Gelijke Waarde

Wat zijn de diepere drijfveren en idealen van mensen uit de ontwikkelingssector? En hoe vertaal je dat naar de werkvloer? In deze aflevering schrijft Betteke de Gaay Fortman, directeur van de Karuna Foundation, dat een persoonlijke gebeurtenis met haar eigen 18-jarige zoon haar inzet versterkte voor een wereld waarin de waarde van onze levens in de praktijk zoveel mogelijk gelijk zijn. Maar dat betekent wel dat je niet zomaar geld en goederen geeft als ontwikkelingsorganisatie; dat staat gelijkwaardigheid in de weg.

 

Om half 4 ’s nachts, 28 maart 2013, werden mijn man en ik wakker gebeld. Het was Sander, de vriend van onze zoon Nelson. De 18 jarige jongens waren bezig met een trekking door de bergen van Nepal in hun tussenjaar. Sander vroeg ons toestemming voor het vervoeren van Nelson per helikopter naar Kathmandu. Wij hadden al vernomen dat Nelson behoorlijk ziek was geworden op grote hoogte. Eenmaal in Kathmandu werd hij naar de intensive care gebracht van een van de beste ziekenhuizen. Onmiddellijk boekte ik een vlucht naar Kathmandu Ik was net twee weken terug uit Nepal na een werkreis.

Na vier dagen op de intensive care te hebben doorgebracht en allerlei onderzoeken te hebben ondergaan, werd onze zoon geopereerd door Madhu Ghimire, een Nepalese chirurg. Een zware risicovolle buikoperatie. De chirurg vond het maar wat spannend om een Nederlandse jongen van 18 te opereren. Hij was naar de tempel gegaan om te bidden om dit jonge lijf niet te hoeven opensnijden. Wat een gedoe zou dit geven als het niet goed zou gaan. Blijkbaar meer dan in het geval van een Nepalese leeftijdsgenoot.

Dagen- en nachtenlang heb ik doorgebracht aan het bed van mijn zoon. Hij werd beter en kon na twee weken business-class terugvliegen naar Nederland, op kosten van de zorgverzekering. Nog zwak en kwetsbaar, maar wat was het allemaal goed geregeld.

Vele malen ging door mij heen dat als ik een Nepalese moeder was geweest, ik nu al dagenlang aan het wenen zou zijn om het verlies van mijn zoon. Ik werkte al jaren in de ontwikkelingssector. Toch realiseerde ik mij nu pas echt wat ongelijkheid in de praktijk betekent. De een heeft wel toegang tot zorg en de ander niet. Een Nepalese moeder is niet verzekerd en heeft geen geld om haar zoon per helikopter naar de hoofdstad te laten vliegen en door een goede arts te laten behandelen. Het leven van mijn zoon blijkt dus in de praktijk meer waard te zijn dan het leven van een 18 jarige Nepalees.

 

Gevoel van oneerlijkheid en ongelijke kansen

Al sinds mijn jeugd in Afrika waar ik ontdekte dat volwassenen anders op mij reageerden dan op mijn zwarte vriendinnetjes, word ik gedreven door dit gevoel van oneerlijkheid en ongelijke kansen. Deze recente persoonlijke gebeurtenis versterkte mijn inzet voor een wereld waarin de waarde van onze levens in de praktijk wel zoveel mogelijk gelijk zijn.

Ik ontdekte dat mensen in ontwikkelingslanden zelf ook meer waarde blijken toe te kennen aan het leven van iemand uit het westen. Tijdens een van mijn vliegreizen van Amsterdam naar Delhi, kreeg de man die voor mij in het vliegtuig zat een hartaanval. De stewardessen waren in grote paniek. Het was te laat. De man kon niet meer worden gereanimeerd. De tas die bij het uitstappen achterbleef in de bagageruimte, zal me altijd bijblijven. Bij aankomst in Kathmandu deelde ik dit nare voorval meteen met Deepak, country director van Karuna Nepal, die mij van het vliegveld kwam halen. Zijn eerste vraag was: ‘was het een Indiër of een Nederlander? ‘Waarom vraag je dit’ vroeg ik. Hij zei dat dit ook bij hem zit ingebakken, dat het leven van iemand uit het westen toch meer waard is dan dat van iemand uit Azië.

Dus ook daar moet aan gewerkt worden. Er is een omslag in denken en attitude nodig. Net als bij de vrouwenemancipatie. Nagenoeg alle vrouwen in ons land zullen niet meer twijfelen aan hun ‘waarde’ ten opzichte van de mannen. Mensen uit Azië, Afrika en Latijns Amerika zullen meer vertrouwen moeten krijgen in zichzelf. En zichzelf leren presenteren als een sterke en gelijkwaardige (gespreks)partner. Dat betekent een paternalistische houding niet over je heen laten komen of sterker nog er tegenin gaan. En jouw donorpartners niet meer naar de mond praten, ook al komt het geld van hen. En durven te confronteren als je het ergens niet mee eens bent.

 

De vraag terugleggen

Een aantal jaren na de oprichting van Karuna, toen we graag een partner zochten om samen ons programma Inspire2Care op te schalen, waren René, ondernemer en oprichter van Karuna, Deepak en ik, samen met twee bestuurders van een grote en gerenommeerde ontwikkelingsorganisatie in een dorp in het Zuidoosten van Nepal, Bhokraha. We waren een week op pad in Nepal om te onderzoeken of we een structurele samenwerking zouden beginnen. Er vond in dat dorp een community vergadering plaats met de dorpsleiders, de burgemeester, gezondheidszorgwerkers, self-help groups, parents organisations en het micro-krediet comité.

Na de gebruikelijke rituelen van het welkom heten en het tonen van wederzijds respect, kwam de hamvraag. De gezondheidswerker gaf aan dat er een draagbare ultrasound geluid machine in het dorp nodig was, zodat er een echo gemaakt kon worden bij zwangere vrouwen. Zo konden de vrouwen tijdig worden doorverwezen wanneer er op een echo risico’s zichtbaar zouden zijn. En daarmee konden handicaps worden voorkomen.

Wij waren dit soort vragen gewend. René vroeg de dorpsleiders hoe ze dachten deze ultrasound machine uit lokale aanwezige middelen te kunnen financieren. Hij suggereerde te rade te gaan bij het gemeentebestuur, de district health office, of een bijdrage te vragen van de dorpsbewoners. Op de weg terug naar Kathmandu maakte de bestuurder van deze Nederlandse organisatie zijn verbazing kenbaar. Dit had hij niet vaak gezien binnen de ontwikkelingssamenwerking. De vraag terugleggen en daarmee nee zeggen.

 

 Afhankelijkheid creëren

Als je ervan uitgaat dat het leven en het verhaal van ieder ander net zoveel waard is als dat van jou, en dat jij ook niet beter bent dan de ander, ook al heb je meer kennis en ben je rijker, dan geef je niet zomaar geld of goederen. De gevende hand staat automatisch boven de ontvangende hand en creëert afhankelijkheid. Daarmee wordt een ongelijkwaardige relatie bevorderd.

De kern is het met elkaar aangaan van een gelijkwaardige relatie. Beide partijen komen iets brengen en iets halen, net als bij een zakelijke overeenkomst. Beide partijen worden er beter van. In de jaren zeventig is de term ontwikkelingssamenwerking geïntroduceerd waarmee donoren wilden aangeven dat zij de ontvangende landen en partners als gelijkwaardig beschouwen. In mijn ogen moeten we hier harder aan werken.

Er bestaat niet alleen veel hulpverslaving, maar ook een hardnekkige goed-doen-verslaving. Het is ook mijn drijfveer om anderen te helpen, en goed te doen. Daar krijg je een goed gevoel van. Maar mijn ervaring is dat als je echt in contact komt met de ander, samen tijd doorbrengt, zorgen en dromen uitwisselt, de relatie gelijk wordt. Wie is dan eigenlijk de zwakke en wie is dan sterke? En wat betreft mensen met een beperking met en voor wie Karuna werkt; hoe langer ik met ze werk, hoe beperkter ik mezelf voel.

Het wordt tijd dat wij niet alleen onze gelijken als gelijke mensen zien, maar dat we ALLE mensen als gelijken behandelen. Daar worden we niet slechter van. En sterker nog. Alleen dan kun je iets langdurigs en bestendigs opbouwen. Iets dat doorgaat als je jezelf terugtrekt. Als het probleem waarvoor je bent opgericht is opgelost. En dat is toch waar het uiteindelijk om gaat bij ontwikkelingssamenwerking.

Auteur
Vice Versa

Datum:
23 maart 2017
Categorieën: