
Trump en hypermasculiniteit in de financiële wereld – pleidooi voor minder testosteron
Eind vorige week tekende de Amerikaanse president Donald Trump twee decreten die de regulering van de financiële sector moeten terugdraaien. Waar Barack Obama nog voorzichtig poogde de financiële sector enigszins in toom te houden om volgende crises te vermijden, toont Trump zich nu als hoeder van de elitaire belangen op Wall Street. Hij zou er goed aan doen het decembernummer van Vice Versa te lezen, waar hoogleraar pluralistische economie Irene van Staveren (Erasmus Universiteit) pleit voor minder testosteron in de financiële wereld. ‘De financiële wereld beloont hypermasculiniteit.’
Het is de Dodd Frank Act waar Trump zijn peilen opricht. Deze is door Obama in 2010 met veel zweet en tranen bewerkstelligt, met als doel de Amerikaanse belastingbetaler niet met nòg een financiële crisis op te zadelen. Het 2300 pagina’s tellende document beperkt onder meer de handel in avontuurlijke financiële producten en bepaalt dat banken niet meer met eigen geld en voor eigen gewin in beleggingsproducten mogen handelen. Ook kan het grote banken onder strenger toezicht stellen.
Trump, die zich de voorvechter van het Amerikaanse volk noemt, en eerder nog de Wall Street elite hekelde, meent dat de regels ‘zijn vrienden’ in de weg zetten die nu niet meer kunnen lenen. Volgens hem zal deregulering Amerika’s dominante positie op de financiële markten herstellen. Onderdeel van de Act die Trump van plan is terug te draaien, is de bepaling dat pensioenadviseurs primair het belang van hun clienten moeten dienen.
Het is nog te bezien of Trump het stelsel aan wetten zomaar terug kan draaien, maar de aanval is in elk geval ingezet, op een moment dat er door economen nog altijd wordt gewaarschuwd voor een nieuwe financiële crisis als de sector niet drastisch veranderd. Opvallend is dat Trump zich laat leiden door drie mannelijke adviseurs: Stephen Bannon, minister van Financiën Steven Mnuchin en economisch adviseur Gary Cohn.
Misschien is dat nog wel het grootste probleem: het overschot aan testosteron in de financiële wereld dat onder Trump eerder zal vermeerderen dan verminderen. In november sprak Vice Versa met professor Irene van Staveren, professor pluralistische economie aan het Institute for Social Studies in Den Haag, onderdeel van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Zij brak een lans voor feministische economie. Lees hieronder een deel van het interview terug.
De one million dollar question in de feministische economie luidt natuurlijk: was de crisis er niet gekomen als er meer vrouwen in de top van de financiële wereld werkten? Van Staveren durft daar stellig in te zijn: ‘Die was er inderdaad niet geweest – in elk geval zéker niet zo’n erge als nu. De klokkenluiders die van tevoren waarschuwden voor de crisis waren vooral vrouwen. Ze hebben andere voelsprieten voor risico’s. Dat ligt niet zozeer aan het biologische verschil tussen mannen en vrouwen, als wel aan de genderrollen van mannen en vrouwen in de samenleving. De financiële wereld beloont hypermasculiniteit. Dat betekent: grote risico’s nemen, moreel langs de randen bewegen – of eroverheen – en een sfeer van wantrouwen omdat men geen informatie wil delen. Dat zijn gedragsmatige verklaringen achter de crisis, en alle zijn terug te voeren op hypermasculien gedrag.
‘Ook vrouwen kunnen zich hypermasculien gedragen, maar dat wordt bij vrouwen geremd – en hier komen biologische verschillen wèl om de hoek kijken: mannen kunnen een hoger testosteronniveau bereiken, wat ervoor zorgt dat ze willen winnen en steeds meer risico’s nemen. Daarbij krijgen ze van langdurige stress een hoger cortisolniveau. Vrouwen maken in zo’n geval veel sneller oxytocine aan, het zogenaamde knuffelhormoon, dat cortisol dempt. Doordat mannen langer op een hoog stressniveau blijven, raken ze eerder in paniek.’
Dat gaat in tegen het algemeen heersende gevoel dat vrouwen vaker in paniek raken dan mannen.
‘Ja,’ lacht ze, ‘maar dit gaat expliciet over financiële markten. Niet over andere zaken, zoals tegen een boom aanrijden, of iets dergelijks. In de financiële wereld zijn er onderzoeken gedaan naar de wijze waarop mannen en vrouwen omgingen met enorme dalingen van de koersen en grotere risico’s. Vrouwelijke fondsbeheerders gaven aan dat hun mannelijke collega’s in paniek met hun hoofd onder het bureau kropen – figuurlijk en soms bijna letterlijk – en wachtten tot het overwaaide. Terwijl vrouwen veelal diep ademhaalden, koel bleven en strategisch nadachten: wat is op dit moment het beste om te doen? Ze slaan dan bewust even het financiele nieuws over om te voorkomen dat ze aandelen verkopen die ze eigenlijk willen houden. Vrouwen blijken flexibeler met risico om te gaan dan mannen. Vrouwen zijn ook minder afkerig van verlies en geduldiger.’
Hoe bekijkt u met een feministische blik de actualiteit? Neem: de ‘hitsige-hertenlijstjes’ van studentenvereniging Vindicat.
‘Niet dat de studenten er bewust voor kiezen, maar een van de functies van de vereniging is het onder elkaar verdelen van macht, geld en status. Dat doe je door anderen uit te sluiten, in dit geval vrouwen. Die uitsluiting is geïnternaliseerd door vrouwen als minderwaardig te zien – en zo’n lijst draagt daaraan bij. Het is zorgelijk, want de jongens die nu bij Vindicat zitten, zijn straks bestuurders in onze financiële wereld. Als die een nieuwe financieel directeur moeten aanstellen, denken ze wellicht – onbewust – dat de vrouw een mindere kandidaat is. Natuurlijk roddelen vrouwen ook over mannen, al geloof ik niet dat het zo’n vorm aanneemt.’
En Donald Trump? Hij verzette zich tegen globalisering en te veel vrijhandel.
denisbin / Flickr. New York en Trump gebouw
‘Ik zie Trumps visie absoluut niet in enig alternatief, progressief kamp. Trump is heel goed in het spelen en winnen van machtsspelletjes. Hij redeneert vanuit het eigenbelang. Hij heeft een heleboel economische macht vergaard; dan heb je geen vrijhandel nodig, maar kun je dingen naar je hand zetten.’
In haar boek ‘Wat wij kunnen leren van economen die bijna niemand meer leest’ schrijft Van Staveren daarnaast dat mannelijke fondsmanagers in de Verenigde Staten tweemaal zoveel geld verloren als hun vrouwelijke collega’s. Een probleem in de bankencultuur, schrijft Van Staveren, is dat er competitie voor bonussen heerst, en een constante dreiging van baanverlies, waardoor het loont om voor korte termijn winst te gaan. De ‘agency-georienteerde’ masculiniteit, zoals die door de maatschappij wordt gestereotypeerd, wordt zodoende gepromoot, en niet de meer feminiene verbindingswaardes. Dat wordt verergerd door wat Van Staveren in haar boek omschrijft als ‘hypermasculien gedrag’: een overdreven zucht naar risico, hevige onderlinge competitie gesteund door een afzeikcultuur en veel drank en stoerdoenerij met grof taalgebruik en grof gedrag tegenover vrouwen.
‘Wat wij nodig hebben voor veilige markten: is een transformatie naar een meer gebalanceerde bankcultuur’, zegt Irene van Staveren in een TEDXlezing in Ede, half november 2016. Maar of dat er komt in de Verenigde Staten op korte termijn? In het interview met Vice Versa heeft zij er een hard hoofd in: ‘Trumps seksistische opmerkingen helpen allerminst om de masculiene cultuur in de financiële wereld te veranderen.’
Het hele interview met Irene van Staveren lezen? Neem contact op met de abonnementenservice (abonnementen@viceversaonline.nl) voor de verkoop van losse nummers. Of beter nog: steun onze journalistiek en neem een abonnement! Daarbij wordt het nummer met het interview met Irene van Staveren (plus twee andere vrouwelijke hoogleraren) worden nagestuurd.