UNFPA betreurt Nederlandse besparing, maar juicht She Decides toe

Met het oog op de She Decides-conferentie, die vandaag in Brussel wordt gehouden, besloot Vice Versa te kijken naar de bijdragen van Nederland aan effectieve SRGR-organisaties. De Nederlandse afdracht aan UNFPA, de grootste multilaterale donor die anticonceptiemiddelen verspreidt en toelicht, is onder minister Ploumen verkleind. Maar in New York wordt daar amper over gemord. ‘Nederland toont zich nog steeds als een belangrijke speler.’

Vertegenwoordigers van zeker 41 landen, ngo’s, private stichtingen en ondernemingen van over de hele wereld komen vandaag in Brussel bijeen voor de allereerste She Decides-conferentie. Wat nog geen twee maanden geleden begon als een ideetje van minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, is inmiddels uitgegroeid tot een klein internationaal fenomeen.

Het doel van de conferentie is werving van politieke steun en fondsen voor zowel maatschappelijke organisaties als VN-organisaties, die miljoenen vrouwen en meisjes in ontwikkelingslanden toegang geven tot veilige abortus, anticonceptie, seksuele voorlichting, verloskundige zorg en hivtesten en -behandelingen.

Niet alleen usual suspects zoals Zweden, Canada en Denemarken, maar ook landen als Nepal, Mozambique, Kenia en Ethiopië zullen in de Belgische hoofdstad aanschuiven om te bepalen op welke manier men meer steun kan vergaren voor dit fonds en welke organisaties op financiële bijstand mogen rekenen.

 

Trump

Eind januari legde Ploumen in het Financieele Dagblad uit dat zij het fonds heeft opgetuigd omdat Nederland ‘altijd een van de brede financiers is geweest op het gebied van gezinsplanning’, maar ook omdat ‘de Nederlandse programma’s in gevaar komen door de besluiten van Trump’ en zij als minister ‘de laatste jaren altijd pal heeft gestaan voor de rechten van vrouwen en meisjes’.

Bij de aankondiging van haar plan liet de minister in een persbericht weten dat vorig jaar mede door de Nederlandse steun naar schatting zes miljoen ongewenste zwangerschappen en abortussen zijn voorkomen. Hoe het ministerie tot deze som is gekomen, wordt in het bericht niet uitgelegd, maar wat vaststaat is dat seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) al tijden een prominente plaats innemen in het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.

Zo ook onder minister Ploumen, die SRGR bij haar aantreden tot een van de vier speerpunten van haar beleid bombardeerde. In de begroting voor 2017 onderbouwt zij haar keuze ervoor als volgt: ‘Wereldwijd zijn er 225 miljoen vrouwen die niet zwanger willen worden, maar nog niet de kennis en/of de middelen in handen hebben om zelf hun kinderaantal te bepalen. Dit is op morele gronden onrechtvaardig. Vrouwen moeten te allen tijde zeggenschap hebben over hun lichaam. Daarom zal het kabinet ervoor zorgen dat er in 2017 drie miljoen extra vrouwen en meisjes toegang krijgen tot moderne methodes voor gezinsplanning.’

 

Gulle gever

Speerpunt of niet, ook seksuele en reproductieve gezondheid en rechten zijn niet ontzien bij de bezuinigingen die Ploumen de afgelopen jaren heeft doorgevoerd. Ook op de bijdrage aan een van de VN-organisaties die zich succesvol inzet op SRGR-gebied, het Bevolkingsfonds (UNFPA), werd door Ploumen de afgelopen jaren flink bezuinigd.

Dat Bevolkingsfonds is de grootste multilaterale donor wat betreft verspreiding van anticonceptiemiddelen (en voorlichting erover), en kent in Nederland al jaren een trouwe bondgenoot. Lange tijd leverde Nederland de grootste bijdrage aan de UNFPA – dat in 2015, volgens zijn jaarrapport, 12,3 miljoen ongewenste zwangerschappen en 4,4 miljoen onveilige abortussen voorkwam – en nog steeds behoort het tot de meest gulle gevers. Maar door de besparingen onder de kabinetten-Rutte I en II is de Nederlandse afdracht de laatste jaren flink geslonken. Opvallend genoeg moest Ploumen dus de afgelopen jaren snijden in de bijdragen voor de zaak waar zij zich nu met She Decides hard voor maakt.

 

De totale bijdragen van Nederland aan de UNFPA zagen er tussen 2010 en 2016 zo uit:

Jaarlijkse contributie* van Nederland, in dollars (bron: UNFPA)
2010: 119.610.950
2011: 97.880.604
2012: 154.536.022
2013: 60.740.984
2014: 180.206.739
2015: 44.534.800
2016: 42.429.733

*Inclusief geoormerkte en niet-geoormerkte contributies, inclusief meerjarige overeenkomsten (geregistreerd voor het eerste jaar van de afspraak)

 

Deze cijfers behoeven enige uitleg. Een land kan de UNFPA op twee manieren betalen, via geoormerkte en niet-geoormerkte contributies. Die laatste zijn vrijwillige bijdragen aan het algemene budget van UNFPA. De organisatie kan dan zelf bepalen wat er met dat geld gebeurt op basis van haar strategisch plan. Bij geoormerkte steun bepaalt de donor waar het geld naartoe gaat. Ook kan een land voor meerjarige overeenkomsten kiezen – zoals Nederland deed door in zowel 2012 als 2014 in één keer een grote som aan geoormerkt geld te doneren. Dat had ook invloed op de positie van Nederland op de ranglijst van grootste donors (zoals hier te zien is). Het ene jaar is Nederland koploper, het andere valt het buiten de top-vijf.

 

Wisselkoers

De Nederlandse bijdragen worden betaald in euro’s, maar door de UNFPA ontvangen in dollars. Niet alleen de bezuinigingen, maar ook de steeds slechter wordende euro-dollarkoers heeft daardoor de afgelopen jaren invloed gehad op de hoogte van de Nederlandse donaties.

In onderstaande reeks met niet-geoormerkte bijdragen is te zien wat het effect hiervan is geweest in 2010 (toen de koers nog gunstig was) en in 2016 (toen de koers veel slechter uitviel).

 

Jaarlijkse niet-geoormerkte bijdragen van Nederland aan UNFPA
2010: 54.538.000 euro (vertaalde zich in 73.6 miljoen dollar)
2011: 42.500.000 euro
2012: 40.000.000 euro
2013: 40.000.000 euro
2014: 35.000.000 euro
2015: 35.000.000 euro
2016: 35.000.000 euro (maar 37 miljoen dollar)

In totaal schonk Nederland tussen 2010 en ’16 omgerekend 317 miljoen euro aan niet-geoormerkte steun aan UNFPA. Daarmee was het op dit gebied nog altijd de op twee na grootste donor. Als het aankomt op geoormerkte steun, dan is het Nederlandse plaatje veel wisselvalliger. In 2012 was Nederland de tweede donor, in 2013 de vierde, in 2014 de nummer één, in 2015 de achtste donor en in 2016 de nummer zeven op de lijst.

 

Gezinsplanning

Het grootste deel van de Nederlandse bijdragen is bedoeld voor UNFPA Supplies, het grootste gezinsplanningsprogramma ter wereld. Daarbinnen koopt de UNFPA anticonceptiemiddelen voor 46 ontwikkelingslanden en ondersteunt ’t het systeem in die landen om de middelen te verspreiden en te promoten. De landenselectie is gedaan op basis van het hoogste aantal kinderen en het laagste gebruik van gezinsplanning.

‘Daarin is Nederland – ná het Verenigd Koninkrijk – de grootste donor’, zegt Arthur Erken, hoofd communicatie en strategie bij UNFPA. Al zijn de bijdragen van Nederland nogal uiteenlopend, vanwege de meerjarige overeenkomsten. ‘Daardoor was in 2010 de geoormerkte bijdrage 46 miljoen euro, in 2011 37,9 miljoen en werd het in 2012 opeens 105,5 miljoen’, legt Erken uit. Eenzelfde ontwikkeling was te zien in de jaren erna. In 2013 doneerde Nederland 8,3 miljoen en het jaar erop 130,7 miljoen. Terwijl het in 2015 weer 4,8 miljoen aan geoormerkte steun besteedde.

‘Nederland doet veel minder aan geoormerkte dan aan niet-geoormerkte steun’, zegt Erken. ‘Het Verenigd Koninkrijk is op dat eerste gebied veruit de grootste, maar die geeft weer minder niet-geoormerkte steun.’

 

Bericht uit New York

Het Verenigd Koninkrijk kiest er net als Nederland voor het meeste geoormerkte geld aan UNFPA Supplies uit te geven. Niettemin kampt dat fonds momenteel met een begrotingsgat van 850 miljoen dollar. UNFPA verwacht dat zonder deze bijdrage het aantal ongewenste zwangerschappen in ontwikkelingslanden tot 2020 met tachtig miljoen toeneemt. Het aantal onveilige abortussen zou naar schatting op 31 miljoen komen te liggen.

Er is werk aan de winkel. Maar ondanks het begrotingsgat, de Nederlandse bezuinigingen en de verslechterde euro-dollarkoers zit het initiatief van minister Ploumen de UNFPA niet dwars, meent Erken. ‘Nee, het bijt elkaar niet. Vanaf het eerste moment na de bekendmaking van haar plannen, zijn wij ook in contact getreden met Nederland om ervoor te zorgen dat het UNFPA niet vergeet. Dat heeft minister Ploumen ons gelukkig verzekerd.’
Vanuit New York wordt dan ook positief gereageerd op Ploumens initiatief, en de uitvoerend directeur van de UNFPA zal vandaag in Brussel aanwezig zijn om te zien wat er eventueel voor de organisatie in het vat zit. Erken: ‘Wij hebben begrepen dat She Decides uiteindelijk geen fonds zal worden, maar dat het een initiatief is om landen op te roepen meer uit te geven aan seksuele en reproductieve gezondheidszorg. Het moet landen bij elkaar brengen om af te spreken dat er meer moet gebeuren op SRGR-gebied om het gat dat door de herinstallatie van de “Mexico City Policy” is ontstaan op te vangen. Het gaat dus over meer dan het ondersteunen van de getroffen ngo’s en moet er juist voor zorgen dat allerlei organisaties die zich inzetten op het gebied van SRGR niet langer benadeeld worden.’

 

Global Gag Rule

Dat neemt niet weg dat de UNFPA de geslonken Nederlandse bijdragen betreurt. ‘Natuurlijk vinden wij het jammer dat de steun aan de UNFPA over de jaren minder is geworden, maar de oprichting van She Decides is wel een sterk politiek signaal. Dit initiatief bewijst dat Nederland een belangrijke speler op dit terrein blijft en dat minister Ploumen leiderschap op dit thema toont. En dat is soms net zo belangrijk. Daarom staat de UNFPA erachter, terwijl de “Global Gag Rule” ons dus niet direct raakt.’

De herinstallatie van de Mexico City Policy heeft volgens Erken niet veel invloed op de UNFPA zelf, maar wellicht wordt de organisatie wel geraakt door toekomstige plannen van president Donald Trump. ‘Wat kan gebeuren, en wat wij ook verwachten, is dat de VS ook de bijdrage aan de UNFPA volledig zullen stopzetten. Op dit moment gaat dat om ongeveer zeventig miljoen dollar per jaar. Daar zijn we nog niet officieel over geïnformeerd, maar onze verwachting is dat het zal gebeuren.’ Dat het vermoeden van de UNFPA snel waarheid kan worden, bleek toen Trump afgelopen maandag bekendmaakte het Amerikaanse defensiebudget met ruim vijftig miljard dollar te willen verhogen en het geld ervoor onder andere wil vrijmaken door te bezuinigen op buitenlandse hulp.

‘Samengevat: de Mexico City Policy benadeelt ngo’s en het normale budgetproces in de VS benadeelt ons’, zegt Erken. ‘Wij geven natuurlijk ook geld aan ngo’s, bijvoorbeeld binnen UNFPA Supplies. Dus als wij minder, of zelfs níets meer van de Verenigde Staten krijgen, dan heeft dat invloed op partners als ITPF of Marie Stopes International.’

 

Cruciale agenda

Voor nu is dat nog gissen. En de enige concrete bedreiging op SRGR-gebied komt voorlopig van de Global Gag Rule. Die is ernstig, maar de wereld zal niet vergaan nu die weer in werking is getreden, zegt Thea Fierens, oud-directielid van UNFPA. ‘Maar iedereen moet nu aan de bak’, meent ze. ‘Trump zal met deze maatregel de vrouwenrechtenagenda niet kapotmaken, de beweging die eronder zit is namelijk veel te sterk, maar hij vertraagt haar wel flink. En dat is erg, want die agenda is cruciaal: ze gaat over vrouwenrechten en -levens.’

Het fonds dat minister Ploumen in het leven heeft geroepen kan dan ook op goedkeuring van Fierens rekenen. ‘Het is een simpel geval van macht en tegenmacht – daarom is het initiatief betekenisvol. Het zet bovendien de traditie voort dat Nederland inhoudelijk een goed profiel heeft in deze kwestie. Er is een groep van landen, waarvan Nederland altijd een koploper is geweest, die zich altijd sterk heeft gemaakt voor deze financiering. Dat doen we ondanks de bezuinigingen gelukkig nog steeds. Wij zijn op dat gebied een liberaal land. Voor ons maakt het niet zoveel uit of een linkse of rechtse partij de grootste in de Tweede Kamer is. Voor de VVD zijn vrouwenrechten ook belangrijk.’

Dat bewijst Nederland volgens Fierens ook met de bijdragen aan de UNFPA. ‘Nederland was in de periode dat ik voor de UNFPA actief was, tussen 2008 en 2012, altijd de nummer één op dit gebied. Het is teruggezakt door de bezuinigingen en door de vluchtelingenopvang, die ook uit het ontwikkelingsbudget betaald wordt. Maar Nederland staat nog wel in de top van grootste donateurs aan de UNFPA. Het is minder geworden, maar gelukkig niet desastreus. Al moet ik bekennen dat ik altijd alles op een optimistische manier bekijk.’

 

Geleerde lessen

De keuze om meer geld te doneren aan een effectieve organisatie waarmee Nederland bovendien een goede band heeft, lag misschien voor de hand. Een van de lessen die in de afgelopen jaren meermaals in de ontwikkelingswereld is getrokken, is immers dat het verstandig is om vast te houden aan dingen die werken en niet zomaar iets nieuws op te richten.

Maar een nieuwe organisatie, met alles wat daarbij op organisatorisch en financieel vlak komt kijken, is juist wat She Decides níet wordt, benadrukt een woordvoerster van het ministerie van Buitenlandse Zaken. She Decides wordt puur in het leven geroepen als steun in de rug voor organisaties die getroffen worden door de Global Gag Rule. ‘Er zal voor She Decides ook geen nieuw fonds worden opgezet. Het geld zal via al bestaande kanalen alleen naar organisaties gaan die worden getroffen door de Mexico City Policy’, laat zij weten. Hoeveel dat zal zijn en op welke manier de pot verdeeld wordt, is nog onduidelijk. ‘De precieze effecten zullen blijken, al gaan ook wij op basis van schattingen van het totale budget uit van een bedrag van zeshonderd miljoen dollar.

 

KADER:

WAAR GING HET NU ALWEER OVER?

De Verenigde Staten zijn volgens de UNFPA de grootste bilaterale donor die zich inzetten voor de verspreiding van anticonceptiemiddelen in ontwikkelingslanden, maar door de herinstallatie van de Global Gag Rule wordt jaarlijks een gat van naar schatting zeshonderd miljoen dollar geslagen in het budget van Amerikaanse ontwikkelingsorganisaties die zich inzetten voor het verspreiden van en informeren over anticonceptie en abortus in ontwikkelingslanden.

She Decides is opgericht om dat verlies zo goed mogelijk op te vangen. Of dat lukt, is nog de vraag. Voor zover bekend is tot nu toe pas min of meer dertig miljoen euro binnengehaald. Maar getuige de grote steun van over de hele wereld en de aandacht van internationale media – waaronder de New York Times – voor minister Ploumen, heeft het plan in elk geval iets losgemaakt. Vandaag zullen op de conferentie in Brussel ongetwijfeld meer cijfers worden gepresenteerd.

De deelnemende partijen hopen een internationaal vangnet te creëren voor (Amerikaanse) ontwikkelingsorganisaties die al bijna 33 jaar afhankelijk zijn van de keuze van hun landgenoten voor een Republikeinse of Democratische president. Donald Trump is namelijk niet de eerste Amerikaanse leider die ervoor kiest de Mexico City Policy uit te voeren. Sinds de introductie van de beleidsmaatregel in 1984, door de Republikeinse president Ronald Reagan, stond in zeventien jaren vast dat ngo’s die subsidie van de Amerikaanse overheid ontvangen zich niet mogen inspannen voor het uitvoeren van en inlichten over abortus in andere landen. En daar komen er dus nog minimaal vier bij.

Na de laatste presidentsjaren van Reagan en een termijn George H.W. Bush was het de Democraat Bill Clinton die in 1993 als eerste Amerikaanse president een streep door de Global Gag Rule zette, omdat hij geloofde dat vrouwen in derdewereldlanden gebaat zijn bij goede informatie over veilige gezinsplanning. George W. Bush bleek begin deze eeuw niet onder de indruk van Clintons argument en draaide het besluit weer terug, omdat ‘de Amerikaanse belastingbetaler niet zou moeten opdraaien voor abortussen in binnen- en buitenland’. Barack Obama en Donald Trump volgden daarna het voorbeeld van hun partijgenoten. Zo hebben de Democratische en Republikeinse presidenten sinds het ontstaan van de Mexico City Policy steeds per decreet bepaald over de uitvoering ervan.

Dezelfde organisaties die nu getroffen worden, zijn dus vaker het haasje geweest. De wet heeft niet alleen invloed op abortusgebied, ook veroorzaakte die problemen voor hiv-preventie en seksuele voorlichting en beperkte die de toegang tot goede gezondheidszorg in derdewereldlanden in het algemeen en rurale gebieden aldaar in het bijzonder.

De Amerikaanse bijdrage is zo groot dat het directe consequenties voor de verstrekking van anticonceptie- en andere SRGR-middelen in ontwikkelingslanden heeft. Marie Stopes International, dat zich in 37 landen inzet voor het recht van vrouwen om zelf hun zwangerschap te bepalen, becijferde dat Trumps decreet tussen 2017 en 2020 ten minste resulteert in 6,5 miljoen ongeplande zwangerschappen, 2,2 miljoen abortussen, 2,1 miljoen onveilige abortussen en een kleine 22.000 gevallen van moedersterfte. Daarnaast zou het de organisatie zelf beletten om wereldwijd jaarlijks anderhalf miljoen vrouwen van anticonceptiemiddelen te voorzien.

Auteur
Vice Versa

Datum:
02 maart 2017