters in de kaart. Het bestaande onbehagen groeide doordat een aantal actiepunten van links Nederland werden gepresenteerd als toppunt van progressief beleid. Dan denk ik aan het op een overhaaste wijze promoten van roetveegpieten, het vervangen van de aanspreektitel ‘dames en heren’ door ‘hallo mensen’ en de introductie van  genderneutrale toiletten, speelgoed en kleuterkleding.

Het is niet zo dat laag opgeleide en economische zwakke groepen perse tegen bovenstaande ideeën zijn, het is meer de constatering dat dit blijkbaar of op zijn minst schijnbaar de prioritaire thema’s zijn van het huidige Links. Lifestyle links is het. Overigens vind ik de recente plasactie van Geerte Penning voor meer openbare vrouwentoiletten ludiek en creatief , met name ook omdat het een probleem aankaart waar alle vrouwen mee te maken hebben en niet alleen de welgestelde hipsters.

Ook het beschuldigen van goedwillende mensen van ‘alledaags racisme’‘ door relatief kleine pressiegroepen zette kwaad bloed. Dat geldt ook voor het opzadelen van diezelfde goedwillende mensen met de VOC en WIC misdaden begaan door de elite uit de 17e eeuw, waar zelfs de verre voorouders van 98 % van de huidige Nederlanders niets mee te maken had.

In de op zichzelf gerechtvaardigde anti-racisme strijd komt de verdeeldheid van Links wel op een bijzondere wijze naar voren. Een bepaald deel van de anti-racisme activisten wijzen solidariteit door witte Nederlanders af. Sterker nog:  als zij zich willen aansluiten bij die strijd of zich alleen maar solidair verklaren wordt hen white supremacy oftewel blanke overheersing en witte bevoogding verweten. Gezien de gezamenlijke strijd van wit en zwart in de anti-apartheidsbeweging in Nederland en in de strijd tegen racisme door de burgerrechtenbeweging in de VS,  is dit verwijt van witte bevoogding onzinnig. Het doet me denken aan de eerste jaren van de vrouwenbeweging. Ook toen waren er voor een korte periode radicalen die elke solidariteit van mannen verwierpen. ‘Je gaat niet me je vijand naar bed en lesbisch zijn is een politieke keuze’, werd hun slogan. Realistische activisten die streden onder de slogan FEMSOC kregen echter al gauw de overhand. Achteraf kun je constateren dat de verbinding van socialisme en feminisme tot meer resultaten heeft geleid dan het radicale isolement.

De verbrokkeling van de Linkse beweging heeft er jammer genoeg toe geleid dat er tientallen linkse actiegroepen en bewegingen zijn ontstaan die elk vooral voor zichzelf opkomen. Het is een ‘eigen groep eerst’  strategie die meer past in het neoliberale dan in het socialistische  of sociaaldemocratische denken.

 

Tweede keuze of tweede rang

Ik noem de identiteitspolitiek  bewust tweede keus en niet tweede rang. Tweede rang zou betekenen dat de strijd tegen racisme, seksisme, discriminatie en andere misstanden minder belangrijk zou zijn. Tweede keus echter, in de Engelse taal beter geformuleerd als second best, geeft aan dat je de eerste keus, namelijk de strijd voor een drastische hervorming of vervanging van het huidige systeem, ontwijkt. Je kiest dan voor verbetering op onderdelen en laat de grondoorzaak van de onderdrukking ongemoeid.

Dat kan op korte termijn leiden tot successen op deelgebieden, maar leidt er uiteindelijk toe dat de kloof tussen hoog opgeleide, cultureel bewuste mensen en laag opgeleide sociaal-ecomische onderdrukte mensen groeit. Daarmee neemt ook het politieke draagvlak voor het accepteren van de politieke successen op deelgebieden af. Hillary Clinton noemde de aanhang van Trump deplorables –vrij vertaald miserabele losers. Daarmee hielp ze Trump aan een overwinning. Trump kan voor Nederland en voor heel Europa een waarschuwing zijn.

Het afzien van een politieke visie gericht op een ‘rechtvaardige verdeling van kennis macht en inkomen’ en het negeren van grote groepen mensen die buiten hun wil economisch achterblijven als gevolg van de onstuitbare globalisering en de snel opkomende robotisering , leidt tot permanente en in veel gevallen terechte woede bij de achterblijvers. Progressieve veranderingen op het gebied van seksisme, racisme en discriminatie zullen alleen dan een vaste plaats veroveren in de maatschappij als deze veranderingen gekoppeld zijn aan de strijd voor sociaaleconomische hervormingen en gelijk opgaan met een ongeduldig en onophoudelijk streven naar rechtvaardige verhoudingen van de gehele samenleving

 

Auteur
Hans Beerends

Datum:
27 september 2017
Categorieën: